Geen widgets gevonden in de zijbalk

Woensdagochtend reden we tegen elf uur vanuit Ödarp richting de oostkust van Zweden. Vergezeld door de zon en een zeer aangename temperatuur van 26 graden. Ook aan de kust, onze eindbestemming van deze drie dagen was het volgens de weer-app van Klart dezelfde temperatuur. Toch hadden we voor alle zekerheid een lange broek meegenomen en een warme vest! Ebba lieten we wederom achter in de kelder/ wasruimte. Met een grote bak brokjes en een nog grotere bak water. Overal had ik kussentjes en dekentjes neergelegd, alsook een paar speeltjes. Die liggen waarschijnlijk nog precies net zo als we weer thuiskomen. “Speelgoed? Geef mij maar een echte muis!” zal Ebba denken…

We moesten nog wel even via Aneby rijden voor herhalingsmedicijnen en om de tank vol te gooien met diesel. En wie troffen we daar in Aneby? Onze vrienden Rob en Marijke uit Flisby! De wandelaars! Wat toch weer een toeval! Dit maakten we ook al eens mee, toen we hen troffen op een parkeerplaats in het grote Duitsland (!), waar wij stopten voor een pauze. Hoe groot is dan de kans dat je elkaar daar treft? Nu reden wij over de storgatan, de hoofdweg en zij draaiden net voor ons richting de ICA. Toen we even later de tank volgooiden zagen ze ons opnieuw en kwamen ze naar ons toe. Even kort bijgepraat, waarna ze ons een fijne reis wensten!

We reden richting Eksjö en sloegen net daarvoor af richting Österbymo en Kisa. Een mooie, rustige asfaltweg, die we een heel eind konden volgen. Op enig moment gingen we van die weg af en namen we binnen weggetjes. We moesten namelijk naar het plaatsje Horn, want daar had Heiko via de app “Park4Night” een camping uitgezocht. De binnen weggetjes waren fantastisch! We reden door een supermooi gebied met veel hoge rotswanden, afgewisseld met bos. Vele meertjes en grote open stukken met weilanden. De weg waarop we reden slingerde ons door het fantastische landschap en achter bijna iedere bocht kwam een verassing tevoorschijn. Beelden zeggen in deze veel meer dan woorden…

Uiteraard deden we het zeer rustig aan
en met de nodige pauzes.
Om weer de benen even te strekken.
“Benen strekken, Heiko…”

Bij het binnenrijden van het plaatsje Horn, zagen vrij snel dat de camping grenst aan een woonwijk! Daarnaast zagen we veel seizoenplaatsen, waarbij veel caravans waren voorzien van eigen tuintjes. Van schaduw bij de camper zou geen sprake zijn, omdat er geen bomen stonden. Nee, twee keer niets voor ons: we reden door.

Onderweg zagen we nog een leuk tafereeltje in een weiland. Een grote stofwolk bleek veroorzaakt te worden door een lange rij koeien! Ze gingen op hun dooie gemak van het ene weiland naar een ander weiland. Ze sjokten in colonne! Een heel grappig gezicht. Eentje moet toch het voortouw genomen hebben, terwijl de anderen volgden. Een duidelijk voorbeeld van hiërarchie? Is er zelfs bij koeien sprake van een rangorde? Die ene koe had het wel goed met de kudde voor, want hij dreef ze naar een stuk land waar een beetje meer gras stond. Een beetje meer. Want hier werd eveneens duidelijk hoe gortdroog de aarde is op dit moment.

Via de app Park4Night vonden we een andere camping in de buurt. Een half uurtje verder rijden. Tegen vier uur reden we die camping op. Eerste indruk? Hmmm… Rommelig. Grote boerenschuren en de “camping” was niets meer of minder dan een groot grasveld/ weiland. Zonder ook maar een enkele boom. Laat staan meerdere bomen of struikjes waarmee plaatsjes werden aangegeven. Er waren drie plaatsen bezet, waarvan we later merkten dat het allemaal Duitsers waren. Op een quad bij een van de schuren zaten een vrouw en een meisje. Die kwamen naar ons toe, toen we aarzelend stopten, om te kijken waar we naar toe moesten.

