Geen widgets gevonden in de zijbalk


Vrijdag 30 juli begon rustig. Voor iedereen. Na het ontbijt was het namelijk “niets moest, alles mocht”. We hadden afgesproken, dat we niets zouden plannen voor deze ochtend. Gewoon niets doen is ook wel even lekker. Vooral na het kanovaren en het werken in de tuin. Lijf en leden moesten bijkomen! Toch werd er nog even gedart in de kelder. Ik weet niet eens wie gewonnen heeft, maar volgens mij ging het daar ook niet om: het was leuk! Ons programma voor deze vrijdag was vooral gericht op de middag en dan ook nog voornamelijk activiteiten binnenshuis. Er was namelijk regen voorspeld. Tenminste via een app van “Klart” op mijn telefoon. Een andere weer-app “YR” op Heiko zijn telefoon voorspelde dat het droog zou blijven. We namen het zekere voor het onzekere en besloten een tweetal musea te bekijken.

Het eerste museum wat we al lange tijd op ons lijstje hadden staan om te bezoeken, was het Moped-museum in het dorpje Vireda. Een moped is trouwens een brommer. Ooit waren we er een keer voor langs gereden en vorig jaar in het Harley Davidson museum kregen we er een folder van onder ogen. Deze middag zou het gebeuren. Samen met onze gasten. Na de lunch pakten we onze jassen, tassen en fotocamera´s en reden weg. Drie kwartier later waren we in Vireda en stonden we voor de grote schuur waarin het museum is gehuisvest. Alhoewel de lucht er dreigend uitzag, was het vooralsnog droog. Na het betalen van het entreegeld keken we onze ogen uit. Wát een ruime keuze! Wát een verzameling!
   
   
Zowel oude brommers, als oude fietsen, als een paar motoren. Bekende merken zoals Huskvarna, Puch, Zündapp, maar ook (voor ons) onbekende merken. Bijvoorbeeld Crescent. Die kenden wij niet. Het blijkt echter een groot Zweeds merk te zijn. Vol bewondering keken we naar de honderden verschillende brommers en fietsen. Het museum was sfeervol aangekleed met allerlei accessoires. Zo was er oude kleding te zien, oude tassen, carbidlampen, zelfs oude kinderwagens en veel meer. Het stond vol! Naar onze mening kon er geen brommer of fiets meer bij in. Misschien nog net een fietslampje… Na ruim een uur onze ogen uitgekeken te hebben, liepen we er weer naar buiten. We hadden immers nog een tweede museumbezoek op onze agenda staan.


Dat andere museum bevond zich een half uur verderop. In het centrum van Gränna. Ook dat museum stond al een paar jaar op ons lijstje: de tentoonstelling over de roemruchte ballonvaarder Andrée uit eerdergenoemde plaats. Hij vloog samen met twee anderen (Nils Strindberg en Knut Fraenkel) met een heteluchtballon vanaf Spitsbergen richting de Noordpool. Het doel was om een Zweedse vlag te plaatsen op de Noordpool, waaruit moest blijken dat een Zweed als eerste de Noordpool had bereikt. De reis was zorgvuldig voorbereid door ingenieur Salomon August Andrée. Hij had daarvoor twee belangrijke sponsoren: de koning van Zweden en wetenschapper Alfred Nobel. We praten over het jaar 1897. Op 11 juli 1897 stegen ze op. De reis duurde slechts 3 dagen…



De Noordpool werd niet bereikt. De ballon werd al snel onbestuurbaar en werd op de grote ijsvlakte aan de grond gezet. Toen begon de strijd tegen de elementen, die uiteindelijk werd verloren. 33 Jaar later werden de stoffelijke overschotten van de drie helden gevonden, alsmede vele gebruiksartikelen, diverse foto’s en een dagboek. Op basis daarvan is hun reis gereconstrueerd en in het museum te Gränna in beeld gebracht. Wij waren allemaal zeer onder de indruk van het verhaal. Een bezoekje aan dat museum is dan ook echt de moeite waard. Meer dan waard! Bij het winkeltje van het museum kochten we een dvd met een film over deze historische gebeurtenis en een boek. Dat gaan we thuis in alle rust eens beter bekijken.


