Geen widgets gevonden in de zijbalk

Het was zondagochtend behoorlijk frisjes. Aan de hand van de stand van de thermometer bleek al snel, dat het ´s ochtends vroeg nog twee graden onder nul was. De tijd van kou is langzamerhand onderweg. In 2018 was het op 24 september; in 2019 was het op 19 september; in 2020 was het op 13 oktober en in 2021 was het op 4 september, dat we de eerste nachtvorst hadden. Een graadje slechts. Deze ochtend was het een graadje kouder. En meteen “behoorlijk frisjes, Joke?” Toen de zon opkwam was er helemaal geen bewolking en daardoor werd de koude lucht snel omgezet in warme. Boven in de bomen kon je dat heel mooi zien.

Ruim een uur later was de “hoog-hangende-mist” verdwenen en hadden we te maken met de zon aan een strakblauwe lucht. Omdat ik al langer met het idee rondliep om een herfststukje te maken, voor op de kamertafel, besloot ik vandaag mos uit het bos te halen. Ik liep daarom de weg over en ging richting Hagen. Het was nog niet eens zo eenvoudig om mos te vinden. Mooie mos welteverstaan. Gek eigenlijk, want daar waar ik keek schijnt de zon nauwelijks (direct) op de grond en dan verwacht je toch mos?

Wat ik wel vond, was een spoor. In het gras: vanaf het gekapte naar het bestaande bos (van noord naar zuid zeg maar). Het was heel duidelijk zichtbaar. Daar was zeker meer dan een keer wild langs gelopen. Waarschijnlijk zullen het reetjes zijn. Uiteraard keek ik even verder en het viel op, dat er daadwerkelijk sporen van reetjes waren. Achtergelaten door hun hoeven. Daaruit blijkt maar weer, dat er hier in de omgeving meer wild loopt, dan dat wij denken. Af en toe horen we wel reeën blaffen, maar waar dat geluid dan vandaan komt weten we niet. Misschien dus wel tegenover ons.

Na een poosje vond ik natuurlijk mooie mos: frisgroen. Voor het plankje had ik namelijk een stukje nodig van ongeveer dertig centimeter en dat lag daar. Voorzichtig trok ik een stukje los. Dat ging vrij gemakkelijk, want mos hecht zich nou eenmaal niet heel stevig aan de grond. Dat doet het wel aan boomstronken, op rotsen en stenen. Ik had slechts een paar stukken meer nodig en daarna ging de wandeling terug naar huis. Onderweg nam ik nog meer dingetjes mee voor het herfststukje.

Terwijl ik naar boven was gelopen, werd door Heiko de klus met betrekking tot het kloven van het hout afgerond. De kleine kloofmachine wist niet wat hem overkwam. Een paar maanden stil gestaan. In de koude, donkere garage. En dan ineens twee dagen lang een flink aantal uren aan het werk. Vandaag werden de blokken van de derde stapel hout gekloofd. Die stapel lag er al enkele maanden, maar ligt nu dan ook eindelijk in de houtstek te drogen. Het enig wat nu nog rest zijn dikke stammen. Helaas gaat dat hem niet meer worden met deze klover. Aan het einde van de klus was de fut er volledig uit. En waarschijnlijk niet alleen de fut, maar ook de hydraulische olie was er volledig uit.

Hetzelfde probleem als met de andere kleine klover. Er gaat op enig moment een rubberen kering lekken en als er daarna weer meer druk op het systeem komt, lekt er hydraulische olie weg. Totdat er te weinig in zit en er geen druk meer in de cilinder opgebouwd kan worden. Heiko wil overwegen, om de machine te laten repareren. Echter gezien de hoeveelheid hout die we jaarlijks kloven is het wellicht beter, om een grotere klover te kopen. Eentje met meer power en op misschien zelfs eentje op krachtstroom. Zo´n ding als hij al eens heeft geleend van buurman Erling. De komende dagen gaat Heiko Marketplace weer extra in de gaten houden, want af en toe wordt er zo´n grote klover aangeboden.