De, niet representatieve, vrouw bleek van Duitsland afkomstig te zijn en sprak ons, na een hele korte kennismaking, in het Duits en af en toe Engels aan. Ze vond het zomerse weer maar niets: “Die warmte: bah, bah, bah! Gelukkig duurt het niet al te lang. Daarvoor zijn we toch niet naar Zweden gekomen?” Leuk welkom… Heiko bleef volhardend in het Zweeds praten. Ze wees ons de camping, nee het weiland. Ze gaf aan, dat er aan de rechterkant plaatsen met stroom waren en aan de overkant niet. Ze wees waar de wc en douches waren en vroeg of we internet wilden hebben. Toen we weer in de camper stapten en naar een “plaatsje” reden, stond er een ineens pony naast de camper! Nadat we op onze plaats stonden liep de pony op het weiland te grazen. Het bevestigde ons vermoeden, dat we op een weiland stonden. Daar waar gewoonlijk de paarden lopen, als er geen campinggasten zijn. Weer even later, toen we van een biertje genoten, kwam er ineens een hond aanlopen en ging bij ons schooien, toen die zag dat wij chips hadden. De volgende dag ontdekten we, dat het de “campinghond” was, die de hele dag gewoon vrij rondloopt.

Op enig moment moest er wel gekookt worden. Vakantie (-dagjes) of niet! We hadden pytt i panna meegenomen. Kleine stukjes aardappel, ui en vlees. Die werd warm gemaakt in een koekenpan en er werden een paar eitjes gebakken. Rode bietjes in schijfjes erbij en: “Aan tafel!” Het smaakte ons prima! Na dit lekkere eten moest er ook afgewassen worden. We besloten het teiltje met warm afwaswater mee naar buiten te nemen. Het was immers nog lekker warm.

Een paar uurtjes later liepen we een rondje over het terrein en zochten we de wc/ douche ruimte ook even op. “Je-ig!” was onze eerst reactie. Oud, ouder, oudst… Toen we een deur opentrokken van een douche waren we helemaal overtuigd: we blijven hier maar 1 nacht en rijden dan verder naar een camping met fatsoenlijk sanitair! Achter een andere deur stond een wc-pot, die waarschijnlijk ooit wit was geweest, maar nu van binnen helemaal bruin was. Oh, wat goor! Rond de twee grote schuren was het naar onze bescheiden mening niet echt opgeruimd en we begrepen dan ook niet hoe mensen zulke lovende woorden kunnen schrijven in de app Park4Night over zo´n camping. We gaan er zeker weten een recensie aan toevoegen. Ben benieuwd of die wordt geaccepteerd en lang blijft staan…

Nog net voor onze wandeling kwamen er nog twee campinggasten bij. De man en vrouw (mag ik dat nog zo schrijven?) reden met hun auto, een bestelbus, naast ons en zetten een tent op. Het bleken Denen te zijn. Om de haringen in de uitgedroogde en keiharde grond te kunnen krijgen voor het vastzetten van de tent, hadden ze een hamer nodig. Die hadden ze helaas vergeten mee te nemen en zodoende vroegen ze ons om zo´n ding. Geen probleem. Ze konden die van ons lenen! Na een goede nachtrust deden we het rustig aan en namen we alle tijd voor ons ontbijt. De vrouw van de camping had ons gisteren gevraagd of we direct wilden betalen of morgen. Omdat we op dat moment nog niet wisten of we een of twee nachten zouden blijven, besloten we dat we dat de volgende dag zouden regelen. Dat was prima, mits we maar niet te vroeg wilden vertrekken. Op de strenge, typisch Duitse manier, werd dat ons medegedeeld. Daarmee rekening houdend stonden we om tien uur startklaar voor vertrek. We liepen naar de receptie om af te rekenen. Daar was echter niemand en de deur zat op slot. Wel zat er een bel aan de gevel met daarbij de tekst: “Als er niemand is, hier op drukken”. Dat deden we en na een kwartier nogmaals, maar geen reactie.

