Geen widgets gevonden in de zijbalk

Meer en meer neem ik Ebba in mijn armen. Dat vond ze in het begin helemaal niet leuk, maar langzamerhand begint ze er toch aan te wennen. Elke keer een paar seconden langer, in de hoop, dat het “later” een paar minuten zullen worden. Ook vanochtend was weer zo´n een “leer-momentje”. Meteen keek ze naar de overkant van het vijvertje en bleef strak naar een punt staren. Warempel! Ze zag een ree staan eten. En ik zag even later ook nummer twee! Door de schutkleuren zijn ze echter niet heel duidelijk te herkennen. Door Ebba en doordat ze bewogen kreeg ik ze in de gaten, anders hadden we niets gemerkt.

Vorig jaar was ze twee weken eerder: mevrouw Brilduiker! Het vrouwtje van deze eend soort nam een duik in het vijvertje, waarna ze een poosje in het watertje bleef dobberen! Wat gezellig! We hebben haar al meerdere jaren zo af en toe in de vijver gezien en daarom weten we dat het om de brilduiker gaat, ook wel brileend genoemd trouwens. Het mannetje geeft zijn soort de naam: die heeft een witte plek onder de gele ogen, die aan een bril doet denken. Brilduikers zoeken hun voedsel vooral onder water, wat de naam ook al wel een beetje suggereert. Ze eten hoofdzakelijk insecten en weekdieren. In de broedtijd is het hoofdbestanddeel insecten en larven. Het broedgebied van deze eenden ligt in de naaldhoutgebieden van de Scandinavische landen. Zou ze hier in de buurt een nest hebben? Binnenkort, heel binnenkort maar even op zoek!

Nadat ik het wasgoed buiten had opgehangen ging ik even kijken bij de honderden baby’s van de bruine kikkers. Waar ik bang voor was, was inderdaad al gebeurd. Door de droogte en de warmte die de zon al heeft is het waterpeil van de vijver iets gedaald. Niet veel, maar net genoeg om een hele klomp kikkerdril nagenoeg op het droge te laten liggen. De bovenste laag leek al een beetje te zijn uitgedroogd. Snel pakte ik een spitvork, waarmee ik de eitjes heel voorzichtig weer meer naar het midden van de vijver liet glijden. Hopelijk zijn ze, ondanks dat ze een poosje niet onder water hebben gelegen, niet doodgegaan.

Het laatste verfklusje van deze week was het verven van de achterkant van het trollenhuisje. Doordat Heiko daar de tijdelijke houtstek had verwijderd, kwam een beschadigde en lelijke wand tevoorschijn. We krijgen vanaf zondag een paar dagen bezoek en die zetten daar in de buurt hun tent op. Nee! Dan wil je ze toch niet tegen die wand laten kijken? Het verven van deze dikke balken was een fluitje van een cent. De “tomatenpuree” was in een mum van tijd uitgesmeerd en met het gewenste resultaat.

“Wat huppelt daar over het land?” Het was geen roodborstje. De waargenomen vogel was groter en had een wit gevlekte borst in plaats van rood. Ah! Het is een kramsvogel! Die zien we hier met grote regelmaat, wanneer de lijsterbessen “gaar” zijn. In deze tijd zijn ze er niet zo vaak. Over het ontstaan van de naam “kramsvogel” bestaan overigens in ieder geval twee theorieën. In het Oud Duits betekent Kranawitu jeneverbes, een van de favoriete happen van de kramsvogel. Dat leidde tot “krantewitevogel”, waarna kran door kram werd vervangen en de kramsvogel zijn huidige naam begon te krijgen. Anderzijds is het eveneens aannemelijk, dat de naam afkomstig is van het Duits voor lijsterbes: “Krammetsbeere”, een andere lievelingsmaaltijd van kramsvogels. Dat van de lijsterbessen was ons inmiddels wel bekend, maar dat ze hun naam daaraan hebben ontleend was nieuw!

In Tranås stond Heiko vanochtend voor een gesloten hek. Op de nieuwe locatie van Örtengren is het hekwerk nu gereed en twee grote poorten geven toegang tot het terrein. Heiko was vroeg en Kenth was vandaag laat. Even wachten dan maar. Op het binnenterrein heeft Kenth zijn gekoelde vrachtauto nu geparkeerd. Met die auto haalt hij aardbeien en frambozen op en is voorzien van reclame. Duidelijk toch dat Örtengren daar nu is gevestigd? Het was de bedoeling, dat Heiko en Anton vandaag bomen gingen snoeien. Een eindje buiten het dorp. Op de aanhanger namen ze drie trappen van verschillende lengte mee, want het zou namelijk om een aantal grote bomen gaan.