Na het kloven werd de gemaakte schommel tóch nog maar een beetje meer verstevigd. Hoewel het al een stabiele constructie was. Heiko maakte twee extra poten aan de kant van de boom. Zekerheid en veiligheid boven alles. Met deze aanvulling kan er toch echt niets meer mee gebeuren, als er over een paar weekjes twee kinderen op aan het schommelen zijn. Omdat ik net terug kwam van de mos-zoektocht, konden we mooi even samen het grote groene kleed over de camper trekken. Een lang touw eromheen en klaar. Nu de bomen zoveel bladeren laten vallen wordt het dak bedekt met blad en dat gaat looien, waarna het vlekken achterlaat. Dat is verre van leuk! Eveneens biedt het kleed een beetje bescherming tegen regen en (later) sneeuw. Overigens werd het beeld in de tuin ook een stuk rustiger nu de witte camper een groen jasje aan heeft. Het obstakel gaat nu meer op in de natuur.

Eenmaal binnen met mijn mos en andere tierelantijntjes begon ik aan het herfststukje. De basis had ik vorig jaar gemaakt. De bodem was van een boomschijf, waaraan twee takken waren vastgeschroefd. Daarop waren twee kleinere boomschijven vastgemaakt. Daarop kwam het mos op te liggen. Als een warm dekentje. Vervolgens kun ik het een en ander aankleden met dennenappels, stukjes boomschors, takjes met eland mos en nog een paar (inmiddels) gedroogde bloemen. Al met al wel tevreden over.

Heiko ging weer verder met het volledig leegmaken van de laptop van zijn vader. Die was in augustus vervangen door de “oude” van zijn moeder en was daarmee overbodig geworden. Wij hadden besloten om hem mee te nemen, om de computer hier helemaal “schoon” te maken. Dat was na een poosje het geval en daarna kon hij helemaal gedemonteerd worden. Om hem zo in de container te doen of naar de stort te brengen vinden we een beetje eng. Daarom maakte Heiko letterlijk korte metten met de laptop: de hamer kwam eraan te pas. Wat overbleef was het toetsenbord en die hebben we uiteindelijk in de container laten glijden. Opgeruimd staat netjes!

Opgestaan is plaats vergaan! Al geruimere tijd kan ik niet meteen gebruik maken van mijn bureaustoel. Vaak is die namelijk in gebruik door Ebba. Hoewel ze min of meer “haar eigen stoel” heeft, daar waar we een lekker zacht dekentje overheen hebben gelegd, geeft ze de voorkeur aan deze. Waarom? Het is niet zacht, in eerste instantie niet warm en daarmee niet fijn om op te liggen. Denken wij dan. Maar Ebba denkt daar anders over. Toch moet ze wel plaats maken voor een van ons twee. Tegenstribbelen helpt niet, want wij zijn groter en sterker!

“Oh kee… Ik ga wel naar mijn (aan-) recht…” Bij hoge uitzondering gaf ik Ebba haar zin en mocht ze blijven liggen. Ik ging de worteltjes verwerken. En dan bedoel ik natuurlijk, dat ze in de diepvries moesten. Wat ben ik blij met de schrapmachine van mijn moeder! Die doet het na al die jaren nog steeds, terwijl die we onlangs hebben gekocht al kapot is. De wortels werden ontdaan van voor- en achterkant en in kleinere stukjes gesneden, daarna door de machine gehaald, om vervolgens in het kokende water te worden gedaan. Door het toevoegen van de koude wortels werd het water flink afgekoeld. Het moest daarom opnieuw aan de kook gebracht worden, waarna de wortels drie minuten lang gekookt werden. Toen liet ik ze in koud water schrikken. Toen ze van de schrik bekomen waren gingen ze in diepvrieszakken. Het zijn er uiteindelijk maar drie zakjes van ruim een pond geworden. Maar ze zijn dan natuurlijk wel vele malen lekkerder dan uit pot of blik!