Toen we het telefoonnummer belden, dat er eveneens bij stond, bleek dat we ter plekke geen bereik hadden! We stonden net op het punt om de camping zonder te betalen te verlaten, om later alsnog te bellen en het verschuldigde bedrag te Swishen, toen er een auto aan kwam rijden. Daarin bleek de eigenaresse te zitten met haar vier kinderen. Ze zag ons en wilde de receptie openen, alleen bleek ze de sleutel niet mee te hebben. Dus eerst doorgereden naar huis, om even later op de quad terug te komen met de sleutel. De deur werd geopend en vervolgens werd de vier kinderen eerst de mogelijkheid geboden om een ijsje uit te zoeken. Bijzonder klantonvriendelijk. Tijdens het afrekenen liet ik ons ongenoegen duidelijk merken, maar dat werd weggelachen. Een keer maar nooit weer naar camping Risebo Gård, wat onder de gemeente Gamleby valt. Naar ons idee geen aanrader!

We besloten om verder naar de oostkust te rijden, naar het plaatsje Loftahammar. Daar zijn twee campings en op een van de twee zouden we onze tweede nacht van huis doorbrengen. Voordat we naar de camping reden, reden we eerst een lange, uiteindelijk doodlopende, weg in. Langs vele fjorden. Wát mooi, onderweg al. Echter met name op het eindpunt. Rotsen, die de zee inliepen en waar vanaf we vele eilandjes konden zien liggen en boten voorbij zagen varen. Ter plekke was ook een aanlegsteiger en in de tijd dat wij er waren legde daar een groot zeilschip aan. De bemanning daarvan sprak Duits. Die hadden al een aardige afstand afgelegd.

We genoten van het prachtige weer vanaf die rotsen en volgden de vele (water-) vogels. Het water was zo helder, dat je de visjes kon zien zwemmen. Mooi, mooi, mooi! Toen de havenmeester of beheerder van de aanlegplaats voor de vijfde keer zijn rondje reed kwam hij bij ons, om te vragen of we van plan waren daar de nacht door te brengen. Nee, dat was niet onze bedoeling Dan was het goed, want dat was daar namelijk niet toegestaan. Tegen vijf uur reden we de lange weg terug, op weg naar camping Tättö bij Loftahammar.

Ook deze camping vonden we via de app “Park4Night” en daar stonden zeer lovende woorden over de camping. De rust, de mooie plekjes aan het water en het geweldige aanbod van zeer schoon sanitair. En inderdaad: die recensies klopten! Een geweldig mooie camping, waar wij plekje nummer 95 toegewezen kregen. De camping bestond voor de helft denk ik, uit vaste seizoenplekken en van de andere helft was een groot deel bezet. Het zegt genoeg, dat de lossen plekken al goed gevuld zijn in het voorseizoen. Veel campers en een hoog “grijsgehalte”. Dus rust op de camping. Vanaf onze plek keken we op het water van de Oostzee en konden we, als we dat gewild hadden, zo het water inlopen. Tevreden plaatsten we de camper op de vlakke plek en zetten de luifel uit.

Voordat we ook maar iets deden,
pakten we ons een ijsje.
Die hadden we “wel verdiend”!

Naast ons stond een groene retro caravan, waar later een supergave groene oldtimer, een Ford, bij kwam te staan. We kwamen in gesprek met de eigenaren en ze lieten ons vol trots de auto zien. Als ook de caravan, zelfs vanbinnen. Ge-wel-dig! Ze bezochten vaak een oldtimer treffen en vertelden, dat ze na hun vakantie hier aan de oostkust, naar een treffen in Noorwegen gingen.

In het water zagen we langs de kustlijn een aantal grote zwanen zwemmen. We telden er veertien stuks. Ouders met hun kroost. Die kroost was ondertussen net zo groot als hun ouders. Wat een geweldig geluid, als ze proberen vanuit het water op te stijgen. Met een stuk of zes tegelijk. Ook als ze even verderop weer in het water gingen landen met z´n zessen gaf dat een bijzonder geluid. Hartstikke leuk om te zien en te horen.

Na het avondeten liepen we een rondje over de camping en stelden we genoegzaam vast, dat het een mooie, nette en vooral rustige camping was. Althans nu in het voorseizoen. We keken nog een poosje naar de ondergaande zon, die langzaam in de Oostzee verdween. Fantastische beelden! Uiteraard werd ook een bezoekje gebracht aan het sanitair gebouw. In een woord super! Meer dan voldoende wc´s en douches, heel schoon en in de ruimte binnenin klonk zelfs muziek. Zo kan het dus ook! Terug bij de camper pakten we beiden ons boek. Ik mijn e-reader en Heiko de papieren versie van het laatste boek van Camilla Läckberg. Totdat het ons te koud werd en we naar binnen gingen.