Het was ongeveer zes uur, toen we weer buiten stonden. En daar stonden we verre van alleen. Gränna is niet alleen bekend om de ballonvaarder(s), maar eveneens om de zuurstokken. Je kunt wel met een gerust hart zeggen, dat het een toeristische trekpleister is. Daar zagen we een menigte, die we snel ontvluchtten, door bij een plaatselijk bakkertje een kopje koffie te kopen. Natuurlijk moest er iets bij. Hiermee werd deze bijzondere middag afgesloten. Een geslaagde middag. Overigens zonder ook maar een drup regen…
   
De terugweg leidde ons via stoffige landweggetjes. Ik had Google Maps op mijn mobiele telefoon weer eens aangezet en gekozen voor bosweggetjes. Wat is dat toch een ontzettend mooie en duidelijke app. Die hebben we, voor zover ik het me kan herinneren, nagenoeg nooit in Nederland gebruikt. En hier? Hij staat meer aan dan uit. Hij kent (bijna) alle wegen: groot en klein. Met dit programma kwamen we met onze gasten langs plekjes, waar wij zelf nog nooit geweest waren. Een route die echter zeer de moeite waard was. Onderweg lieten een paar reeën zich nog zien én fotograferen.
    
´s Avonds aten we nieuwe aardappelen, witte kool én… Een gehaktbal van vildsfärs, gehakt van een wild zwijn. Toen onze gasten afgelopen maandag een dagje op stap waren geweest, naar een Zweedse penvriendin in Kisa, hadden ze een pond bevroren wilde zwijnenvlees meegekregen. Het bleek gehakt te zijn. Dat hadden we toevallig ook een keer van Erling en Britt gekregen, zodat we wisten dat het heel lekker is. Vanavond draaide ik ballen van het gehakt en heb ik ze gebraden naar een origineel Zweeds recept. Ze waren heerlijk! Geserveerd met rode besjes, want dat stond op de foto bij het recept, die ik van het internet had geleend. Het oog wil tenslotte ook wat en de rode besjes gaven net even een extra kleurtje op het bord. Klein detail, maar oh zo belangrijk.

Op zaterdag 31 juli werd op de ochtend tijd gemaakt voor het halen van een paar boodschapjes. Bij Coop Consum in Aneby. Een dag later, zondag, zouden onze buren Jörgen en Martina bij ons komen barbecuen en daarvoor wilden we nog het een en ander in huis halen. Tevens moest er een pakketje gehaald worden bij Pixans. Eveneens in Aneby. Dat nam Heiko voor zijn rekening. Op het internet hadden we gekeken naar de openingstijden en zagen we dat Pixans om half tien open was.  Zodoende reden we om even over negen van huis. De supermarkt was immers al heel vroeg open en daarmee vormde dat geen probleem. Ik ging met onze gasten naar de Coop Consum en Heiko reed door naar Pixans. Daar aangekomen bleek de informatie op het internet niet correct te zijn: de winkel ging pas om tien uur open. Er werd eentje boos…

Tezamen met een andere klant stond Heiko buiten te wachten. Die andere klant had dezelfde informatie van het internet gehaald en baalde eveneens enorm. Die andere keek door het raam, zag iemand binnen zitten, bonsde op het raam, maar helaas werd de deur niet eerder geopend. Er zat niets anders op dan een half uur te wachten. Op zich geen punt, maar onze gasten stonden een beetje op tijd. Die moesten namelijk om twaalf uur in Kisa zijn, om de penvriendin te helpen verhuizen. We meenden de boodschapjes daaraan voorafgaand nog net te kunnen doen. Nu werd het spannend. Al met al lukte het toch en was er zelfs nog tijd voor een kopje koffie thuis, voordat de autorit van een uur richting Kisa werd aanvaard.
   
Nadat onze gasten weggereden waren pakte Heiko de grasmaaier. Eerst de grote zitmaaier en daarna de kleine loopmaaier voor de niet bereikte, kleinere stukjes. Eveneens nam hij deze keer het talud mee. Naast ons huis ligt een stukje gras een meter hoger dan de tuin. De overgang van het hoge naar het lagere deel noemen we het talud. Daar laten we het gras en alles wat er verder opkomt, altijd ongemoeid. Er komen diverse wilde bloemen in en dat geeft een kleurrijk geheel in de tuin. Vinden wij. Ook is het een mooie plek voor insecten en kikkers. Nu was het meeste echter uitgebloeid en kon het gemaaid worden. Ach. Zo lijkt het ook wel weer leuk. Verzorgder in ieder geval.

