Voor het komende bezoek, had ik een van de twee logeerbedden verhuisd naar de achterste overloop. Het zijn twee goede vrienden die komen, maar een daarvan is een slechte slaper en wilde daarom graag alleen in een kamer. Kan geregeld worden! Alleen waar ik geen moment aan had gedacht, waren onze dametjes! Jikke en Ebba hadden dan ook al heel snel het bedje door en gingen er lekker op slapen! Daarom was ik gisteren naar de auto gelopen. Om een plaid te halen, die over het bedje werd gelegd. Dat biedt het dekbedovertrek bescherming. Je wilt immers niet, dat onze gasten in de kattenharen moeten liggen. En uiteraard lagen de beide dametjes er gisteravond ook alweer. Heerlijk relaxed op de zachte plaid.
Ik was gisteravond nog even boven, omdat we eergisteren een paar gordijnen voor de scheiding tussen voorste en achterste overloop hadden gemaakt. Heiko had ´s middags het technische gedeelte voor zijn rekening genomen: twee steunders aan het kozijn gemaakt, waar een buis doorgeschoven kon worden. Daarna kon ik de gordijnen strijken en ophangen. Ja hoor! Zou ook niet zo zijn: te lang! Op dat moment had ik geen puf meer om ze korter te maken en daarom had ik dat gisteren aan het eind van de middag nog maar gedaan. Het waren gordijnen, die we al gebruikt hadden in Rolsberg, het vakantiehuisje. Daarom waren ze al op maat. Tenminste qua breedte.
Het was nou niet meteen een super-klus hoor, dat innemen van de lengte van de gordijnen. Ik heb nu mijn lesje inmiddels wel geleerd en weet nu, dat ik ze moet afspelden terwijl ze al op hun plaats hangen! Daarmee was het ook snel gefikst. Een paar spelden erin, naald en draad gepakt en een blinde zoom erin gemaakt. Ja, nu moeten ze nog een keer extra worden gestreken. Dat gaan we een andere keer doen hoor. Gisteravond was het me te laat. En om eerlijk te zijn is het me nu te vroeg…
Mijn zinnen waren namelijk gezet op bezigheden in de keuken! Vele malen leuker, dan het strijken van gordijnen! Vorige week had ik twee kilo appels meegenomen. Het idee erachter was, dat die alvast geschild en gekookt zouden worden en daarna in de diepvries zouden gaan. Die kunnen we daardoor à la minuut gebruiken, wanneer we “plotseling” trek hebben in stamppot appels. Het is natuurlijk bijna een zonde, wanneer je dat wilt eten en je geen appels genoeg in huis hebt. Van die twee kilootjes kwamen twee bakjes uiteindelijk in de diepvries terecht. Hiervan kunnen we voor ons tweetjes twee keer eten. Hmmm… Wat eten we eigenlijk vanavond?
In ieder geval geen stamppot. Wel patat met bitterballen! Zelfgemaakte bitterballen. Het was al meerdere weken geleden, dat we de smaak van die snack hadden geproefd. En in de diepvries lag niets meer, dat had ik de vorige week al gezien. Omdat ik toch zo lekker in de keuken aan het werk was, had ik al karbonades middels de snelkookpan lekker gaar gekookt. Nu was het zaak om de ragout te maken. Het vlees werd afgezocht en gemalen. Boter gesmolten, meel erbij gedaan, langzaam een beetje droog laten koken, waarna de bouillon er beetje bij beetje bij werd gegoten. Vervolgens karbonades, zout, peper, nootmuskaat, peterselie en Worchestershiresaus erbij en even laten koken. Uiteindelijk kon de ragout toen in de koelkast om af te koelen.
In die tijd had Heiko bloembolletjes gepoot. Twee soorten vroegbloeiende, blauwe bloemetjes die het meeste op krokussen lijken. Aldus Heiko. We hebben in het voorjaar alleen maar hier en daar een paar blauwe druifjes, een paar sneeuwklokjes en een paar tulpen die gaan bloeien. Voor de rest moeten we lang(-er) wachten op bloemen en daarmee kleur in de tuin. Omdat hij deze bloembollen bij het ziekenhuis in Jönköping had gepoot, werd het idee geboren, om ze ook hier te gebruiken. Op twee plaatsen hopen we ze het volgend jaar, vroeg, te kunnen begroeten.
