Geen widgets gevonden in de zijbalk

Afgelopen maandagavond merkten we aan Ebba, dat ze geblesseerd was. Ze lag al een tijdje in haar hangmandje in de kamer, waardoor we niets in de gaten hadden. Toen ze er op enig moment uitsprong, zagen we dat ze hinkelde: ze liep op slechts drie poten! Wat is dat nu? Onze gedachten gingen meteen terug naar haar vorige blessure, ruim een jaar geleden. Destijds betrof het een achterpoot en had ze een heup uit de kom. Nu betreft het een linker voorpootje. We deden ons eigen onderzoekje, maar konden niet echt bijzonderheden ontdekken. We mochten overal heel voorzichtig aankomen, zachtjes in drukken en even een beetje aan trekken. Het leek haar niet zeer te doen. De hele poot was ook goed te bewegen. Zodoende kon er volgens ons geen sprake zijn van een breuk of een schouder uit de kom. Wat dan wel? We hadden niet de indruk, dat ze er ziek van was, want ze at en dronk goed, wilde gewoon aandacht net als anders en ze spinde als we haar aanhielden.

Ook wilde ze net als elke dag naar buiten. Dat leek ons echter geen goed idee! Ze hinkelde immers en als ze dan ergens snel voor weg zou moeten rennen, bijvoorbeeld voor een auto, zou dat een (groot) probleem kunnen zijn. We dachten, dat het een verstuiking was en hielden haar daarom binnen. Dan kan het pootje rust krijgen. Gisteravond zagen we ineens een klein wondje aan haar voetje, tussen de kussentjes. Daar was ze druk mee aan het slikken. Zeer waarschijnlijk heeft ze daar iets ” verkeerds” zitten. Een splinter, een stukje glas, een steentje… Wij konden het niet vinden. Vanochtend was het linker pootje merkbaar dikker en voelde warm aan. Een ontsteking? We besloten om de dierenarts in te schakelen en belden voor een afspraak. We kunnen er donderdagochtend terecht, om tien over tien. Tot die tijd houden we haar gezellig binnen.

Heiko zijn rugklachten houden nog steeds aan. Daarvoor had hij overigens vanochtend een afspraak staan met een “kiropraktor”, een chiropractor. Er moest nu maar eens “grof geschut” ingezet worden vond hijzelf. Heiko wil na een jaar eindelijk wel eens een keer van de rug- en heupklachten af. Hopelijk zou deze mevrouw, die overigens Johanna heet, net als ik, hem kunnen helpen. Omdat die afspraak in Tranås was en slechts twintig minuten duurde, ging ik mee. Onderweg konden we weer eens genieten van de herfst van 2022.

Waarom ik meeging? Nee, niet om met Heiko naar de chiropractor te gaan. Ik deed poging nummer drie om mijn haar korter te krijgen: ik ging naar de kapper! Voor alle zekerheid had ik mijn kapper wel al gebeld en dat bleek verstandig te zijn. Hij was terug van zijn vakantie en had besloten om vanaf deze week de openingstijden aan te passen. ´s Middags van een tot zes, dus alleen de middag knipte hij nog. Toen ik zei, dat ik dat niet wist en dat ik het graag wilde combineren met Heiko zijn afspraak, was dat echter geen enkel probleem! Op de afgesproken tijd van 10 uur zat hij dan ook al op me te wachten. Fijn geregeld: ik werd geknipt, terwijl Heiko’s rug “gebroken” werd.

Nee hoor, zo erg was het niet. De dame had een praktijk aan het einde van de Storgatan, de hoofdweg van Tranås. Heiko stapte een ruime hal, ontvangstruimte binnen. Even later haalde Johanna Heiko op. Ze was zeer vriendelijk, hoorde de klachten aan en onderzocht de verschillende wervels van de rug. Ze kon meteen voelen, dat die niet allemaal netjes op een rij lagen en ook merkte ze, dat de spieren rondom dat gedeelte van de rug enorm stijf waren. Nadat ze de wervels weer netter in model had gelegd, kreeg Heiko een aantal rek- en strekoefeningen mee. Die moet hij drie keer daags doen. De rugspieren moesten eerst opgerekt worden, zodat de spanning eraf gaat en zij haar behandeling kan voortzetten. Volgende week woensdag kan hij daar weer heen voor een tweede en waarschijnlijk laatste behandeling. We zullen het meemaken…