Omdat we zondagavond visite zouden krijgen, zouden we niet met Heiko zijn ouders kunnen bellen. Zodoende deden we dat alvast vanmiddag. We verheugen ons altijd op het wekelijks weerzien via de telefoon. En ondertussen worden aan beide kanten de dagen afgeteld voor het bezoek aan Nederland. De agenda is ondertussen gemaakt en in Hoogezand is de menukaart voor het eten al bijna klaar. En dan onze Ebba! Het gaat alweer een stuk beter met haar. We merken niet, dat ze nog pijn heeft en zodoende laten we haar af en toe ook even uit haar bench. Dan mag ze in de kamer rondlopen, zodat ze haar pootjes weer even een beetje kan strekken. Het moet anders wel erg stijf worden. Helaas is de enige loop die ze dan doet, rechtstreeks naar de (gesloten) buitendeur. Daar blijft ze op de mat liggen.
   
Wachtend tot die deur eindelijk een keer voor haar opengaat. Daar letten we dan uiteraard goed op, dat dit juist niet gebeurt. Of letten we toch niet goed genoeg op? Toen Heiko namelijk even bij de camper was om er iets in te leggen, draaide hij zich om en zag achter zich, in het gras, Ebba lopen! Nou ja zeg! “Hoe kom jij nu buiten?” Meteen riep hij mij, omdat ze meestal naar mij luistert. En inderdaad! Ze bleef zitten terwijl ik dichterbij kon komen en haar op kon pakken. Tjonge jonge. Was het haar toch gelukt om te ontsnappen! Te veel beweging is nog niet goed voor haar heup. De spieren daaromheen moeten rust hebben om te genezen. Uiteraard begrijpt Ebba daar niets van. “Nog 6 weekjes Ebba. Dan mag je weer naar buiten…”
   
Zondag 1 augustus stond nagenoeg helemaal in het teken van de barbecue. We hadden immers afgesproken met onze buren Jörgen en Martina en hun kinderen Hampus en Therese. Die afspraak stond feitelijk al anderhalf jaar, maar corona gooide roet in het eten. Nu we allen zijn ingeënt en het besmettingsgevaar daarmee erg klein geworden is, kon het eindelijk doorgang vinden. Het was in eerste instantie de bedoeling, om bij de vuurplaats te gaan grillen, alleen was het niet meer zo warm. Er was te veel bewolking voor de zon gekomen en er stond een fris windje. Zodoende besloten we, om op de veranda plaats te nemen en daar de twee barbecues aan te steken. Het vlees werd op de ronde tafel gezet, met de salades en op de grote tafel plaatsten we de borden, sauzen en patat en uien.
   
Om vijf uur waren ze bij ons en ze hadden een mooie mand met dahlia´s voor ons meegebracht. Dahlia´s met een dieprode kleur. Fantastisch mooi! Tezamen met onze gasten werd het een hele gezellige middag en avond. Het barbecuen was zelfbediening en zodoende kwamen we allemaal ook even in beweging tijdens het eten. Onze gasten en Jörgen deelden een gezamenlijke passie: oude auto´s. Jörgen rijdt rally’s en heeft daarvoor een oude Volvo omgebouwd. Die moest absoluut bekeken worden en zodoende liepen we, nadat iedereen voldoende had gegeten, tegen negen uur ´s avonds over de straat naar het huis van de buren. Vanzelfsprekend om die auto (en meerdere) te bekijken. Vervolgens keerden we terug voor koffie en ijs met brownies. Toen het op enig moment buiten te koud werd, ondanks het alcoholpercentage van de Southern Comfort, gingen we naar binnen en pakte Heiko zijn gitaar er nog even bij. Het bleek dat ze de meeste liedjes van Heiko zijn tekstboek wel kenden. Super gezellig! Het was ondertussen middernacht toen ze huiswaarts keerden met de woorden “Dit moeten we vaker doen!”

Maandag 2 augustus reden Heiko en onze gasten naar Tranås. Een hobby van onze gasten is namelijk het fotograferen van oude, leegstaande gebouwen. Een hobby die de naam urbex heeft. “Urban exploring afgekort urbex of UE, is het bezoeken, fotograferen en documenteren van infrastructuur gemaakt door de mens. Meestal verlaten gebouwen of niet openbaar toegankelijke locaties.” Toevallig had Heiko een tijdje geleden gehoord, dat er een leegstaand sanatorium in de stad was, in de omgeving Romanäs. En inderdaad, aan het einde van de lange weg verrees een enorm groot gebouw. Een on-Zweeds bouwwerk.
   
