Geen widgets gevonden in de zijbalk

“Een eerste indruk maak je maar een keer”. Zou dat ook betrekking hebben op een huis binnenkomen? Als je de deuren aan de achterkant van ons huis zag was dat nou niet meteen een goede indruk. Vier jaar geleden waren ze allemaal zwart gemaakt, nadat ze diverse kleuren hadden. De ruimte onder de keukentrap kreeg een jaar later een oude buitendeur van de keuken en die kon ook wel weer opgefrist worden. Een zware klus was het niet, want er hoefde alleen maar een beetje geschuurd te worden. Daarna even een natte doek erover en een uurtje later waren de deuren weer zwart!

Dat de waslijnpalen eveneens wel een beetje verf konden gebruiken is eigenlijk een zogenaamd understatement. Duidelijk toch? Daarom pakte ik de roestborstel en haalde eigenlijk daarmee alle loszittende verf al weg. Eventjes licht geschuurd en afgenomen en het verven kon beginnen. Twee nieuwe lagen verf kreeg het hout. Volgens mij kunnen ze er zo weer een paar jaartjes tegenaan. Nu is het weer vele malen leuker, om de was op te hangen!

Heiko was weer in Tranås aan het werk gegaan. Hij had gisteren nog even contact gehad met zijn baas en die had gezegd dat hij verder kon gaan met “zijn project”. Om iets na zeven uur meldde hij zich bij die klant. Die was erg blij dat Heiko er weer was, omdat het werk een week stil had gelegen. Het laatste wat ze gedaan hadden was gaten graven voor kant en klare poeren. De klant had inmiddels gezorgd, dat de poeren er waren en die kon Heiko vandaag in de gaten zetten. Hmmm… Ze hadden de gaten 40 centimeter diep gegraven, maar nu bleek dat de poeren 50 centimeter hoog waren! Elk gat, het waren er 18, moest zodoende nog ietsjes dieper gegraven worden.

Toen de poeren eenmaal geplaatst waren en rondom waren aangevuld met fijn grus, zette Heiko ze een voor een waterpas ten opzichte van elkaar. Daarna werden de ijzeren pennen erin gedraaid en op de juiste hoogte gesteld. Over de poeren werd vervolgens een antiworteldoek gelegd en rond de betonnen poeren op maat gesneden. Tenslotte konden de balken gelegd worden. De vijf balken lagen allemaal op ongeveer een meter afstand van elkaar. Het was Heiko gelukt, om de totale hoogte van de poer, de balk en de planken die er straks op komen, onder het kelderraampje te houden. Daar was de klant erg blij mee. De klus nam de hele dag in beslag, maar het was een lekker werkdagje voor hem. Hij werkte de hele dag in de zon en uit de wind! Morgen gaat hij er weer naar toe, om te gaan werken aan de schutting.

Dat ons dametje lenig is wisten we inmiddels. Ze kan enorme sprinten trekken, loopt over dunne plankjes, klimt in bomen: gelukkig zit niets haar gezondheid in de weg. Zoals ze vanmiddag op het muurtje stond was wel even vreemd. Het kostte mij twee keer goed kijken, om erachter te komen hoe ze zich nou eigenlijk staande hield. Daarvoor kon ik rustig de tijd nemen, want ze had iets in de gaten. Op het land van de buurman. Het was zó interessant, dat ze mij niet eens in de gaten had. Ik zag, dat ze in feite met haar teentjes op de rand van de stenen stond. Zou het niet eenvoudiger geweest zijn, wanneer ze op de rand was gaan staan?

De kikkerdril van de bruine kikkers liggen nog mooi rustig in onze vijver. Een deel ligt wel een beetje dicht bij de wal, waardoor de bovenkant droog wordt. Even in de gaten houden. Trekt het water zich verder terug, dan zullen we de kikkerdril weer in het water leggen. Terwijl ik over de kikkers nadacht, bedacht ik mij, dat ik niet wist hoe de kikkers overwinteren. Het schijnt, dat de groene kikker meestal kiest voor de bodem van plassen en vijvers. De bruine kikker overwintert echter, zowel op het land, als in het water. Op het land tussen bladeren, onder boomstammen en onder stenen. In het water op de bodem van plassen en vijvers. In het water overwinterende kikkers schakelen over op huidademhaling. Veel zuurstof hebben ze niet nodig, omdat de stofwisseling in het lichaam op een zeer laag pitje staat. Het hart klopt hierbij heel langzaam en het bloed stroomt heel traag door het lichaam. Beweging kost energie, dus bewegen doen ze nauwelijks.

Op 1 juli aanstaande worden de zogenaamde noodzones van de Zweedse kerncentrale geactualiseerd. Dit als gevolg van een besluit van de regering. Concreet betekent dit, dat duizenden extra Zweedse huishoudens worden opgenomen in zones, waar de paraatheid voor een nucleair ongeval moet worden vergroot. In de maand mei ontvangt iedereen, die binnen een straal van 25 kilometer van de kerncentrales Forsmark, Ringhals en Oskarshamn woont, een kaart met jodiumtabletten. Eveneens een informatiebrief. Op termijn komen er ook radio-ontvangers, die kunnen waarschuwen bij een ongeval. Bij een nucleair ongeval moeten jodiumtabletten worden ingenomen, om de stralingsdosis te verminderen. Voorheen werden alleen huishoudens binnen de interne rampenparaatheidszone opgenomen in de uitzending van de autoriteiten, maar na een onderzoek is er ook een externe rampenparaatheidszone en planningszone gecreëerd.

Deze (beetje onduidelijke) kaart laat zien hoe de noodzones van de Zweedse kerncentrale eruitzien. Het groene gedeelte is de nieuwe zone, het gele gedeelte is de buitenste noodzone en rood is de binnenste noodzone. In de provincie Kalmar schat men, dat 22.000 huishoudens onder de interne en externe paraatheidszone vallen. Voorheen werden iets meer dan 2.000 huishoudens in de zogenaamde binnenzone opgenomen. In Forsmark in Uppland schat men, dat 19.000 huishoudens zich binnen de limiet van 25 kilometer bevinden. In Halland rond Ringhals worden iets meer dan 70.000 huishoudens getroffen door de externe en interne paraatheidszone voor noodsituaties. Volgens ons vallen we net buiten het risicogebied van de rechter kerncentrale, die van Oskarshamn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.