Geen widgets gevonden in de zijbalk

Vanaf het moment dat wij de camper hadden gekocht hadden we “problemen” met de V-snaar. Een V-snaar is een riem die zorgt voor de aandrijving van de waterpomp en de dynamo. De V-snaar zelf wordt aangedreven door de motor. Aangezien de meeste auto’s van tegenwoordig beschikken over stuurbekrachtiging en een airco, die eveneens worden aangedreven door de V-snaar, spreekt men van een multiriem. Alleen is onze camper op 25 mei jongstleden 30 jaar (!) geworden en kunnen we niet meer spreken van een “auto van tegenwoordig”. Daarom blijven wij het gewoon haar “V-snaar” noemen. De V-snaar wordt op haar beurt op spanning gehouden door spanrollen. De V-snaar wordt weleens verward met de distributieriem, echter die zit dieper in de auto.

Nou, die V-snaar maakte geluid, gierde! Dat kon veroorzaakt worden door een verkeerde riemspanning van de snaar, slijtage of een niet goed werkende poeli. Het gierende geluid was vooral te horen tijdens het starten of bij het langzaam wegrijden. Dit komt doordat bij een stationair draaiende motor een dynamo volledig wordt belast. De dynamo moet stroom leveren aan alle elektrische apparaten en de accu moet weer volgeladen worden. De dynamo draait zwaarder en de V-snaar slipt door en gaat piepen. Op het moment dat er gas gegeven wordt gaat de dynamo sneller draaien en maakt minder stroom per omwenteling. De dynamo loopt lichter en slipt niet meer door…

Van de verkoper kregen we destijds én een viertal (!) V-snaren mee én een spuitbusje met een soort olie. Die gebruikte hij, wanneer de V-snaar geluid maakte. Wij ook, omdat we het nut van een vervanging niet zagen zitten. Tot het laatste ritje van een paar weken geleden. Het werd gewoon te erg en dat smeerseltje uit het busje hielp ook niet meer afdoende. Dan wordt het ineens super irritant! Daarom kwam de Fiat vanochtend in de garage, op de brug. Binnen een half uur was een nieuwe V-snaar gemonteerd en kon er zonder lawaai terug naar huis gereden worden! “Wat een heerlijkheid voor de oortjes, hè Heiko?”

Sinds een paar dagen is het stil bij “Geert”. Even daarvoor had ik gezien, dat een grote bonte specht, een rover, werd verjaagd door vader en moeder bonte vliegenvanger. Daarna was het stil… Te stil… Af en toe keek ik even bij het broedhokje naar binnen, maar iets zien kon ik niet. Ook zag ik geen broedend vogeltje en vader bonte vliegenvanger was eveneens niet meer in de buurt. Zou moedertje bij de actie met de specht iets overkomen zijn?

Vanochtend zagen we een paar keer een paar wespen in de buurt van Geert vliegen. Een tel later gingen ze het broedhokje zelfs naar binnen! Foute boel, want op dat moment wisten we zeker, dat er geen bonte vliegenvangers meer in zaten. Nee, er zat een begin in van een wespennest! Het hokje werd voorzichtig van de wand gehaald en naar beneden gebracht. Daar maakte ik de achterkant open en werd ik “enthousiast” begroet door een tweetal wespen. Even gewacht en daarna in het hokje gekeken. Er lagen nog vier hele kleine blauwgroene eitjes in. Daar had moeder bonte vliegenvanger een paar dagen op zitten broeden. Helaas zullen ze nooit uitkomen…

Dat gebeurde gelukkig wel met de vijfling van de grauwe vliegenvangers. Die groeien lekker hoor! Als ze zo doorgaan zal het niet lang meer duren, voordat het nest te klein is. Nu liggen ze er nog redelijk diep in. Met een paar dagen zal dat al wel anders zijn. Dan zal er meer worden gedrongen om een plekje. Wat vanmiddag zo leuk was, was dat ze voor het eerst hun bekkies opendeden. Zo lief… Of ze daardoor nu knapper worden? Eentje had al een stukje van het oogje open. Wat gaat dat allemaal voorspoedig!

Het was de laatste paar dagen ook rustig tegenover ons. Een flink aantal dagen was het een behoorlijke drukte en hoorden we de hele dag “pieeep, pieeep, pieeep”. Grote vrachtauto´s met dito kippers reden af en aan om zand en stenen te brengen, voor de nieuw aan te leggen weg. Dat is over. Vanochtend reed er toch zowaar nog weer een vrachtauto naar boven. Op de aanhanger stond een machine. Was het een harvester? Dan wel een “kleinere”, omdat er niet van die hele grote rupsbanden onder zaten. Althans wat Heiko kon zien. Of was het toch iets ander? Was het gewoon een kraan, die altijd op een bomen-ophaal-auto zit?

Omdat de vrachtauto´s met zand en stenen niet meer naar boven reden, liep Heiko even naar boven om de vorderingen te bekijken. Hij wandelde de nieuwe weg in en kon nu een heel stuk verder lopen dan de vorige keer. Nog een bochtje en nog een bochtje en toen…”Hé, de weg is klaar!” Aan het einde was een draaimogelijkheid gecreëerd voor de vrachtauto´s, die er in de toekomst waarschijnlijk de boomstammen moeten gaan halen. Lang bleef Heiko daar niet staan om te kijken. Want kijk eens naar die donkere lucht boven de dennen- en sparrenbomen. Het laatste stukje weg naar huis moest hij dan ook rennen. Niet rennen voor zijn leven, maar rennen om niet doorweekt thuis te komen! De bui barste in alle hevigheid los en het waren dikke druppen.