Een paar groepjes pootte Heiko in het gras, langs het muurtje van de trap naar de keuken. Dat is altijd een saai stukje. Verder werden er een paar gepoot, naast de oprit. In het gras bij het muurtje, op de scheiding van het hoge en lage gedeelte gras. Tegen de tijd dat deze bloemetjes uitgebloeid zijn, wordt het tijd om het gras te maaien. Dat gaat dus prima samen. Wist je dat je bloembollen op een diepte van drie keer hun grootte moet poten? Als de bol vier centimeter hoog is, moet je die poten op twaalf centimeter diepte. Dan wordt de steel van de bloem namelijk het stevigst. Wat zal dat leuk lijken, wanneer ze allemaal in bloei staan. Nu maar met ze beginnen te praten, zodat ze ondergronds goed groeien.
En ineens was het tijd om me om te kleden en naar Aneby te gaan. Na de week in Nederland, lag er voor de week erop een oproep voor de mammografie. Die heb ik toen laten verplaatsen, in verband met corona. Omdat het in Nederland snel erger werd met het aantal besmettingen én ziekenhuisopnames, leek het mij verstandiger om thuis te blijven. De nieuwe datum was vandaag geworden. Ik heb geen gezondheidsklachten, niet in de zin van het niet coronaproof zijn, en daarom stapte ik vanmiddag met een gerust hart de grote wagen in. Een kwartiertje te vroeg. Toch zat ik binnen twee tellen al aan het bureau van een verpleegkundige, om mijn gegevens op te noemen. Ze vertelde me, dat uitslag twaalf weken (!) op zich kon laten wachten. Het kon ook eerder zijn. Daarna kwam het: op een pijnlijke manier foto´s laten maken van de borsten. Het is oh zo belangrijk, maar anders… Binnen een kwartier stond ik weer buiten en nu is het wachten op uitslag.
Bij thuiskomst zag ik meteen het verschil toen ik de oprit opreed: Heiko had de bladhark ter hand genomen. Langs de oprit staan veel verschillende bomen, maar ze hebben ook een overeenkomst. Ze laten allemaal hun blad vallen in oktober! De border én het strookje gras langs de oprit was bedekt met laagje bladeren. Dat had Heiko er even uit- en afgeharkt. Eerst op grote stapels en daarna met de kruiwagen elders in het bos neergegooid. Daar kan het mooi composteren. Meer dan vijf kruiwagens met stijf aangedrukt blad moesten verplaatst worden. Dat lijkt weer een stuk netter nu. Het is niet bladvrij, maar dat hoeft ook niet. Dat hoort bij de tijd van het jaar. De dikke laag is in ieder geval weer weg en het gras kan weer ademen. Een jaarlijks terugkerende actie. Dit was niet het enige wat hij had gedaan trouwens.
Hij vertelde me, dat hij ook het doorspoelwater van de wc uit de caravan had laten lopen. De schoonwatertank had hij eerder al leeggemaakt, maar nu ook het water dat voor het toilet bedoeld is. Dat mag uiteraard niet bevriezen, want dan komt er schade aan de leidingen. Verder zag ik, dat de grijpvoorraad met brandhout in de kelder weer was aangevuld. Dat gaat nu wat sneller op, nu de temperaturen omlaag zijn gegaan. We moeten nu meer hout verstoken om het huis op een aangename temperatuur te houden en voor het warme water. Er gaat zeker een kuub hout per week door nu. Gelukkig is er nog voldoende voorraad en mocht die niet toereikend zijn, hebben we altijd nog de pellets.
Na het warm eten pakte ik de gestierde ragout voor de bitterballen uit de koelkast. Tevens gooide ik een rauw ei in een bord én pakte ik nog een bord waar het paneermeer inkwam. Van de stevige ragout draaide ik ballen en haalde die een voor een door het geklutste rauwe ei, om ze vervolgens door de paneermeel te rollen. Een plakkerige bezigheid, maar ach: het resultaat telt! Ik had deze keer een dubbele portie van de ragout gemaakt en kon zodoende ruim vijftig dikke bitterballen draaien. Veertig daarvan gingen in de diepvries en die andere tien gingen in de frituur. Samen met de ovenpatat hadden wij een heerlijke maaltijd! Ze waren weer goed gelukt (al zeg ik het zelf).