“Zie ik dat goed? Schijnen de bomen rood op?” Dat was inderdaad het geval. De zon komt tegenwoordig rond vijf uur op en tegen de tijd dat wij opstaan, schijnt hij net over de boomtoppen heen. Daardoor leek het alsof er tegenover ons rode bomen stonden en het gras daar een rode tint had. Het werd nog eens benadrukt, doordat het vannacht weer een paar graden had gevroren. De zon weerkaatste namelijk op de bevroren waterdamp, de witte aanslag (rijp) en dan krijg je die rode kleur. Toen ik uit het raam van de douche keek, zag ik, dat de zon inderdaad net boven de boomtoppen kwam. Prachtig!
Vanmorgen waren we beiden al voor zessen beneden. Het interne klokje had ons tijdig gewekt. Voordat het alarm op Heiko zijn telefoon afging. Dat is al bijna standaard elke dag zo. Slechts heel zelden slaapt Heiko door tot het alarm. Hij heeft overigens goed geslapen en heeft geen pijn meer aan zijn bovenarm. Daar waar hij gisteren gevaccineerd werd. Eenmaal beneden smeerde hij zijn broodjes voor vandaag, at hij er eentje voor vertrek op, om vervolgens in de auto te stappen. Heiko zou vandaag voor de verandering eens met collega Anton op stap gaan. Anton werkte vier jaar geleden al voor Kenth Örtengren, maar ging voor een vakantie van drie weken naar Noorwegen. Op de grens van Noorwegen en Finland om precies te zijn. Die drie weken werden uiteindelijk drie jaar! Hij vond daar namelijk een vriendin en bleef zodoende langer dan verwacht. Inmiddels is hij toch terug en werkt hij weer voor Örtengren.
Bij het zien van dit plaatje moet je even goed nadenken wát je nu eigenlijk ziet. Nee, het zijn geen paddenstoelen, maar niets meer of minder dan pads! Gebruikte, die uiteindelijk op onze composthoop belanden. Alleen liggen ze er nagenoeg meteen weer naast! Vogels vinden ze enorm interessant namelijk. Niet alleen gooien ze de pads overboord, maar ze gaan er ook mee vandoor en nemen ze in hun vlucht mee. Ze liggen zelfs op het land van de buurman… Waarom vinden ze deze dingen nou eigenlijk zo interessant? Is het de koffie? De geur ervan? Eten ze er ook daadwerkelijk van? Vreemde vogels hier!
Ik had het plan opgevat om een stukje gras voor ons huis te gaan ontmossen. Niet met een hark, want Heiko had immers al vernomen, dat dat veel te zwaar werk was. Nee, ik zou dat doen met de elektrische verticuteermachine. Dat is een heel handig dingetje en het kost helemaal geen moeite om daar mee te werken. Het was een fantastische mooie zonnige dag. Om negen uur was het al boven de twintig graden (in de zon), waarmee binnen blijven zitten geen optie was. Echter eenmaal buiten vernam ik, dat er tegelijkertijd wel een koud windje stond. Toch maar een warme trui en jas aangetrokken. Daarna kon ik beginnen met het verzamelen van alle benodigdheden: verticuteermachine, verlengsnoeren en kruiwagen.
Voor dit klusje gebruikte ik een extra opzetstuk voor de kruiwagen. Een kunststof rand, met daaronder een band van elastiek. Die past om de kruiwagen heen en biedt daardoor wel dubbel zoveel ruimte. Mos weegt immers niets en zodoende kwam het plastic opzetstuk prima van pas. Het verticuteren ging als een trein. Wát een mos kwam er uit het gras! Er kwamen zelf toppen van keien boven het gras. De opvangbak van de verticuteermachine zat na ongeveer elke vier meter alweer nagenoeg vol. Niet helemaal, maar dat lukte ook niet. Doordat de bak ietsjes schuin aan de machine hangt glijdt het mos terug. Naar de mesjes. En als die eenmaal bedekt zijn met mos, dan kan de machine zijn werk niet goed meer doen. De bak moest daarom regelmatig leeggegooid worden.