Wat had ik een superslechte nacht! Van zondag op maandag kon ik maar niet in slaap komen. Draaien, draaien en nog eens draaien. Soms dacht ik dat ik zeker een uur had geslapen, terwijl mijn wekker aangaf, dat het slechts zes minuten geleden was, dat ik voor de laatste keer had gekeken. Rond half drie stapte ik van bed: mijn lichaam begon meer en meer te protesteren. Kopje koffie gedronken, waarna ik dacht op de bank te kunnen slapen. Helaas. Toen maar kleine klusjes gedaan. Zonder natuurlijk lawaai te maken. Het mooie van het vroege opstaan was, dat er deze morgen een hele mooie zonsopkomst te zien was. Door de gloed van de zon hingen er roze stapelwolkjes in de lucht! Geluk bij een ongeluk: was ik niet zo vroeg opgestaan, had ik dit niet gezien!

Deze ochtend was Heiko ook vroeg en vertrok op tijd naar Tranås. Daar werd een bedrijfsauto vol met benodigd gereedschap gepakt voor, naar alle waarschijnlijkheid, een laatste keer onkruid wieden in Jönköping. Deze dag ging hij samen met collega Anton en Robban. Die laatste wordt af en toe ingezet, zodra hij eventjes beschikbaar is op de arbeidsmarkt. Toevallig had hij in het weekend met Kenth gesproken en vertelt, dat hij de komende week vrij zou zijn van andere werkzaamheden. Dat kwam goed uit, want voor het onkruid wieden kon men wel een extra paar handen gebruiken. Zeker met het oog op de laatste oplevering op woensdag. Iets na acht uur waren ze ter plekke en gingen ze alle drie aan het plukken. Vorige week was er geschoffeld, maar het los geschoffelde onkruid was onvoldoende gedroogd. Zodoende waren ze alweer met de worteltjes vast gaan zitten in de grond. Voor de komende week wordt er regen voorspeld, waardoor opnieuw schoffelen zou zinloos zijn. Het moest er nu uitgeplukt worden…

Dat deden ze zorgvuldig, waardoor het uiteraard de nodige tijd kostte. Ter afwisseling werden er twee berkenbomen verpoot. Op een bepaalde plek waren twee doodgegaan en twee andere stonden op een plek, waar ze in de verdrukking kwamen van een hele grote en oude beuk. Na overleg werd akkoord gegeven, om die twee berkenbomen daar weg te halen. Omdat de kluit nogal zwaar was, kregen ze hulp van een persoon die een shovel bereed. Na die klus werd er weer gezamenlijk onkruid geplukt. Echter niet zo heel lang, want er moest in de kleine binnentuin ook nog een bewateringsslang opgegraven worden. Overigens liet Heiko mij foto´s zien van de binnentuin, zoals het er eerst uitzag. De bovenste foto is daar een van. Toen, twee jaar geleden, moest de bewateringsslang nog ingegraven worden. Daarna waren de plantvakken uitgezet en de planten gepoot. Tenslotte de foto zoals het nu is. Wát een verschil!

Tenslotte nog weer even met hun drieën op de knieën. Ondertussen was de werktijd omgevlogen. Terwijl het onkruid wieden nog niet klaar was. Hmmm… Dan was dit dus nog niet de laatste keer in Jönköping, want als de oplevering er is, moet het onkruid er wel zo veel mogelijk uit zijn. Het probleem is echter met name, dat er heel veel gras zit tussen de bodem bedekkende kruipplanten. Een soort hedera die wel gegroeid is, maar nog niet genoeg om het onkruid, gras in dit geval, te overwoekeren. Het lijkt net alsof iemand daar opzettelijk graszaad heeft gestrooid. En elk grassprietje moet tussen duim en wijsvinger uit de grond getrokken worden. Overigens liet Heiko me nóg een foto zien vanaf boven, waar hij op de zogenaamde slingermuur keek. Toen zocht ik er zelf nog even een foto bij van eerder, ongeveer een jaar geleden. Zie je de verschillen? De planten zijn goed gegroeid!

