Geen widgets gevonden in de zijbalk

Vanochtend om elf uur meldde ik mij opnieuw bij het gebouw waar de Folktandvård in Aneby is gevestigd. Deze keer niet bij de tandarts om een gaatje te laten vullen, maar bij de mondhygiëniste om het tandsteen te laten verwijderen en mijn gebit te laten reinigen. Die deed haar werk grondig, ze ging ook diep in het tandvlees en was ongeveer een uur bezig. Met voor mij als gevolg nadien een pijnlijke rug en een zere mond. Het tandvlees was erg opgezet en daarmee behoorlijk gevoelig. Oef, niet fijn! Maar ik weet best, dat het voor mijn eigen bestwil is en voor het behoud van de tanden en kiezen. Maar toch… Niet fijn niet. Thuis nam ik een paar paracetamols en daarmee kwam ik de rest van de dag wel door. Voor het eten zou ik later iets zachts bedenken. Dat werd een bordje met dikke rijst, boter, bruine suiker en kaneel: lekker!

Op zijn tweede dag na de vakantie ging Heiko opnieuw met collega Anton op pad. Deze keer werden ze in het plaatsje Gripenberg verwacht. Daar woonde een oudere mevrouw in een groot huis, met een hele grote tuin. Die laatste kon ze niet meer alleen onderhouden vertelde ze en zodoende moest het gemakkelijker in onderhoud worden. Alle bessenstruiken en aardbeienplanten moesten opgegraven en afgevoerd worden. Daarna moest de grasmat uitgevlakt worden met zwarte grond, om er vervolgens graszaad in te zaaien. Het stukje grond wat uitgevlakt moest worden, was eerder de groentetuin van haar man geweest, maar dat kon zij niet meer bewerken. Zelfs het grasmaaien ging niet meer, omdat dat stukje grond erg ongelijk was. De beide mannen van Örtengren werden hartelijk verwelkomd door de bewoonster. Ze was blij, dat er nu verandering in haar tuin kwam. De beide mannen hadden een volle aanhanger met zwarte grond meegenomen en schepten dat op het gras. Daarna werden alle struiken, stekjes en aardbeienplanten opgegraven en op de aanhanger gegooid. Ook verdwenen er een paar houten kweekbakken op de aanhanger, inclusief inhoud. Een klein stukje grond werd “schoongemaakt” en van frisse, vruchtbare grond met turfmolm en koemest voorzien. Daarin werden op verzoek van de klant tien frambozenstruikjes gepoot en twee blauwe bessenstruiken.

Toen de aanhanger vol was reden ze terug naar Tranås om alles bij de stort in te leveren en om meteen weer een aanhanger met zwarte grond mee te nemen. Een grote rode bessenstruik spaarden ze overigens. Daar had Heiko wel belang bij. Er zaten nog heel veel, zoete rode bessen aan de struik en daarvan werd tussendoor flink gesnoept. Met een behoorlijke kluit aan wortels werd de struik zolang geparkeerd. Aan het einde van de werkdag namen ze die mee naar Tranås. Voor de tweede vracht zwarte grond hadden ze onze eigen aanhanger gebruikt. Die had Heiko ´s morgens al meegenomen, omdat hij wist dat ze die dag naar deze klant zouden gaan. Daar moest namelijk eveneens een grote lading dikke keien afgevoerd worden richting de stort. Echter die konden wij eigenlijk prima gebruiken bij ons dammetje. Vandaar dat Heiko onze eigen aanhanger had meegenomen. Nadat de zwarte grond er afgeschept was, kwam de rode bessenstruik er weer op en een deel van de dikke keien. Niet alles, omdat het allemaal met elkaar te zwaar werd.

