Geen widgets gevonden in de zijbalk

Ruim een week geleden waren we in Jönköping, waar we de nieuwe kloofmachine kochten. Terwijl we door de winkel Biltema liepen viel het oog mij op een stelling met brandblussers. Kleine van 1 kg, grotere van 2 kg en hele grote van 5 kg. Wij hadden in de kelderhal, precies naast de deur, een hele grote hangen. Die was nog van de vorige bewoners en we hadden totaal geen idee hoe oud die was. “Zou die nog wel werken?” Dat hadden we ons te vaak afgevraagd en daarom was het aanschaffen van deze middelgrote blusser geen discussiepunt. Vanochtend werd de oude verwijderd en de nieuwe opgehangen. Nu hoeven we ons niet langer af te vragen of hij werkt…

Men voorspelt, dat we hier binnenkort vorst kunnen verwachten. Vanaf maandagnacht en dan niet slechts een graadje, maar een paar meer. Dat was voor Heiko een seintje om in actie te komen. We hebben het grote waterreservoir naast het huis staan, waar we vanaf het voorjaar regenwater in opvangen. Dat gebruiken we ´s zomers voor de plantjes. Eveneens is het een achterdeurtje voor hele warme zomers, waarbij onze put leeg zou kunnen komen te staan. Iets wat we nog niet gehad hebben gelukkig! Er zat nog behoorlijk veel water in de grote bak. Dat moest er nu uit. Wanneer het strenger gaat vriezen zal dat water niet vloeibaar blijven en daarmee bestaat de kans dat niet alleen het water in het reservoir bevriest, maar tevens zal uitzetten en de bak vernielen. Het zekere werd voor het onzekere genomen en daarom liet Heiko het water eruit stromen. Ook wel zo fris: kan er volgend voorjaar weer vers water in!

Nog voordat Heiko weer naar Eksjö zou gaan, om een nieuwe lading boomstammen te halen, had hij hier nog het een en ander gekloofd. Naar aanleiding van het kloven van gisteren wilde ik dat liever niet meteen weer (alleen) doen. Daar had hij vanzelfsprekend begrip voor en daarom deed hij het. Niet eens zo lang. Voordat ik erop verdacht was stond hij weer naast mij en vertelde mij, dat ik kon beginnen met stapelen! Dat deed ik met plezier, want zo konden we de werkzaamheden met betrekking tot het hout mooi verdelen. We hebben er beide profijt van en om dan Heiko alles alleen te laten doen… Nee, dat klopt niet!

Na het stapelen van vijf kruiwagens vol hout was ik even gestopt, om een kopje koffie te pakken. Toen zag ik op de weg naar Hagen een auto geparkeerd staan. Met regelmaat staat daar een auto van mensen, die even de weg naar boven bewandelen. Al dan niet met een hondje. Dit keer was het echter een jager! Het gebeurt niet vaak, dat die alleen zijn. Veelal gaan ze met twee of meer op pad. Of, en dat zou nog wel een mogelijkheid zijn, er staat een eindje verderop nog iemand. Dat deze man of iemand anders heeft geschoten, heb ik niet gehoord. Dat zijn namelijk geluiden, die je ook in de kamer wel kunt horen. Ik ga er dan ook maar van uit dat hij zonder succes en zonder aangeschoten wild huiswaarts is gereden.

De houtstek aan het trollenhuisje raakt meer en meer leeg. Om eerlijk te zijn vind ik het heel erg jammer, dat de houtstek daar destijds gebouwd is. Het doet naar mijn idee “afbreuk” aan de sfeer van het huisje. Daarom vroeg ik Heiko eerder deze week of we niet op een andere plaats een nieuwe houtstek konden maken. Ik stelde meteen voor, om dat tegenover de tweede houtstek te doen. Eventueel kunnen we die dan nog doortrekken, om uiteindelijk eentje te maken in een U-vorm. Dan is de huidige tweede (waarvoor nu nog de klover staat) één poot van de U. Daar tegenover (waar nu inmiddels al iets ligt) komt een nieuwe houtstek en is daarmee de tweede poot van de U. Als we die twee dan uiteindelijk met elkaar verbinden, door aan de de zuidkant ook nog een houtstek te maken, heb je de U! In het midden hou je ruimte over, waar je dan kunt zagen en kloven. Dan heb je daadwerkelijk een “hout-verwerkings-plaats”. En een blijvende. Dat idee vond Heiko meteen helemaal top!

Dat betekent, dat de dakpannen weg kunnen. We hebben ze destijds gebruikt ter opvulling van de ondergrond van de houtstek. Ook een klein beetje, omdat we nog niet wisten wat we er mee wilden doen. Nu wel, want gebruiken doen we ze beslist niet weer allemaal. Een paar zullen we houden om er creatief mee bezig te kunnen gaan. En we houden een paar achter voor een dak van een put. Die put staat nog altijd op ons wensenlijstje. De rest gaat weg. Omdat ik moest schuilen voor een buitje, pakte ik alvast de zitmaaier-aanhanger vol. Die kunnen later in de grote aanhanger worden overgepakt, waarna ze naar de stort kunnen. Dubbel werk? Ja, eigenlijk wel. Nu deed ik echter de rek- en strekoefeningen, zodat Heiko dat niet meer hoeft te doen. En… Heiko had de grote aanhanger meegenomen naar Eksjö…

Het aller-, aller-, allerlaatste wat ik vandaag deed, was bladharken. De onkruidboom, achter het huis, had de bladeren lang vastgehouden, maar moest de strijd tegen de herfst opgeven. Ze waren nagenoeg allemaal de laatste week op het grind terecht gekomen. Als we het zouden laten liggen wordt het een gladde bedoening en dat kan weer leiden tot valpartijen. Gezien de weersvoorspellingen moest dat naar mijn idee nu nog maar even. Het was nou ook niet een klusje van uren hoor, want sinds een paar jaar hebben we een hele brede bladhark. Die neemt veel in een keer mee. Het nadeel van het opruimen van bladeren van grind is, dat het je nauwelijks lukt om geen kleine steentjes mee op te pakken. Ik heb het dan ook zo goed en zo kwaad als het kon opgeruimd, rekening houdend met het grind. Het is weer veiliger geworden in Ödarp!