In de vijver is het momenteel een drukke boel! Daar vliegen tientallen libellen. Of zijn het juffers? Wat is het verschil eigenlijk? “De libellen worden in twee grote groepen ingedeeld: de juffertjes en de zogenaamde echte libellen. De juffertjes zijn slank, klein en hebben hun vleugels normaal gesproken over hun achterlijf. De echte libellen zijn forser en groter en hebben hun vleugels opzij uitstaan.” Deze blauwe zijn volgens mij watersnuffels, een juffer uit de waterjuffer-familie. Ze bewonen kleine vijvers, meren en dijken en soms langzaam stromende rivieren. Ze hebben de neiging om snelstromend water te vermijden. De juffer kan een lichaamslengte van 33 tot 36 millimeter bereiken. Hopelijk willen ze binnenkort voor de camera poseren. Dat zat er vandaag niet in…

Daarnaast waren er een paar vuurjuffers. Dit soort waterjuffer heeft een vleugel spanwijdte van 40 tot 50 millimeter en ze zijn in de periode april tot augustus aanwezig. Beide seksen zijn rood en zwart getekend. De volwassen mannetjes hebben rode ogen en een zwarte romp met rode schouderstrepen. Bij onvolwassen exemplaren zijn die strepen geel. De buik is rood met zwarte kleine ringen en brons zwarte banden naar de top. De vleugels zijn doorschijnend, glasachtig, met een zwartachtig een verdikt en gekleurde zone. Rijpe vrouwtjes komen voor in drie kleurvormen van overwegend zwart tot overwegend rood, maar ze hebben allemaal gele banden rond de buiksegmenten. Deze juffers komen het meeste voor in plantenrijke, stilstaande of langzaam stromende watertjes. Zijn ze niet prachtig?

Wat een fantastische mooie, warme, zomerse dag hadden we vandaag! Heiko besloot daarom, om de heg voor ons huis te gaan knippen. Met de motorheggenschaar was dat een “fluitje van een cent”. Nou ja, als je dat ding handig bedient in ieder geval. Gelukkig is Heiko daar inmiddels heel erg bedreven in geworden en krijgt hij de heg altijd weer mooi strak. Mits de heg zelf meewerkt uiteraard. Met name een ligusterheg is super strak te knippen. Onze eigen heg is van een ander soort en die groeit niet gelijkmatig. Op sommige plekjes zitten geen takken en dus ook geen blaadjes. Dan valt er zomaar een gat in de heg. Desondanks staat de heg er weer mooi bij. Het afval brachten we met een kruiwagen naar de houtwal, achter in de tuin. Na het eten ging Heiko nog even op de knieën bij de onderkant van de heg langs om het onkruid weg te halen. Een groot verschil en een tevreden gevoel na de eerste keer heg knippen in 2022.

Dat we in de periode zitten van wespen en hun nesten werd nog weer eens duidelijk gemaakt, toen Heiko deze heg knipte. Ja, zelfs daarin zat een nestje! Het was een beginnertje, maar die was uiteindelijk wel uitgegroeid tot een grote. En dan zijn de gevolgen niet of bijna niet te overzien. Je kunt er dan immers niet meer aan voorbij lopen, zonder dat je aangevallen wordt door de eigenaren van dit kunstwerkje. Want dat zijn de nestjes zeer zeker. Ook in de berging van de carport is een nestje gesignaleerd, welke een dezer dagen verwijderd gaat worden. Jammer voor de wespen, maar beter voor ons.

Weet je wat dit is? Links uiteraard de plant zelf en rechts de knop ervan. Bijzonder exemplaar, vind je niet? Dat daar een bloem uit moet komen… Het gaat hier om een plant, die sterk op een klaproos lijkt, maar gele of oranje bloemen heeft: het is de Schijnpapaver. Het is onmiskenbaar een soort uit de Papaverfamilie. Tijdens de bloei vallen de lang gesteelde oranje bloemen met een doorsnee van 5 tot 8 centimeter snel op en roepen onmiddellijk het beeld op van een gele Klaproos. De meerjarige planten kunnen tot ruim een halve meter hoog worden. En de wijdte van de plant? Door de lengte van de stelen is de plant uiteengevallen.

Daar moeten we het volgend jaar vooraan zijn, door er een band om te doen, of ze op een andere manier bij elkaar zien te houden. Nu zullen er vast en zeker bloemen zijn gesneuveld. In het eerste jaar vormen deze planten een bladrozet. De bladeren in de rozet zijn gesteeld en langwerpig. Ze zijn stijf behaard en de rand is grof gezaagd. De kleur van de bladeren is blauwgroen. In het tweede jaar, soms ook al direct in het eerste jaar, ontwikkelen zich een of meer bloeistengels en deze zijn in het algemeen niet vertakt. Hun kelkbladen, die de bloemknop omgeven, zijn behaard. Wist je, dat de grote kroonbladen opgerold in de knop zitten? Als de bloem “rijp” is, knapt de knop echt open. De harde schillen vliegen in het rond. En wat je dan te zien krijgt is super mooi: gigantische grote oranje bloemen met een paars hart. Genieten!

2 gedachten over “Camper ziet garage van binnen!”
    1. Ja, inderdaad Wilma. Als je die foto zo ziet is het net of er geen motor in zit. Zo weinig ruimte. Ha ha, maar hij rijdt toch echt hoor.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.