Het lek in de slang werd gelukkig vrij snel gevonden, nadat de druk op het water was gezet. De slang werd doorgezaagd, een koppelstuk ertussen geplaatst die de beide einden aan elkaar verbond en tenslotte weer ingegraven. De opgegraven planten weer terug gepoot en klaar. Om half zes waren de mannen terug in Tranås, waar ze meteen doorreden naar de vuilstort. Ja, de aanhanger moest leeggemaakt worden. Daarop lagen de twee dode berkenbomen en verder een hele vracht onkruid met zand. De vuilstort is op maandag tot zeven uur ´s avonds open en daarom konden ze daar gelukkig nog terecht. Door dit meteen te doen, stond de aanhanger voor de volgende dag weer netjes klaar voor een volgende klus. Opnieuw was het een lange dag, maar wel met een tevreden gevoel over hetgeen er was gebeurd. Er waren veel meters gemaakt en het resultaat met drie man was bevredigend. Morgen zal Heiko niet aan het werk gaan, omdat hij toch wel een beetje rugproblemen heeft. Dit keer met uitstraling naar de achterkant van zijn linker bovenbeen. Daarvoor wil hij de lokale fysiotherapeut Richard de Boer benaderen in Tranås. Even informeren of hij er iets aan kan doen of dat hij tips voor Heiko heeft.

Ook ik was vanaf het eind van de ochtend in de tuin te vinden. Het zou een van de laatste droge dagen worden deze week en daarmee wilde ik daar nog een graantje van meepikken. Toen ik Heiko vroeg, wat voor mij dan een nuttig werkje zou zijn, aarzelde hij geen seconde en zei meteen “Trimmen!” Oh? Eigenlijk helemaal goed, want dat vind ik immers een leuk werkje. Het was daadwerkelijk hier en daar nodig. Ik begon bij de vijver, waar de kanten getrimd werden en het eilandje kaal werd gemaakt. Alles waarschijnlijk voor de laatste keer dit jaar. Alleen was er veel van het getrimde gras en onkruid in het water terecht gekomen en er lagen al heel veel naalden in van de grote dennenboom. Dat harkte ik er maar even uit. Nou ja, uit? Naar de kant en half op het droge.

Daarna was de achterkant van de vijver aan de beurt en dat ging toch mooi! Het onkruid stond namelijk redelijk hoog. Dat was net gedaan voordat Thomas en Tineke er waren. Kun je nagaan hoe snel het toch nog groeide. Nu zal het zeker een hele poos duren voordat dáár weer onkruid staat: het is nu zo kort, dat we daar dit jaar vast geen omkijken meer naar hebben. Het hele stuk trouwens. Daar waar Jikke begraven ligt tot aan het bruggetje. Nog eventjes om de vlonder en het was me naar de zin. Even lekker gedoucht en ik wilde net het eten aanzetten, toen Heiko in huis kwam.

Die vroeg mij om eerst even mee naar buiten te gaan. Hij wilde me namelijk iets laten zien. Dacht je dat ik het zag? Hij moest me er twee keer op wijzen, voordat ik doorhad waar het om ging: pootafdrukken van een eland! Dit keer niet bij de appels of in de buurt van de groentetuin. De eland was dit keer bij de oprit geweest. De pootafdrukken stonden dan ook in het grind. Net daar waar de wilde appelboom staat. Die vruchten lusten ze natuurlijk ook wel. Samen volgden we de afdrukken en keken we achter de boom en inderdaad: daar was hij eveneens langs gelopen. Wat grappig!

Dinsdag was een dagje met vele kleine klusjes. Als eerste werd via het internet uitgezocht hoe je een covid-19 inentingsbewijs kunt krijgen. We kregen namelijk een berichtje van Heiko zijn moeder, dat ze weer naar haar zangclubje wilde gaan. Er mag weer in een koor gezongen worden. Eindelijk! Daar had ze wel oren naar en verheugde zich al op de eerste repetitie na ruim een jaar. Maar… Iedereen moest de QR-code kunnen tonen. En zo´n formulier of app had ze niet. Zelfstandig krijgen ze dat ook niet meer voor elkaar. Het downloaden van een app is te moeilijk en ook het inloggen op een website van de rijksoverheid, met allerlei moeilijke vragen, gaat hen nu boven de pet. Zodoende zochten wij uit, welke mogelijkheden er waren voor mensen “zonder een computer of zonder computerkennis”. Via de Rijksoverheid kon er ingelogd worden met de DigiD van Heiko zijn ouders, echter daar ging het meteen al mis. Blijkbaar is het wachtwoord niet helemaal goed genoteerd, want na drie (foute) pogingen werden we tijdelijk geblokkeerd.