Op ongeveer een half uur rijden richting het oosten namen ze de afslag van de asfaltweg 132 naar een zandpad en even later arriveerden ze bij een gård. Een drietal huizen en een groot aantal schuren duidde op een grote melkveehouderij. Naast de huizen stonden negen fruitbomen. Sterk verwaarloosde fruitbomen. De vrouw des huizes kwam naar buiten en wees een vijftal bomen aan, die ze graag gesnoeid wilden hebben. Die andere vier hoefden nu niet. Misschien volgend jaar. De heren begonnen met de grootste, een appelboom, die volgens de klant enorm veel en lekkere appels gaf. Haar man had al eens geprobeerd om die boom te snoeien, maar had even later toegegeven, dat het niet zijn ding was. Ieder zijn vak! Heiko en Anton pakten beiden een ladder en begonnen te knippen en te zagen. Er werd heel veel weggezaagd, omdat de boom erg wild was geworden.

Overigens vroegen ze zich af hoe deze klant bij Örtengren terecht was gekomen, maar dat is zeer waarschijnlijk via de buren gegaan. Daar waren ze eerder dit jaar en vorig jaar geweest om een groot aantal fruitbomen te snoeien. Mooie, positieve reclame! En zo groeit het aantal te snoeien bomen jaarlijks. Inmiddels staan er ongeveer 750 bomen op het Excel lijstje. De klant kwam een paar keer langs om te kijken en gaf daarbij aan, dat ze zeer tevreden was over hetgeen ze zag. Zienderogen werd de boom opener en kwamen er steeds meer takken op de grond te liggen. Het was bij vlagen overigens prachtig weer om buiten te werken. Zonnetje erbij… Helaas was het wel erg wisselend, want dan kwam ineens een frisse wind overwaaien wat het weer koud maakte. De gård staat op een heuvel en het is nu eenmaal zo dat hoge bomen, of hoog gebouwde huizen, veel wind vangen. Het adres is Linnekulle en een kulle is Zweeds voor een heuvel. Een voordeel van een huis dat hoog staat is natuurlijk wel, dat je een fantastisch uitzicht hebt.

Tegen de klok van half drie uur waren ze klaar. De klant had ze iets verteld over het boerenbedrijf dat ze runden en nodigde ze uit om een kijkje te nemen in de schuur waar de koeien staan en waar ze gemolken werden via een melkrobot. Ook vertelde ze, dat ze de koeien zaterdag zouden “loslaten” in het weiland. Kosläpp (koeien loslaten) heet dat hier. Dat vertelde Heiko mij later en heel misschien gaan we daar zaterdag even kijken. Ik wil die gekke bokkesprongen van de dames wel eens weer in levenden lijve zien. Om drie uur waren Heiko en Anton terug in Tranås en stelde Kenth voor, om nog een klein klusje op te pakken. Daar hadden ze echter niet veel oren naar. Heiko was tijdens het knippen verkouden geworden door de frisse wind en had de neus en het hoofd dicht zitten. Waterige oogjes en een loopneus was het gevolg later op de avond. Gelukkig werkt hij morgen niet en kan hij even bijkomen.

Jammer, dat op het moment dat ik bij de “keuken-border” liep het zonnetje net niet scheen. Dan waren de kleuren vast en zeker beter uitgekomen. Want kleuren komen er meer en meer! Het wit van de bosanemoontjes, het rood van de pioenrozen, het groen van onder andere de papaver, sedum en boerengeranium. Vanmiddag ontdekte ik diverse kleuren van de knoppen in de vele tulpen! Tijdens het zien van de foto´s viel me helaas ook op, dat er alweer de nodige, vervelende zevenblad zichtbaar wordt…

2 gedachten over “Tulpenknoppen in zicht!”
  1. Ik zie dat jullie last hebben van zevenblad. Heel vervelend, maar dit on-kruid kan je ook eten. Wist je dat?
    Google even. Ik ben me nu ook wat meer aan het inlezen over on-kruid.
    Ken je ook “de kruidenheksen”? Kijk even bij you tube. De dames hebben heel veel interessante filmpjes gemaakt.
    Succes!

    1. Van zevenblad wist ik. Alleen denk ik niet dat ik het snel zou eten. Misschien “bang” voor het onbekende?
      Ga binnenkort even kijken bij de heksen. Lijkt me interessant! Bedankt, Wilma!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.