Omdat we beide nog wel een beetje energie over hadden, kozen we ervoor, om niet de vertrouwde weg naar huis te nemen. Het eerste gedeelte van de weg was wel gelijk aan anders, maar toen werd de afslag bij Boda genomen. Dat leidde ons naar het Säbysjön, het meer van Säby. Wat hadden we goed gedaan aan die beslissing, want tjonge jonge, wat was de omgeving daar (ook) mooi! We hadden het geluk, dat het zonnetje scheen, waardoor de omgeving er met al die herfsttinten bijna sprookjesachtig uit zag.

Er waren niet alleen maar bomen en struiken te zien op deze schitterende route. Nee, we kregen waar voor ons geld: we zagen nog een kudde geiten en koeien! Die schenen ook allemaal te genieten van deze mooie herfstdag! Na ongeveer zes kilometer schatten wij, kwamen we in Ryggestorp uit, op de weg tussen Bordsjö en Tranås, onze weg. Even later kwamen we nog bij “mijn berg” langs. Dit stukje natuur vind ik persoonlijk wel zo ontzettend mooi en bij elk jaargetijde. Die grote heuvel is een gigantische rots, die inmiddels goed is ingepakt door naald- en loofbomen. Ik denk, dat wanneer we een jaar of zes, zeven verder zijn, de rots volledig is verdwenen. Daarom geniet ik er nu zoveel mogelijk van. Is het niet fantastisch?

Terwijl we gisteren de schuifdeur aan het verven waren, hoorden we, op niet al te grote afstand, een zware machine aan het werk. We hadden het vermoeden, dat de grote stapels met takken werden versnipperd. De vele, enorme hoge stapels die achterbleven, nadat de duizenden bomen van de eigenaar van Bordsjö vorig jaar werden gerooid. Het begin van het kappen was rond 4 oktober 2021. Uiteraard wilden we met eigen ogen wel eventjes zien wat er nu exact gaande was. Het gebeurde uiteindelijk op slechts 500 meter van ons huis. Onderweg zagen we de stofwolken al over de weg komen. De takken hadden er nog geen jaar geleden, maar waren schijnbaar behoorlijk droog. We zagen, dat er een zware versnipperaar stond, die met een grijper een flinke bos takken pakte en in de versnipperaar duwde.

Op hetzelfde moment kwamen er snippers uit een pijp, die aan de andere kant zat. De snippers werden direct in een klaarstaande vrachtwagen geblazen. Die had een grote bak achter de auto en eveneens een grote aanhanger er nog eens achter, die beiden bijna vol waren. Een klein stukje verderop stond alweer een volgende vrachtwagen met aanhanger klaar. Ik keek een tijdje naar het proces, nam een paar foto’s en wenste de mannen daarna in gedachten nog veel sterkte. Het ging best snel, maar als je de enorme hoge stapels ziet die nog moesten gebeuren, krijg je spontaan medelijden met ze. Toch is morgen aan het einde van de dag alles waarschijnlijk weg.

Meteen toen we thuis waren, na ons tripje naar Tranås, wilde Heiko de houtkachel weer opstoken. Dat doen we beiden wel eens, maar nu zag ik dat Heiko het vak waar het hout in komt, wel heel erg vol gooide! “Jeetje, doe jij er zoveel hout tegelijkertijd in?” Yep! Ook kwam er een, naar mijn idee, onmogelijk groot stuk in. Oh, oh… Dat stuk wilde niet gekloofd worden, zei Heiko, dus nam hij het maar in zijn geheel mee naar binnen. “Ach, als het vuurtje maar groot genoeg is, brandt alles op!” Het hout was later op de dag inderdaad volledig verdwenen. Wat kunnen we overigens goed het verschil in hout vernemen. Waar we nu mee stoken, dennenhout en berken, blijft na verbranding helemaal niets van over. Dat was met het vorige hout wel anders. Dit is veel fijner. Nu blijft de ketel ook mooi schoon na elke stookbeurt.

