Geen widgets gevonden in de zijbalk

In Zweden wordt Pasen traditioneel begonnen met het vieren van Påskafton, paasavond: de dag vóór de opstanding van Jezus in het Bijbelse verhaal. Pasen markeert het einde van de vastentijd, de periode van veertig dagen waarin vlees werd/ wordt vermeden. De vastentijd is een overblijfsel uit de katholieke tijd. De Paasweek begint met “de stille week” zoals het ook wel genoemd werd. Een periode die herinnerde aan het lijden van Jezus. In die tijd was het bijvoorbeeld niet gepast om feesten of bruiloften te houden. De ijzeren klepel van de kerkklok werd zelfs vervangen door een houten klepel of de ijzeren klepel werd overtrokken met stof. Het geluid werd dan doffer.

Jaren geleden dacht men, dat de heksen de reis naar Blåkulla begonnen. Mensen beschermden zich tegen de heksen door kruizen en andere tekens op staldeuren te tekenen. Op sommige plaatsen werden paasvuren ontstoken om al het kwaad af te weren, vaak vergezeld van geweerschoten.
Men gaf eveneens snoepgoed aan de heksen. Veelal om ze te vriend te houden. Daarom gaan vele kinderen tegenwoordig verkleed als heks langs de deuren, om snoepgoed te krijgen. In Zweden lag op Goede Vrijdag een sterke nadruk op rouw en boetedoening. Het werd rustig gevierd, niet zelden met zwarte kleding. Het thema van rouw en boetedoening bestaat tot in de moderne tijd. Tot de jaren zeventig waren theaters, danszalen en bioscopen allemaal wettelijk verplicht gesloten te blijven.

Pasen wordt sterk geassocieerd met takken. De zogenaamde paastakken. In de boerenmaatschappij had dit een sterkere symbolische betekenis van “lijden”, maar ook van speelsheid. Tijdens Goede Vrijdag werden takken gebruikt om te doen alsof ze elkaar zwepen, een gebruik dat in Zweden in ieder geval al sinds de 17e eeuw bekend is. Een huidige Paastak moet meer worden beschouwd als een puur decoratieve tak, die in de 19e eeuw gebruikelijker werd.

Haring en zalm, bier en beenham: men serveert ongeveer hetzelfde eten met Pasen als met Kerstmis. Het bijzondere aan Pasen zijn eieren en lamsvlees. In de katholieke tijd bevatte de Paasmaaltijd wat tijdens de vastentijd verboden was, namelijk vlees en eieren. De introductie van haring als vaste onderdeel van het feestmaaltijd met Pasen (en Kerst) kwam toen ze het eind 19e eeuw in suiker en azijn begonnen te doen. Zalm als deel van het feestmaaltijd kwam later en wekte lange tijd gemengde gevoelens bij de vele mensen in Zweden die een min of meer arme opvoeding hadden. Nog in de jaren 70 werden zalm en haring beschouwd als “te eenvoudig” voedsel voor feestjes. De bekende gehaktballetjes en een dikke beenham verschijnen ook op tafel tijdens Pasen. En eieren uiteraard. Eieren waren voor velen een luxeartikel als je teruggaat in de tijd.

Het was iets dat naar de markt werd gebracht om te verkopen en een feestmaal werd, omdat het zo exclusief was. Dan zijn er zeker verbanden met het feit, dat het ei ook verbonden is met vruchtbaarheid en leven. Als voedsel zijn ze een wijdverbreid christelijk symbool, wat zeker voor een deel het belang van eieren tijdens Pasen verklaart. Maar Pasen valt ook in een tijd van het jaar, waarin de kippen begonnen met leggen en de beschikbaarheid van eieren relatief hoog was. Het was ook gebruikelijk om eieren als een leuk geschenk voor Pasen, soms versierd, aan bedienden te geven. De eieren werden gekleurd toen ze werden gekookt met verschillende soorten planten. Rond de eeuwwisseling van 1900 werd het gebruikelijk, om speciale ei-kleuren te gebruiken en de schaal te laten glanzen met varkenszwoerd. Dit leeft vandaag voort als we eieren schilderen en elkaar paaseieren geven. Tegenwoordig meestal in een papieren versie en gevuld met snoep.

Dat narcissen geassocieerd worden met Pasen, evenals de kleur geel, zijn recentere kenmerken van het paasfeest.
Hoe werd Pasen geel?
De gele kleur komt niet van de kerk, dat was vaak zwart en wit.
Heeft het iets te maken met lente?
Of met kippen?

Een verklaring is te vinden in de folklore!
Vroeger geloofden veel mensen, dat de zon bij zonsopgang op Paasmorgen danste van vreugde, waardoor de kleur geel (net als de zon) geassocieerd werd met Pasen.
De gele kleur kan ook van het ei komen, als symbool van wederopstanding en nieuw leven. Net als de narcissen de lente aankondigen.

Wist je, dat in sommige delen van Zweden mensen elkaar nog steeds paasbrieven schrijven en daarop tekenen? Het zijn veelal brieven en kaartjes met humoristische en een beetje plagerige verzen en tekeningen.

Een recentere paasfiguur is de paashaas.
Het is een Duitse traditie die eind 19e eeuw vanuit Duitsland naar Zweden kwam. Volgens de Duitse traditie was het de paashaas die de eieren bracht!
Waarschijnlijk is de rol van de paashaas in de paasviering in onze tijd versterkt door Angelsaksische invloeden.
Maar de paashaas heeft in dit land nooit dezelfde impact gehad als in andere landen.
Hier behield de paashaan de grotere rol! De haan komt uit het christelijke Pasen. Jezus voorspelt dat Judas hem zal verraden “voordat de haan gek wordt”.
De Paashaan pronkt vaak met zijn kippen op Paaseieren en Paaskaarten.

Feestvieren met grote hoeveelheden snoepgoed, zowel fijne chocolade en marsepein als gemengd los snoepgoed, is vrij nieuw.
Pas in de jaren na de Tweede Wereldoorlog beleefde het snoep zijn grote doorbraak in Zweden.
Het duurde nog langer voordat het serieus zijn weg vond naar de paaseieren.
Het is vooral met losse snoepjes dat de grote hausse met paassnoep los kwam. Dat was in de jaren tachtig. De kinderen, verkleed als heksjes, zijn er maar wat blij mee…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.