Er pasten elke keer vijftien bakken mos in de kruiwagen. Dat was zonder band ongeveer vijf, vertelde Heiko me later. Dat scheelde dus een derde! Als de kruiwagen eenmaal goed vol was, gooide ik het mos op de houtwal. Die langs het beekje is aangelegd. Daar groeit het mos gewoon door en we krijgen zodoende een mooie groene afscheiding tussen onze tuin en het beekje. Af en toe nam ik ook nog weer takjes mee. Er lagen aan die kant van het huis nog behoorlijk veel op het gras. Die takjes kwamen niet op de houtwal, maar in de bak met hout voor het aanmaken van de grill. Deze takjes zijn er immers uitermate geschikt voor! Ebba kwam af en toe ook even bij me kijken. Vanzelfsprekend moest ze wel even ruiken aan dat “vreemde ding” op het gras…
Hoewel de klus met het verticuteren nog niet af was, moest ik stoppen. Mijn rug was enorm pijnlijk. Vermoedelijk door het bukken om elke keer de bak te legen. Vijftien keer per kruiwagen en dat keer twee, omdat de bak uit en weer terug gezet moest worden. Dat is dertig keer bukken. Vijf keer kruiwagen geleegd, wat vanzelfsprekend ook met veel bukken gepaard ging. Totaal (dertig keer vijf) 150 keer. Nog even een paar takjes opgeraapt, waardoor de teller vast rond de 175 zal zijn uitgekomen. Dat was voldoende, om me knap beroerd te voelen. Ook geestelijk, omdat je wel meer wílt, maar lichamelijk niet kúnt! De klachten worden merkbaar toch erger en dat is op zijn minst gezegd frustrerend… Toch is dit klusje weer geklaard!
Heiko en Anton konden vandaag in Tranås een sterk verwilderd stukje tuin afgraven. Volgens de bewoners was het ooit een prachtige bloementuin geweest, maar inmiddels was het alleen maar een wildernis: heel hoog gras en nog hoger onkruid. Het was de hoogste tijd, om dat af te laten graven en daar waren Heiko en Anton de hele dag mee zoet. Sterker nog: er zullen nog minstens twee dagen volgen! Nadat alles is afgegraven, worden er kant en klare grasrollen op gelegd. Een klein stukje tuin met zwarte grond blijft over. Daar moeten de aanwezige frambozenstekken eerst uitgegraven worden, waarna dat stuk schoongemaakt kan worden, om vervolgens die stekken weer terug te plaatsen.
De avond vóór 1 mei is het Valborgavond in Zweden. Overigens niet alleen in Zweden, bijvoorbeeld ook in Oostenrijk. Op 1 mei, de dag ná Valborg is iedereen vrij. Maar ja… Helaas valt dat deze keer op een zaterdag en is iedereen sowieso al vrij. Die vrije dag schijnen een heleboel Zweden trouwens ook nodig te hebben, om weer een beetje bij te komen. De viering gaat over het algemeen gepaard met de consumptie van voldoende alcohol… Valborgavond wordt ieder jaar gevierd, maar dit jaar in verband met corona uiteraard veel meer ingetogen dan andere jaren. Het vieren van Valborg is een traditie, die in Zweden ver teruggaat. Op Walpurgisnacht viert men, dat de lente is aangebroken en de winter is “ingestort”. Waar komt Valborg vandaan? Valborg, of Walpurgis zoals het eigenlijk wordt genoemd, kwam ergens in de middeleeuwen vanuit Duitsland naar Zweden. Het festival is van oorsprong katholiek en werd gevierd ter nagedachtenis aan de heilige Sint Walpurgis (Valborg), een bestuurder van een abdij, die leefde in de jaren 700.
Waarom steken ze op de avond van de 30e april vuur aan? Valborg viel op dezelfde avond als de “heksen sabbat”, een feest waarvan men dacht, dat het samen met de duivel door heksen werd gevierd. Ze staken daarom vuren aan, om zichzelf tegen deze kwade krachten te beschermen. Deze Duitse gewoonte werd later verspreid naar Zweedse steden en later ook naar het platteland. Een andere theorie over waarom er ´s avonds vuur gemaakt wordt, komt uit de oud-Deense gebieden van de middeleeuwen, namelijk Skåne, Blekinge en Halland. Daar luidden jonge mensen in de dorpen de kerkklokken, om een bijeenkomst te organiseren, wanneer ze verschillende festiviteiten zouden houden. Toen het verbod op het gebruik van de kerkklokken voor dergelijke doeleinden werd ingevoerd, begonnen de jongeren in plaats daarvan vuurtjes aan te steken om aandacht te trekken. Boeren staken ook vuren aan onder Valborg. Het was rond deze tijd dat er koeien werden vrijgelaten, dus stak je vuur aan om je vee te beschermen tegen wilde dieren. In de naoorlogse periode kreeg het festival een boost toen arbeiders en volksbewegingsorganisaties Walpurgisbranden begonnen te regelen in verschillende woonwijken. Iets dat tegenwoordig meer regel dan uitzondering is geworden.