Na de middag gingen we beiden naar buiten. Een “beetje hier” en een “beetje daar” waren we bezig. Niets bijzonders. Ik had vanuit de keuken een paar stekjes van de grote hangplanten, de graslelies meegenomen en wilde die bij de oppottafel in kleine potjes poten. Ik had een stuk of twaalf stekken en die zette ik per twee, soms eentje, in een potje. Die kunnen weer zelfstandig verder groeien. Later zette ik ze voor het raam op de achterste overloop op de bovenste verdieping. De eerste kleintjes van de graslelies deden het daar ontzettend goed, waarmee ik hoop, dat deze dezelfde weg zullen bewandelen.

Opeens zag ik Heiko aan komen lopen met een lange, dunne stam van een boom. Het bleek, na meting, een acht meter lange stam te zijn van een spar. Uit ons eigen bosje! Die had hij een paar dagen eerder, tijdens de motorzaag-dag, al gerooid en van alle zijtakken ontdaan. De lange stam had hij toen gespaard en langs de weg in de berm gelegd. Vervolgens vergeten… “Waarvoor heb je die gespaard, Heiko?” Zijn antwoord? “Hij zag er wel een toepassing voor. Straks willen we weer een beetje kerstverlichting buiten hebben. We hebben twee jaar geleden een grote “kerstboom” van lampjes gekocht en die deden we in de december maand altijd in de vlaggenmast. Maar ja, de vlaggenmast is in januari gesneuveld, tijdens de storm. Deze lange stam kan wellicht die functie overnemen.” Heiko legde de stam achter het huis op bokjes en zaagde de korte stompjes van de stam. Daarmee werd de stam iets veiliger om vast te pakken. Binnenkort zal die “gepoot” worden mét de verlichting er alvast aan. Dan staat dat klaar voor de echte donkere maanden. Zolang duurt dat overigens niet meer. Op 27 november, na de eerste advent, over ruim 6 weken, kan het sowieso al branden.

Toen ik de brievenbus vanmiddag leeg haalde, vond ik er een brief van Skatteverket, de Zweedse belastingdienst. Daarin stond een code, die ik nodig zou hebben om me te kunnen identificeren met de nieuwe ID-kaart. Hmmm… Wat vreemd. Zo’n code hadden we eerder niet. Heiko zocht het op via het internet en las, dat die code alleen nodig is, als je je online wilt identificeren met de ID-kaart en dan ook nog alleen bij Skatteverket. Dat kon niet met onze oude kaarten. Hij las verder, dat de nieuwe kaart met die optie, al in september 2017 was ingevoerd. Wij hadden onze kaarten in juli van dat jaar gekregen. Aha, vandaar dat wij dit niet wisten! Gisteren had Heiko al een sms-berichtje gekregen, dat zijn nieuwe ID-kaart klaar lag, bij het kantoor van Skatteverket in Jönköping. Met dit bericht over mijn ID- kaart moet die er van mij ook toch al liggen? We besloten, om de gok te nemen en morgen die kant op te gaan om ze te halen.

We moeten nog even iets rechtzetten: 6 oktober jongstleden hadden we een wandeling gemaakt, waarbij we (in onze ogen) een bijzondere rups op de grond zagen liggen. Wij dachten aan een Grote beer, omdat die de meeste kenmerken van “onze rups” had. Mis! Marijke O. is biologe en reageerde al eens vaker op onze blog. Dit keer ook op dit bericht. Het is namelijk die andere rups: het is een veelvraat! Daarvan kunnen we zeggen, dat “deze rups actief is tot in september en overwintert in volgroeid stadium op de grond, soms verscholen tussen mos of dode bladeren. Hij komt na de winter slechts korte tijd tevoorschijn, om te zonnen in de voorjaarszon en verpopt zich in april, (zonder verder nog voedsel op te nemen) in een langwerpige sigaarvormige cocon vlak bij de grond.” De veelvraat is te vinden in heiden, vochtige graslanden, open bossen en duinen. Bedankt, Marijke!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.