Dat bleek het oude sanatorium te zijn, waar vroeger vele tbc-patiënten verpleegd werden. Gelegen aan het grote Sommen meer, te midden van de bossen. Helaas was het gebouw niet open, echter ze konden wel een beetje door de ramen gluren. Het leek er overigens op, dat het gebouw gerenoveerd wordt. Helaas konden de echte urbex foto´s niet gemaakt worden. Desondanks was het wel leuk om dit plekje te ontdekken. Ze probeerden zich voor te stellen hoe de patiënten daar in een rolstoel of zelfstandig lopend, hun tijd hebben doorgebracht. Heel apart om zo´n groot gebouw met zoveel historie leeg te zien staan.

   
Na terugkomst was er een broodje met tomatensoep. Het was inmiddels al ver in de middag en dan voel je je maag toch echt wel. De middag werd vervolgens door ons bezoek gebruikt, om de spulletjes weer bij elkaar te zoeken en klaar te zetten. De volgende dag ging men weer naar huis. Maar niet zonder het inmiddels traditioneel “Falukorv-met-kaas-en-tomaat-menu” te hebben gegeten. Niet alleen traditioneel in de zin van Zweeds, maar volgens mij krijgt iedereen die hier een paar dagen is, dit gerecht voorgeschoteld. Wij vinden dat geen straf, want het is heerlijk. Gelukkig vindt iedereen dat…
   
´s Avonds besloten we om nog een rondje door de bossen in de omgeving te gaan rijden. Even kijken of we nog wild konden spotten. Vooraf maakten we een weddenschapje met onze gasten. We voorspelden (wensten), dat we 5 reeën, 1 eland en 2 hazen zouden zien. Het werd een mooi ritje. In de ondergaande zon, die op bergtoppen scheen en in het gladde wateroppervlak van meertjes weerspiegelde. Schitterend! Eén paadje was vanaf beide zijkanten een beetje dichtgegroeid met frambozenstruiken. Dat vonden we totaal geen probleem! Gewoon het raampje opendraaien en vanuit de auto frambozen plukken en eten. Een echte “drive-in frambozenrestaurant”: super!

We reden ongeveer twee uur rond en kregen nagenoeg precies de hoeveelheid wild te zien, die we vooraf gewenst hadden. In plaats van 5 reeën waren het er “slechts” 4, maar de rest klopte. Vlakbij huis liet een eland zich namelijk nog zien. Helaas te kort en te donker voor een foto, maar we hebben hem wel allemaal kunnen aanschouwen. Wat weer bijzonder. Ook voor ons was het al een behoorlijke poos geleden, dat we de koning van het bos hadden gezien. Dat maakte de avond helemaal goed en was het de kers op de taart voor de vakantie van onze gasten. Morgen gaan ze weer richting huis. Na een verblijf van precies twee weken bij ons in Ödarp.
   
Dinsdag 3 augustus… De datum van vertrek van onze gasten. Ze keren huiswaarts. Alles werd in de auto gepakt, de laatste gezamenlijke kop koffie gedronken en “Tot gauw” gezegd. Een emotioneel moment… De auto met het gele kenteken staat niet langer op onze oprit. De tent staat niet langer op het gras. Wat achterblijft is een kale plek op het gras, een leegte in onze tuin, in ons huis én in ons hart. Hun vakantie zit erop. Het is weer even wennen…
In werkelijkheid was het mijn neef Sietse, die twee weken bij ons is geweest. Vanuit het oogpunt van privacy (en een leeg huis) hadden we dit stilgehouden. Op het moment van schrijven is hij alweer veilig thuis…

2 gedachten over “Musea bezocht: indrukwekkend”
  1. Ik had al zo’n idee, dat de neef er was. Mooi dat jullie steeds in het meervoud schreven!
    Of was in gedachten zijn moeder mee? Hadden jullie niet erg gevonden, denk ik.
    Maar, samen met hem hebben jullie weer mooie uitjes ondernomen. Was weer mooi om te lezen.
    Ik wens jullie nu ook vast een goede reis naar het “lage zuiden”!
    Hopelijk geen problemen met de auto.
    Aan Ebba heb je niets nu, als bewaker van jullie domein…..

    1. Hej!
      Wat goed dat je dat doorhad! Nee, zijn moeder hebben we wel gemist hoor. Toch houden we de herinneringen!
      Bedankt voor de wensen: we gaan met een paar uurtjes naar bed en dan morgen vroeg uit de veren. Nee, laat problemen met de auto maar achterwege 😉

      Fijne avond!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.