Toen ontdekten we een andere mogelijkheid. Namelijk bellen met een speciaal telefoonnummer. Meteen na het tot stand komen van de verbinding werd er gemeld, dat de wachttijd meer dan vijf minuten bedroeg. En inderdaad: het duurde een kwartier. Toen er eindelijk iemand aan de lijn was werden we weer doorverbonden en ging er daarna iets mis. Verbinding verbroken. Sejit! Opnieuw gebeld. Toen werd na twintig minuten opgenomen. Opnieuw werden we doorverbonden en gelukkig ging het nu goed. Door het intypen van hun BSN-nummer en postcode kon er een papieren vaccinatiebewijs aangevraagd worden. Dit kon meteen in een keer voor zowel Heiko zijn moeder, als voor zijn vader. Binnen een paar dagen komt dat papiertje nu bij hen in de brievenbus, waarmee ze toegang krijgen tot onder andere openbare gebouwen en concerten. Hopelijk ook weer bij het koor!

Terwijl ik me met administratie en huishouden bezig ging houden, stapte Heiko de achterdeur uit. Zijn extra verlichtingsbalk op de Volvo deed het niet meer. Die is een paar maanden geleden gedemonteerd, toen er nieuwe koplampen ingezet zijn. Nadat de verlichtingsbalk met ledlampen er weer op was gezet werkte het goed, echter een paar weken later was het ineens donker. Nou ja: donker? Het normale groot licht werkte wel, maar de extra balk niet meer. Dat werd de laatste dagen wel gemist als hij ´s morgens in het donker naar Tranås reed. Vandaag ging hij even onder de auto liggen, om te kijken of het euvel eenvoudig op te sporen was. Dat bleek het geval te zijn. Een van de twee verbindingsstekkertjes was losgeraakt. Nadat die er weer stevig ingedrukt was en met nieuwe tape beschermd was, brandde de lichtbalk weer als vanouds. Fijn! Nu kan er in het donker weer in het licht gereden worden.

Ach, toen hij toch bij de Volvo stond werd meteen even de ruitensproeier vloeistof bijgevuld en het oliepeil gecontroleerd. Alles weer oké. De lege jerrycan van de ruitensproeiervloeistof werd daarna gevuld met water. Evenals een tweede lege jerrycan, die nog in de garage stond. Die was namelijk bewaard voor hetzelfde doel. In onze omgeving zie je ´s winters veel boten op het droge liggen en die worden afgedekt met een groot dekkleed. Om te voorkomen, dat het kleed er tijdens een stevige wind of storm afwaait, worden er volle jerrycans met water aan de ogen van het kleed gehangen. Dat leek ons ook wel een goed idee voor de camper, want vorig jaar hebben we het kleed van de caravan er minstens vier keer opnieuw overheen moeten trekken. De wind kwam er telkens onder en blies het eraf. Hopelijk zit het kleed nu voldoende vast. Met behulp van het touw en met de twee gewichten van 5 kg aan beide kanten.

Hierna werd opnieuw de loopgrasmaaier tevoorschijn gehaald voor een kleine reparatie. Door het gebruik waren er helaas weer een paar schroeven losgetrild. Dat kon gelukkig op een eenvoudige manier weer vastgezet worden, zodat de maaier nu weer klaarstaat voor gebruik. Zo heel veel zal dat dit jaar waarschijnlijk niet meer voorkomen. Het gras groeit haast niet meer, omdat de temperaturen daarvoor te laag worden. ´s Middags reed Heiko naar Aneby om een paar schommelhaken te kopen en touw. Zonder die “ingrediënten” is de schommel immers niet te gebruiken. Als Heiko weer eens een vrije dag heeft en het is droog, gaat hij deze spulletjes in de schommel verwerken. Ook zo benieuwd naar het eindresultaat?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.