Een paar weken geleden waren we naar het lucifermuseum in Jönköping geweest. Dat leek ons leuk om een keer te bekijken, maar dat we er zó enthousiast vandaan zouden komen hadden we niet verwacht. We kochten er een informatieboekje en lazen dat thuis nog eens rustig na. Het is uiteraard in het Zweeds, maar goed te begrijpen. We vonden dit museum heel interessant en wilden er daarom een apart item aan besteden voor onze website. Het museum blijkt zelfs het enige lucifermuseum ter wereld te zijn. Het informatieboekje beschrijft, dat er geen ander product is geweest dat Zweden en specifiek de plaats Jönköping zó op de kaart heeft gezet als de lucifers.
De historie van de lucifer begint in 1840, toen Jönköping een kleine stad was met ongeveer 4.500 inwoners. Er waren kleine werkplaatsen waar dingen werden gemaakt, maar fabrieken kenden ze toen nog niet. Twee inwoners van de stad, de gebroeders Lundström, waren onder de indruk van industrieën in Europa. Ze besloten in Jönköping de eerste luciferfabriek te starten. De ene broer, Johan Lundström, was technicus en chemist en de andere broer, Carl Frans Lundström, was zakenman en econoom. