Geen widgets gevonden in de zijbalk

Voor vanochtend had Heiko onze vrienden Marco en Viviën een mooie wandeling beloofd: over de Seloberg. Hij had afgesproken om hen om tien uur te treffen bij het vakantiehuisje Slogebo. Daarvandaan was het in een rustig tempo ongeveer twintig minten rijden. In de stoere landrover van onze vrienden reden ze samen die kant op. Ik wist waar ze naar toe gingen en de mooie herinneringen kwamen weer bij mij boven. De Seloberg ligt in het plaatsje Sund aan wegnummer 131 tussen Tranås en Österbymo. Ze namen de afslag bij het witte kerkje en vervolgden de asfaltweg, die na het passeren van het meertje overging in een zandpad. Het zandpad, dat een “doorgaande weg” is richting Kisa! Uiteraard zijn er ook “echte wegen”, dat wil zeggen asfaltwegen, die naar Kisa leiden. Dit is echter een oude, binnendoor-weg die dwars door het bos gaat. Nadat even later de eerste afslag rechts was genomen konden ze een paar honderd meter verder op de parkeerplaats de auto stallen.

Bij dit toeristisch punt is zeker plaats voor vier auto´s! Marco noemde al, dat je absoluut een lokale “gids” moet hebben, omdat je dit soort plekjes anders nooit zult vinden. Vandaar ook even mijn uitgebreide routebeschrijving. De “Drie Musketiers” liepen over een bospaadje naar de feitelijk start van de route. Heiko legde uit, dat ook dit vroeger gedeeltelijk een steengroeve is geweest. Het stukje natuur waar ze doorheen zouden lopen is echter een oerbos. Een heel oud stuk natuur, waar niets aan wordt gedaan. Behalve dat het pad en de route wordt onderhouden. Waarschijnlijk door vrijwilligers. Via paaltjes met oranje koppen en oranje ringen om bomen (en soms een oranje stip op een steen) wordt voor iedereen die daar wil wandelen, de route zeer duidelijk aangegeven. Je loopt over een hele grote rots, die volledig is begroeid met mos. Vele soorten mossen. Onderweg staan ook informatiebordjes over die verschillende soorten mossen. Erg leerzaam!

Voor kinderen is de route “spannend” gemaakt, doordat er her en der bordjes langs de route staan met een afbeelding van een heuse rover. Dat moet Selo namelijk voorstellen. Selo was een dief, die rond het jaar 1800 sieraden en andere waardevolle spullen stal en verborg in een grot in dát gebied. Dat werd bij toeval ontdekt en de berg kreeg daarna de naam Seloberg. Hier en daar was het pad een beetje nat en glibberig en was het oppassen geblazen! Naast grote vlakken met wit rendiermos lagen er ook heel veel grote keien waar groen mos op groeide. De grote stenen zijn daar waarschijnlijk in de ijstijd terechtgekomen en sindsdien blijven liggen. Na vele jaren zijn ze nu erg mooi bemost. Op bepaalde plaatsen lagen de dikke stenen op elkaar, waardoor feitelijk “hunebedden” waren gevormd. De, uit de provincie Drenthe afkomstige, Marco en Viviën voelden zich er dan ook meteen thuis!

Op hun route kwamen ze ook hindernissen tegen in de vorm van omgewaaide bomen! Die lagen over het pad. Geen bomen die onlangs waren omgewaaid, echter er al langere tijd lagen. Alle naalden waren inmiddels verdwenen en de zijtakken konden eenvoudig afgebroken worden. Dat duidt erop, dat men vindt dat dit bij het oerbos hoort. Het was op die plekken wel af en toe even improviseren: “Gaan we er overheen, onderdoor of ómheen?” Het lukte ze gelukkig altijd om het pad te vervolgen. Op ongeveer driekwart van de route ging het pad redelijk stijl omhoog en moesten ze tussen twee gigantische rotsenblokken door. Een heel bijzonder moment!

Even later volgde de beloning voor alle inspanningen. Een prachtig uitzicht vanaf de rots, waar de vrijwilligers zelfs een tweetal picknickbankjes hebben neergezet. Om ervoor te zorgen, dat er niemand van de rots af zou vallen en zeker iets van zes meter zou kunnen vallen, lag er een touw op de rots. Dat touw zat aan de uiteinden vast aan een dode, dorre boom en daartussenin aan twee “steunders” die het touw omhoog moesten houden. Alleen waaiden die steunders steeds om, waardoor het touw slechts een lijntje op de grond was… Het bood mensen geen enkele bescherming tegen het vallen, maar men was op deze manier wellicht juist meer waarschuwend. Nu zou niemand er tegenaan leunen in de verwachting dat het bescherming zou bieden. Na het uitzicht liepen ze weer bergafwaarts richting de daadwerkelijke grot van Selo. Viviën inspecteerde de grot binnenin, om zich ervan te overtuigen dat alle waardevolle spullen weg waren. Alles was inderdaad verdwenen, waarna ze het pad richting de auto maar weer vervolgden.

Daarbij passeerden ze de plek waar vroeger molenstenen werden gemaakt. Ook daar stond een bordje bij met een afbeelding van twee mannen, die met een hamer en een beitel een molensteen maakten. Op twee plekken zag je nog twee oude, halve ronde stukken steen liggen. Die waren waarschijnlijk op het laatste moment doormidden gegaan, waarna er begonnen moest worden met een ander stuk rots. Onvoorstelbaar dat het vroeger op die manier ging… Op ongeveer 25 meter voor de parkeerplaats werden de drie “avonturiers”, vanwege de vele hindernissen die overwonnen moesten worden, overvallen door een serieuze winterse bui. Met hagelstenen! De wandeling werd ondanks dat (of misschien juist daardoor) als geweldig ervaren! Opnieuw hadden ze een prachtig stukje Zweedse natuur gezien. Gelukkig raken ze er maar niet op uitgekeken. Terwijl ze nog twee weken vakantie in Zweden te gaan hebben, worden er al nieuwe plannen gesmeed voor hun volgende bezoek aan Zweden. “Hoezo Zweden is verslavend?”

Gisteren hadden we afgesproken, dat we na de wandeling bij ons in de tuin zouden gaan grillen. Gezellig een paar worstjes boven een vuurtje houden. Alles hadden we ´s morgens al klaargezet: de zomerstoelen waren uit het trollenhuisje gehaald en schoongemaakt en zelfs de stoelkussens kwamen uit hun winterslaap. Kranten en hout en ook aanmaakvloeistof en een aansteker lagen klaar en tenslotte twee gieters met water. Het mocht echter niet zo zijn! Niet alleen zij hadden een hagelbui gehad: ik hier ook. Op het moment dat ze met z´n drieën terugreden naar Ödarp, gaf Heiko mij een seintje. Als er in Ödarp net zoveel hagelstenen vielen als daar op dat moment, konden we het grillen wel vergeten.

Nou, dat was dus het geval. Na de hagel volgde natte sneeuw en waren het absoluut geen goede weersomstandigheden voor het grillen. We veranderden het plan in een broodmaaltijd in de keuken. Ik dekte in allerijl de tafel voor vier personen en zette een pot koffie. Om toch een beetje het idee en de smaak van het grillen te krijgen, braadde ik een paar worstjes in de koekenpan. Daar werd gelukkig goed van gesmuld. Dat grillen houden ze te goed.

Na het eten verdwenen Heiko en Marco naar de tuin: er ging gekloofd worden! Vorig jaar had Marco al beloofd, dat hij Heiko wilde helpen met kloven. Toen werden er in plaats daarvan een paar bomen omgezaagd en opgehaald. Nu lag er ongeveer 15 kuub hout aan houtblokken te wachten om gekloofd te worden. Marco had zijn eigen bijl meegenomen uit Nederland. Die lag hem goed in de hand. Niet te zwaar, niet te dik, maar wel voldoende breed om te kunnen kloven. Terwijl Heiko nog met het aanleggen van de stroom voor de klover bezig was, sloeg Marco er al lustig op los. De blokken hout waren van een grote sparrenboom en lagen daar nu ongeveer 4 tot 5 maanden te drogen. Het was taai hout en er moest hard gewerkt worden door Marco.

Heiko legde zijn blokken op het plateautje en kneep vervolgens in de handvaten van de klover, waardoor de bijl langzaam omlaag kwam en het hout doormidden spietste. Dat er bij Marco na een tijdje zweetdruppeltjes op het voorhoofd verschenen was uiteraard geen wonder. Heiko daarentegen vond het best frisjes, zo grapte hij… Samen kloofden ze ongeveer 1,5 uur en het resultaat was dat er 3 kuub weggewerkt was. Een mooie actie, waarbij Heiko moest toegeven dat het kloven met een bijl veel “echter” is. Veel stoerder, veel mannelijker. Tegelijkertijd gaf Marco toe dat wanneer je ieder jaar 50 kuub moet kloven, een klover de betere manier is.

Ik was binnengebleven bij Viviën en wij babbelden er lustig op los. Zij had haar knutselwerk meegenomen: het in elkaar zetten van, voor mij, véél te kleine tafereeltjes. Nu was ze bezig met een kantoortje. Thuis heeft ze een “huis” voor de diverse kamers en zo. Daar maakte ze dus dit kantoortje voor. Er zit al een slaapkamer en badkamer in en als ik me niet vergis ook al een keuken. Ze heeft voor mij voor het volgend jaar (!) al een nieuw projectje uitgezocht! Overigens is niet alleen het in elkaar zetten fijn werk. Wat te denken van het uitknippen en plakken, behangen en gordijnen maken! Vermakelijk om te zien!

