Het was weer oranje in de lucht! De zon die tussen half acht en acht op kwam had een bijzondere gloed. Het was niet echt rood, niet echt oranje, maar een beetje van beide. Er tussenin. Op het moment dat de zon over de bomen van Västorp kon komen, bescheen hij de bomen tegenover ons huis. En dat leverde een schitterend beeld op. Ook de bomen werden rood – oranje. Nee, de foto is beslist niet bewerkt, al zou je bij het zien ervan dat wel denken. Dit was qua weer het mooiste gedeelte van deze achtste februari, want al snel zouden wolken de zonnestralen laten verdwijnen en de rest van de dag met een grijs-grauw kleed afdekken. Jammer, het begon zo goed.
De latjes voor de één-na-laatste radiatorkast waren droog, na de tweede verfbeurt van gisteren. Tijd om de onderdelen in elkaar te schroeven. Eerst de eerste en de laatste lat aan de onder- en bovenrand zodat het geheel dezelfde afstand heeft en houdt. Daarna alles ertussenin volleggen met de 30 latjes. Toen ik ongeveer op de helft was had ik het al door. Er mist iets… latjes! En zo was het inderdaad ook. Aan weerszijden had ik 15 latjes geschroefd, maar ik hield een opening over. Hmmm. Hoe kan dat nou? De radiator in de kamer is ook 1.50 meter lang en daarop zitten ook 30 latjes. Na een nadere analyse zag ik het. In de kamer had ik bredere latjes gebruikt. Tja, jammer. Nu kon de klus niet worden afgemaakt, want ik hield een gat over van 8 latjes. Die werden echte snel gezaagd, geschuurd en geverfd. Morgen nog een keer verven en hopelijk deze klus dan toch afronden. Een kleine tegenvaller, maar ach… er zijn ergere dingen.
Verder een heleboel “K-klusjes” gedaan vandaag. Even een paar kruiwagens met hout uit de houtcontainer gehaald en in het stookhok gelegd. Een paar korte, dunne latjes gezaagd en geverfd en onder de kast in de kamer gelegd. Die stond namelijk een beetje voorover. Met die kleine latjes is dat opgelost. Een kruiwagentje met kleine keien verplaatst van achterin de tuin naar het nieuwe keien-muurtje naast de oprit. De benedenverdieping gestofzuigd. Het filter van de droogtrommel eruit gehaald en schoongemaakt. De kattenbak schoongemaakt. Achterin de tuin een stukje grond uitgevlakt, omdat daar later dit jaar een grote definitieve houtstek komt. Het stukje tuingrond naast het keien-muurtje even aangeharkt, nog een beetje rommel (verrotte planken) opgeruimd, de houtkachel een paar keer gestookt, kapotte lamp vervangen, paar plankjes naast de zekeringenkast geverfd, enzovoort. Stuk voor stuk K-klusjes, waarbij de K hier overigens voor “Kleine” staat. Niet eens de moeite waard om over te schrijven en toch nemen ze stuk voor stuk de nodige tijd in beslag.
“Je hebt het achter de ellenbogen, Joke!” Nee, natuurlijk is dat niet letterlijk bedoeld. Alleen Joke haar nieuwe jurk, die ze vandaag voor het eerst aan had, is een gebreide jurk. Niet een dikke, maar wel een hele warme. Met dik garen hebben ze de jurk echter niet gebreid en daarmee zag ik door de jurk de huid van haar ellenbogen. Dat vond ze niet zo leuk, omdat dit ook een voorbode kan zijn, meende ze. Omdat juist dáár het garen het eerst kapot kan gaan en zodoende gaten kunnen ontstaan. Zo ver liet ze niet komen, want ze pakte een paar ellenboogstukken. Die had ze nog liggen in diverse kleuren en wilde ze preventief er aannaaien. Gelukkig had ze die ook nog in het zwart. Aan mij de eer, om de stukken op de juiste plaatst aan de jurk te spelden, zodat Joke wist waar ze moesten komen. Daarna werden ze op het stof gestreken. Er zat namelijk een dun laagje lijm achter de ellenboogstukken, die door de hitte van de strijkijzer zacht werd en zo aan de mouwen hechtte. Toen dacht ik dat ze klaar was, maar niet dus. De stukken waren aan de randen geperforeerd en daarmee kon Joke ze “op de mouw spelden”. Nee, op de mouw naaien. Als je eenmaal in de ban van spreekwoorden en gezegden bent… Al met al een leuke afleiding met leuk resultaat!
Snap jij dit nou? Er gaan geruchten, dat we te zijner tijd moeten betalen om belastingaangifte te kunnen doen! De minister van Binnenlandse zaken liet dat eerder deze week in de Tweede Kamer weten. Sinds deze maand moeten bedrijven al daadwerkelijk betalen voor het nieuwe inlogsysteem “e-herkenning” van de Belastingdienst. De kosten hiervan zijn maar liefst zo’n 45 euro. Volgens een televisiezender zijn ondernemers boos, dat ze hiervoor moeten betalen. Veel mensen vinden het vreemd en niet kunnen, dat je moet betalen om aan een betalingsverplichting te moeten voldoen! Het ministerie van Financiën ziet dit duidelijk anders en vindt dat het volkomen logisch is. Je neemt immers een dienst af en daarvoor moet betaald worden. Op een vraag van een Kamerlid of dit straks ook voor ons burgers gaat gelden, liet de minister van Binnenlandse Zaken weten, dat dit niet uit te sluiten valt. Dit zou tot kosten leiden voor de gebruikers. Voor ons dus. “Gratis bestaat niet,” zegt de minister. Vooralsnog denkt men, dat het in ieder geval nog niet zo’n vaart lopen. De minister geeft aan, dat er “op korte termijn” niets zal veranderen. Alleen hoe kort dat korte termijn is werd er niet bij gezegd!
De afgelopen week had ik een paar keer via de mail contact met de uitgever van mijn boeken. Hij had het script voor het derde boek ontvangen en melde, dat het wel érg veel woorden waren! Zoveel, dat er wellicht beter twee boeken van gemaakt konden worden. Twee boeken? Dat verbaasde mij enorm, want ik had (net als de vorige keer bij boek 2) ervoor gezorgd, dat ik ongeveer 200 bladzijden zou hebben. Toen we samen verder keken, in ieder geval verder dan mijn neus lang is, zagen we dat boek twee ruim 55.000 woorden had en boek 3 zat nu op maar liefst 110.000 woorden! Heel vreemd. Vooral omdat in beide gevallen het toch wel degelijk om 200 bladzijden ging. Ik begreep er niets van, totdat de uitgever me erop attent maakte, dat boek 2 op A5-formaat was aangeleverd en boek 3 op A4-formaat. 2 Keer zo groot! Oei, wat een stommiteit…
Er werden mij twee opties voorgelegd: het geheel splitsen en er twee zelfstandige boeken van maken of flink in het aantal woorden strepen. Na enige overwegingen heb ik voor de laatste optie besloten. Het zouden naar mijn mening geen leuke, logische verhalen worden, wanneer het script zomaar ergens in tweeën zou worden gesplitst. Ook het hergroeperen van de hoofdstukken bood geen soelaas. Er zat niets anders op dan het schrappen van teksten en zelfs hele hoofdstukken. Jammer, maar het is niet anders. Wees gerust: boek 3 zal dus geen 400 bladzijden tellend dikke pil worden, alleen zal het wel iets meer dan 200 pagina´s krijgen. Dit weekend zal ik proberen, om er de laatste hand aan te leggen en het script opnieuw naar de uitgever te mailen. Wordt vervolgd.