Net op het moment, dat ik het gebruikte gereedschap opruimde reed Heiko de oprit op. De aanhanger behoorlijk vol met boomstammen. Meteen ging hij door naar achteren. Daar pakte hij alles direct uit de aanhanger en kwam het op een grote stapel te liggen. Zo! Daar zitten stammen bij met een behoorlijke doorsnee. Volgens Heiko liggen in Eksjö stammen met een nog grotere doorsnee en zal het moeilijk worden, die in stukken van 30-40 centimeter te zagen. Het zaagblad van onze motorzaag is daarvoor te kort. Hoe we dat moeten aanpakken weten we nog niet. Wel is al heel even de naam van een buurman gevallen, waarvan we weten, dat hij wél een motorzaag heeft met een langer zaagblad. Of we die toch binnenkort maar moeten proberen te lenen? Toen we beide de boel hadden opgeruimd werd het al snel donker en hielden we het buiten voor gezien.

Er is al eens over geschreven, alleen is door “de opruiming” van een paar maanden geleden het bericht komen te vervallen. Omdat het onlangs zelfs in het Nederlands vrouwentijdschrift “Linda” werd genoemd, kan ik het niet laten om het nog eens te vermelden. Het is gewoon te leuk! Ik heb het over het begrip “Lördagsgodis”, zaterdag snoep. Linda schrijft “Zweden eten 1 kilo snoep per week, maar hebben dankzij lördagsgodis topgebitten! Wie op een willekeurige zaterdag door een Zweedse stad wandelt, zal daar opvallend veel kinderen met grote zakken snoep zien lopen. Het is een nationale traditie. Het idee is simpel: doordeweeks niet snoepen en de schade op zaterdag in één keer volledig inhalen.” Dat klopt als een bus! Het is ontstaan in de jaren 50, toen duidelijk werd, dat cariës wordt veroorzaakt door suiker. Maar weinig mensen weten echter, dat lördagsgodis een donkere oorsprong kent…

De oorsprong ligt namelijk in feite bij het zogenaamde “Vipeholm-experiment”. Dat werd uitgevoerd op patiënten in de instelling voor gehandicapten van Vipeholm. De gevangenen kregen veel snoep, om cariës op te wekken! Daaruit bleek dus, dat tandbederf verband hield met suiker. Daarna ging een campagne van start, waarin ze aanmoedigden om meer snoep in één keer te eten, in plaats van vaak mínder snoep. Het snoep zelf vond al lang daarvoor zijn weg naar Zweden. In de 19e eeuw begonnen ze chocoladetaarten en chocoladepralines te maken. Het was ook in dezelfde eeuw, dat snoepjes in Zweden werden verkocht. Vroeger verkochten alleen apotheken harde snoepjes, maar vanaf dat moment kon je ze ook op de markt kopen. Pas in de 20e eeuw begon de massaproductie van snoep. Toen waren er in vrijwel alle winkels industrieel gemaakte snoepjes te koop en dat was een groot succes. En nu moeten we een week wachten: gisteren was het zaterdag en zijn we lördagsgodis vergeten…


2 gedachten over “Veiligheid boven alles”
  1. Dag Joke en Heiko,

    Goed dat jullie bezig zijn met veiligheid. Een ongeluk zit in een klein hoekje!

    Ik heb gisteren zelf net een 2-daagse BHV cursus gedaan en zie op de foto dat jullie een poederblusser gebruiken. Die is voor de meeste brandjes geschikt:
    – voor (klasse A op de blusser) vaste stoffen zoals papier, textiel, houd, etc.;
    – voor (klasse B op de blusser) vloeistoffen zoals wasbenzine, terpentine, kaarsen, etc.;
    – en voor (klasse C op de blusser) gassen zoals aardgas, lpg, butaangas en propaan. Wel het gas direct afsluiten.

    Hou er wel rekening – mocht je deze onverhoopt nodig zijn – dat je van de wind af blust (al zal dat binnen niet zo’n issue zijn). Als je het poeder in ademt werkt dat laxerend! Het poeder uit de blusser is namelijk behoorlijk agressief.
    De kans bestaat dat er wel neven-schade ontstaat in met name elektrische apparatuur in huis door die agressieve poeder. Maar alles beter dan dat het huis afbrandt en dat je niets meer over houdt!

    Groetjes van ons allen uit Hoogeveen,

    Wilfred

    1. Hej!
      Dat is nog eens een duidelijke uitleg: super bedankt, Wilfred!
      We hopen inderdaad, dat we de blusser nooit hoeven te gebruiken. Maar mocht dat onverhoopt toch moeten, weten we nu beter hoe ermee om te gaan.
      Fijn weekend en doe je de groetjes?

Laat een antwoord achter aan Joke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.