Op 16 maart 2021 leverden we mijn Nederlands rijbewijs in, bij het postagentschap bij de Preem in Tranås. Het zou aangetekend verstuurd worden naar Transportstyrelsen in Örebro. Ondertussen is het 14 april en we hebben nog geen enkel signaal vanuit Örebro ontvangen. Tijd om maar eens aan de bel te trekken, want vier weken zonder rijbewijs geeft wel een onbehaaglijk gevoel. Stel dat ze je aanhouden. Ze zeggen wel, dat dat geen probleem is. Ik heb uiteindelijk overal kopieën van gemaakt, om eventueel te kunnen laten zien. Maar toch. Feitelijk heb ik mijn rijbewijs natuurlijk ook wel op zak, alleen kan ik dat momenteel niet aantonen met het “pasje”. Eerst maar even gecontroleerd of PostNord zijn werk goed had gedaan. Omdat het aangetekend verstuurd was, kon ik via Track&Trace controleren of de brief met een aanvraagformulier voor een Zweeds rijbewijs én mijn Nederlands rijbewijs was aangekomen.
Ja, dat was het geval. De dag nadat het was ingeleverd bij de Preem, was het al bezorgd in Örebro. Oké, dat is fijn. En nu? Hmmm… Zitten ze misschien op ons te wachten en wij tegelijkertijd op hen? Soms is het namelijk zo, dat ze pas iets in gang zetten als je hebt betaald voor hun diensten. Maar even gekeken op de website van Transportstyrelsen, de Zweedse RDW. Aha! Er is een langere wachttijd gaande in verband met Covid-19. Op de website van Transportstyrelsen las ik, dat ze daar na ontvangst van het aanvraagformulier én het originele rijbewijs, de aanvraag gaan bekijken. Als die wordt goedgekeurd sturen ze een nota en informatie. Zodra de nota is betaald kun je dan naar een van hun kantoren, in ons geval in Jönköping. Om een digitale handtekening te zetten én voor een digitale foto. Mooi, ze wachten dus niet op ons. Dat is wederom een geruststelling.
Toch maar even proberen om met ze te bellen. Op de ingesproken tekst die te horen was, gaf men meteen aan dat ze achterstanden hebben. Ze vragen de mensen om geduld te hebben. Dat hebben we dan uiteraard. Overigens las ik ook op hun website, dat de geldigheid van (bijna) alle rijbewijzen zijn verlengd met 10 maanden. Dat is een EU-maatregel en geldt blijkbaar niet alleen voor de Zweedse rijbewijzen, maar ook voor mijn Nederlands rijbewijs. Echter, ik kan niet bewijzen dat ik een rijbewijs heb. Behalve via een foto van mijn rijbewijs. Aan de ene kant ben ik wel gerustgesteld: * het rijbewijs is aangekomen * de vervolgactie ligt bij hen * er is bij hen simpelweg sprake van een achterstand en ik kan rustig afwachten * de geldigheidstermijn is verlengd. Toch… Had ik liever een geldig rijbewijs op zak wanneer ik met de auto onderweg ga. Het is niet anders. Geduld is een schone zaak.
In de folder van Jysk stond deze week een “dynbox”, oftewel een “tuinstoel-kussens-opberg-box”. Ha! In het Zweeds is het een stuk korter. Heel fijn van de aanbieding, want in de winter is die van ons immers kapot gegaan. De sneeuw, die van het dak gleed was er bovenop gevallen en had de box volledig vernietigd. Die oude brokstukken liggen inmiddels op de stort. Deze aanbieding kwam voor ons daarmee als geroepen. Gisteren reed Heiko zodoende na zijn werk even langs de Jysk in Tranås en haalde hij twee van die boxen op. Twee? Ja, want er zijn inmiddels zoveel losse (sier-) kussentjes, dat we die niet meer in eentje kwijt kunnen. Vanmorgen zette hij de twee boxen in elkaar en inmiddels zijn ze gevuld met de kussen die we hopelijk zeer binnenkort kunnen gebruiken. Vandaag doet de natuur in ieder geval een hele goede poging, om ons uit het huis te lokken. Wát een schitterende, strakblauwe lucht en wát een heerlijk zonnetje. Achter het glas in de verwarmde woonkamer ziet het er fantastisch uit! Buiten was het een beetje frisjes. Beide, de zon en de temperatuur, waren het gevolg van de nachtvorst van afgelopen nacht.
En toch wilden we nog wel even iets buiten doen. Het zag er immers zó aantrekkelijk uit! Het opruimen van het trollenhuisje stond al langere tijd op mijn to-do-lijstje. Nu konden we dat samen wel eens aanpakken. In de verwachting dat de temperatuur na de middag ietsjes hoger zou zijn, gingen we na de lunch naar buiten. We pakten tezamen het trollenhuisje leeg en sorteerden meteen op “Weggooien”, “Gebruiken in de tuin” en “Elders opbergen”. Eigenlijk stond er niet eens zo heel veel in, alleen was het onlogisch en chaotisch neergezet. Zo gaat het vaak. Er staat iets in en er komt alleen maar iets bij, zonder dat het meteen netjes geordend wordt. We hadden daar bijvoorbeeld vele lege kratten en plastic opbergboxen staan. Verder een groot aantal lege bloempotten: van plastic, keramiek en steen.
Alles ging eerst naar buiten en werd netjes gesorteerd. Een viertal volle kruiwagens gingen richting de garage. Twee daarvan verdwenen achter in de Volvo. De inhoud wordt morgen bij de stort afgeleverd. De beide parasols gingen alvast naar het terras, respectievelijk naar de vlonder. Ook een barbecue ging naar het terras. Een paar bloembakken gingen eveneens naar huis en staan daar klaar om binnenkort beplant te worden. Zodra de nachtvorsten tot de verleden tijd behoren. De vloer van het trollenhuisje werd vervolgens aangeveegd en daarna begon het systematische inpakken en inrichten. Dat leverde veel vloerruimte op en veel meer overzicht. Een leuke actie die ongeveer twee uurtjes in beslag nam. We hadden een kop koffie verdiend!
Oh ja! En een klein koekje erbij zelfs. We doen eens gek! Daarna was mijn energie weer eens op. Op zo´n moment super frustrerend… Heiko ging nog wel weer naar buiten. Hij wilde graag een paar meter sleuf graven, waar de leco betonblokken in moeten komen te liggen: op de juiste hoogte en vanzelfsprekend waterpas. Het leek hem (en mij) verstandig, om die sleuf eerst te graven, zodat je weet wat je onderweg tegenkomt aan stenen, keien of rotsen. Stel je voor, dat je er 10 betonblokken keurig recht in de grond hebt liggen en dat er daarna een enorme rots op je pad komt! En stel je dan voor, dat je daardoor eigenlijk geen andere keuze hebt, dan 50 centimeter met alles opzij te gaan. Dan kun je die eerste tien er weer uithalen en verplaatsen. Nee! Dan liever eerst de sleuf uitgraven en als die in één lijn gemaakt kan worden, kunnen daarna de betonblokken erin. Tot nu toe, de sleuf is voor 3/4 klaar, is er slechts bij blok 1 (vanaf de oprit gerekend) een probleem. Heiko ziet het echter wel zitten om die kapot te maken met een dril-beitel-boor.
Misschien was het wel vanwege de frisse wind: Heiko wilde de omgeving een beetje opwarmen. Hij had nog een stapel takken, boomschors en boomwortels liggen, die vorig jaar al op een hoop waren gegooid. Inmiddels was alles goed droog en wilde het prima branden. Het vuurtje begon klein, met een beetje papier, karton en een paar dunne takjes. Langzamerhand werd het groter en groter. Uiteraard liet Heiko het vuur niet té groot worden. Geen risico´s met open vuur! Overigens was er water genoeg bij de hand, omdat meteen naast het vuur het land nog onder water staat. Daar komt bij, dat Heiko er de hele tijd bij bleef, gewapend met een schep. Hij zou meteen kunnen ingrijpen wanneer er iets mis dreigde te gaan.
Wat is dat toch met mannen en vuur? Ik bedoel, die takken hadden toch ook gewoon op een composthoop gegooid kunnen worden of naar de stort? Ik zal dat waarschijnlijk nooit begrijpen. Natuurlijk was er dit keer meer, want ook bepaalde dingen uit het trollenhuisje werden verbrand. Het werd in ieder geval een mooi, beperkt vuurtje, alleen kwam er af en toe wel erg veel rook vanaf. Gelukkig wonen de eerste buren op een kilometer afstand en is de rook dan al helemaal verwaaid. Na afloop restte er slechts een hoopje houtskool en even later alleen maar een hoopje as. Dat zal morgen verspreid worden in de natuur, want dat is ook weer een prima voeding. As van verbrand hout is namelijk goed voor de tuin. Het materiaal vormt een rijke bron aan kalk, kalium en sporenelementen. Veel planten hebben deze stoffen nodig, om gezond te blijven, goed te groeien en een gezonde knopontwikkeling en bloei door te maken.
We weten trouwens inmiddels ook met 100% zekerheid, dat het gele vogeltje een sijsje is. Vanmiddag konden er een paar duidelijke foto´s van het mannetje genomen worden. Die nam uitgebreid de tijd om pinda´s te pikken. De donkere vleugels met opvallende gele vleugelstreep was heel duidelijk te zien. Net als het zwarte “petje” van het mannetje. “De sijs eet vooral zaden van de els, berk en naaldbomen. In de broedgebieden is de soort in hoge mate afhankelijk van sparren en pijnbomen. De spitse, tamelijk lange en kegelvormige snavel is bij uitstek geschikt om zaden uit halfgeopende den- of sparappels, elzenproppen en berkenkatjes te peuteren. Vooral tijdens de doortrek in de lente eten sijzen ook graag pinda’s.” Zoals bij Björkhaga… “Sijzen broeden uitsluitend in de omgeving van omvangrijke naaldhoutbossen. Vooral oude sparrenbossen scoren goed. Sijzengroepjes houden zich vooral op in bossen en tuinen.” Eet smakelijk, Sijsje!