In dezelfde tuin stond ook een 25 meter lange heg. Die wilde de eigenaresse graag kwijt. De heg werd ieder jaar door iemand geknipt, maar het is een heg met stekels. Daarvan bleef altijd iets op de grond achter en als de kleinkinderen kwamen te spelen werden die erdoor geprikt. Volgens Örtengren konden ze de heg eenvoudig uitgraven. Ze begonnen met de eerste struik. Die werd kort geknipt om te kunnen zien hoe breed de basis van die eerste struik was en hoeveel wortels er aan zaten. Nou! Meer dan genoeg! Ze besloten om de heg mooi te laten zitten en Kenth te informeren, dat die klus een kleine graafmachine vereiste. Kenth sputterde nog wel tegen, maar de beide mannen hielden voet bij stuk. Het gaat tenslotte om hun lichamen! Als laatste noemde de klant, dat de grote berkenboom heel veel laaghangende takken had die tot op het grasveld kwamen. Of ze daar iets vanaf konden zagen. Toevallig hadden ze de kleine, zeer handige motorzaag mee. De mevrouw had een ladder en daarmee werd ook dit klusje meteen aangepakt. Oh wat was ze blij en dankbaar! Donderdag kunnen ze de klus daar voortzetten. Er moet nog het een en ander gesnoeid worden, de rest van de keien moeten meegenomen worden en uiteraard moeten die takken van de berkenboom afgevoerd worden. Waarschijnlijk zit daar nog wel een beetje haarhout voor ons aan…

Op 11 september aanstaande worden hier in Zweden weer verkiezingen gehouden. Al enkele wekenlang zien we overal reclameborden langs de wegen in bijvoorbeeld Aneby, Tranås en Eksjö met foto´s van kandidaten die (ver-) kiesbaar zijn. Eveneens komen vele reclamespotjes op de televisie, radio en via social media voorbij. Tot vervelens toe.

Vandaag kregen wij beiden een stembiljet (röstkort) in de brievenbus. We zijn nog gewoon Nederlander, maar als Zweeds inwoner mogen we voor deze verkiezingen wel stemmen. Heel fijn, maar bedankt hoor. In Nederland waren we niet politiek bewust en hier in Zweden al helemaal niet. We hebben helemaal niets op met de politiek. Of het nu in Den Haag is of in Stockholm. De beide stembiljetten zijn daarom al lang gebruikt om de houtkachel mee te stoken… Nee, we zullen niet klagen over de nieuwe partijen in het parlement, want dan hadden we “onze stemmen” moeten gebruiken.

Bij thuiskomst ging Heiko meteen de aanhanger leegmaken. De dikke keien kwamen direct achter ons sluisje langs de wal te liggen. Daar was namelijk zoveel water langs gelopen, waardoor er heel veel zand was weggespoeld. Om verdere verzwakking van de wal te voorkomen gooide Heiko daar de keien in het water en omhoog langs de wal. Daarna begon hij met het graven van een gat waar de rode bessenstruik in gepoot kon worden. Samen hadden we de plek bepaald: naast de zwarte bessenstruik. Het graven van een kuil viel niet mee. De grond was kurkdroog en keihard! Ook bevatte dat stukje tuin veel steentjes en een paar keien. Het lukte om de kuil te graven en het zand werd over de pas gelegde keien achter het sluisje gegooid. Op de aanhanger lag ook nog een beetje goeie grond. Dat werd aangemengd met turf en vervolgens werd het gat, met daarin de grote rode bessenstruik, weer gevuld. Een paar gieters met tien liter water werd erbij gegoten en nu maar hopen, dat de wortels het overleefd hebben en dat we volgend jaar een grote hoeveelheid rode besjes kunnen plukken.

Op 23 augustus mochten we köttbullens dag vieren. Dit gehaktballetje (het meest Zweedse gerecht – ook bekend door IKEA) is eigenlijk over de hele wereld te vinden. Niemand weet precies waar de gehaktbal oorspronkelijk vandaan kwam, maar de geschiedenis leert, dat al in de middeleeuwen gehaktballen werden geserveerd aan het hof van de Engelse Richard de II. Al rond het jaar 1000. Kookboeken uit Bagdad uit die tijd bevatten gearomatiseerde recepten voor gehaktballen. De gehaktbal zelf komt in veel eetculturen voor. Hoewel men hier in Zweden het graag als iets typisch Zweeds ziet, is het serveren met roomsaus en rode bosbessen daadwerkelijk écht typisch Zweeds. De smaak en de mix tussen rund en varkensvlees verschillen van land tot land. Men wil beweren, dat de Zweedse gehaktballetjes “de beste van allemaal” zijn. Ja, ja… De eerste keer dat de gehaktbal in Zweden in druk wordt genoemd, is in het kookboek van Kajsa Warg uit 1754. Het werd pas in het midden van de 19e eeuw door “gewone mensen” gegeten, toen de vleesmolen en de houtkachel gemeengoed werden. Vanaf dat moment maakte men de gehaktballetjes zelf. En wat aten wij? Juist!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.