Toen ik de beide mannen na anderhalf uur riep voor de koffie, waren ze vrij snel binnen! Ik weet dat het woordje “koffie” voor Marco werkt als een rode lap voor een stier. Ook tijdens de koffie was het weer gemoedelijk. Ze vertelden onder andere, dat ze bijna elke avond de elanden hadden gezien op een weilandje vlak bij hun vakantiehuisje. Telkens tegen half acht. Trouwens, de teller staat bij hen na vier dagen al op 15 elanden! Wij besloten om daar deze avond ook eens naar toe te rijden. Ik wilde die dieren ook wel weer een keer met eigen ogen zien. En als je kans hebt om er daar zelfs zes tegelijkertijd te zien, wil ik dat natuurlijk absoluut niet missen. Zij vertrokken na de koffie naar hun vakantiehuisje Slogebo, om gezamenlijk met hun vrienden en medebewoners van het huisje te gaan eten. Ik nam nog even plaats achter de laptop en Heiko ging nog een half uurtje naar buiten, om het hout dat Marco had gekloofd te gaan stapelen. Misschien dat er nog meer regen, sneeuw of hagel zou vallen en het hout daarmee nat zou worden. Om die reden wilde Heiko het graag onderdak hebben liggen.

Tegen zeven uur reden wij uit Ödarp, om naar het weilandje te rijden, waar Marco en Viviën de eerste avond van hun verblijf zes elanden hadden gezien. De dag erna zagen ze daar twee en de dag daarna weer opnieuw twee! Wij zagen de zon langzaam ondergaan en hoopten dat de elanden vanuit het bos tevoorschijn zouden komen. Hoe we ze ook uit het bos probeerden te kijken: ze kwamen niet! De wind was naar ons toe, waarmee ze ons niet konden ruiken of horen. Onze jassen waren donkerblauw en daarmee niet opvallend. Een half uur hebben we daar naar een leeg weiland staan te kijken en hebben we ons laten verkleumen. Jammer… Het weiland was en bleef leeg. Er verscheen niet één eland! We besloten om met de auto nog een klein stukje het naastgelegen bos in te rijden, in de hoop er dan misschien een paar tegen te komen. Nee! Niks! Nakkes! Nada!

Toch wel een beetje teleurgesteld reden we de route terug naar Ödarp. We reden heel rustig, rekening houdend met het feit, dat er te allen tijde reeën of elanden over konden steken zo tegen de schemering. Tussen Slogebo en de boerderij waar de Ostkaka wordt gemaakt in Brostorp, trapte Heiko ineens op de rem. Hij dacht dat er links van hem een eland stond, maar was niet helemaal zeker. Het zou evenzogoed een dode boomstam kunnen zijn. Tussen berkenbomen door en op een redelijke afstand van ons. Het was moeilijk te zien. Ik pakte de camera en zoomde in. Warempel! Het was daadwerkelijk een eland! Hij keek ons strak (en behoorlijk onnozel) aan. Alsof het een standbeeld was. Zo stil stond hij daar naar ons te kijken!

Omdat de berkenbomen ons zicht belemmerden reden we een stukje achteruit om te zien of we een beter beeld konden krijgen. Plotseling riep ik: “Hé! Daar staat volgens mij nóg een!” Opnieuw inzoomen met de camera en ja hoor: daar stond nummer twee! Toen we met onze ogen de berkenbomen afzochten om die eerste eland terug te vinden stond tussen deze twee elanden zelfs nog een derde. Drie elanden op een rijtje, die allemaal stokstijf stil stonden en naar ons aan het kijken waren en wij naar hen. En zo zagen we toch nog drie elanden vanavond. Het was even zoeken en een scherpe foto maken zat er niet in, maar ze stonden er wel degelijk! “En nu naar huis!”

Met een fijn gevoel reden we door naar huis. Nog geen vijf minuten later werden we verrast door drie reeën, die heel relaxed gras aan het eten waren in een stukje ongerepte natuur. Meteen naast de weg. Ook mooi hoor! Die werden uiteraard ook nog even gefotografeerd. “En nu naar huis!” Of toch niet… In de laatste bocht naar ons huis moesten we opnieuw stoppen…

Op het weiland links zag Heiko in het uiterste hoekje, tegen de bosrand aan, namelijk nog een eland staan! Ik stapte uit en zoomde in met de camera. Deze eland stond helemaal vrij in het weiland. Geen bomen of struiken in de weg, zodat deze mooi gefotografeerd kon worden. Alleen de invallende schemering gooide een beetje roet in het eten, waardoor het voor de fotocamera iets lastiger werd om scherpe beelden te nemen. Toch ben ik tevreden met het resultaat. Vier elanden gezien vanavond, waarvan de laatste heel duidelijk! Mooi, daar doen we het voor. “En nu naar huis!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.