Na opnieuw een goede nachtrust kropen we de volgende ochtend om acht uur onder het dekbed vandaan. Het ontbijtje nuttigden we buiten, waar de zon alweer duidelijk merkbaar aanwezig was. In de loop van de dag werd regen (!) voorspeld. De eerste druppen sinds een week of zes. Dat zou fantastisch zijn! Het zag er echter absoluut nog niet naar uit, dat die voorspellingen uit zouden komen.

Alhoewel… Er waren wel een paar wolkjes te zien. Zouden die in de loop van de dag uitgroeien tot wolken met veel water?

Nog even lekker rustig wakker worden met een kopje koffie, waarna alles weer opgeruimd werd. Opruimen voor vertrek. Wij reden met de camper naar de plek op de camping waar het vuil water geloosd en de cassette van het toilet geleegd kon worden. We hadden de vuilniszak achter aan het fietsenrek gehangen, want die zat niet alleen van binnen vol met mieren, maar ook aan de buitenkant! Die wil je niet in je camper!

Ja, ze hebben zelfs een douche voor hondjes! Die kunnen de baasjes gebruiken, nadat hun trouwe viervoeter in de zee gezwommen heeft. Goed hè?

Hierna leverden we de sleutel van de stroomkast in bij de receptie en reden we het schiereiland, waarop camping Tättö zich bevindt, weer af. Een echte aanrader deze camping!

Via het plaatsje Loftahammar en Gamleby reden we terug richting Ödarp. We kozen wederom voor de binnen weggetjes en kwamen via allerlei kronkelige en heuvelachtige paadjes uiteindelijk in Österbymo uit. Daar wisten we een restaurant/ pizzeria te zitten. We wilden daar een kop koffie met een lekkere koek bestellen en op het terras nuttigen. Of we zouden een lekker ijsje nemen. Helaas bleken ze daar niets van dat alles te hebben. Slechts een kop koffie, maar niets erbij. De beste man wist niet eens waar we het over hadden toen we vroegen om “bakelse”, oftewel gebak. Een toevallig aanwezige klant verwees ons naar de Coop supermarkt aan de andere kant van de straat. Daar kochten we lekkere koeken en reden we weg uit dit dorpje.

Ergens onderweg stopten we op een zandweg, maakten we ons eigen kopje koffie en genoten we van die lekkere koeken. Uche, uche, uche… Die weg werd niet alleen door ons gebruikt (uiteraard). Als er een auto langskwam werd het droge zand flink omhoog gegooid. Toen er een tractor langs knalde waren we ontzettend blij met het windje die er waaide: precies de goeie kant op, namelijk van ons af! De lucht zag er ondertussen ietsje minder fraai uit dan vanochtend. De kleinere wolkjes waren verdwenen. Dat wel. Maar ze hadden plaatsgemaakt voor grotere wolken. Die de zon af en toe volledig deden verdwijnen…

Tegen vier uur draaiden we de oprit op van ons eindpunt “Huize Leugs” te Ödarp. Daar scheen de zon weer volop. Als eerste werd, nadat we binnen waren, Ebba bevrijd uit de kelder. Woensdagochtend hadden we haar daar om elf uur achtergelaten en vandaag om vier uur weer uit vrijgelaten. Ze had nagenoeg de hele kelderverdieping tot haar beschikking. Daarmee veel ruimte en daglicht. Ze was blij dat ze eruit mocht en had eigenlijk op dat moment even weinig tot geen aandacht voor ons. Ze wilde slechts een ding: naar buiten! Dat had ze absoluut gemist.

Eenmaal buiten was ze echter een paar tellen uit ons gezichtsveld verdwenen, waarna ze ons toch weer opzocht. Toen mochten we haar uitgebreid aaien. Op háár moment. Zoals het een kat betaamt. Dit herhaalde ze vele keren, waaruit opgemaakt kon worden, dat ze ons dus zeker wel had gemist! Een deel van de spullen werd uit de camper gehaald en daarna was het bijkomen van de afgelopen dagen. We hebben een heerlijke tijd naar, aan en vanaf de oostkust gehad!

er zijn geen afbeeldingen gevonden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.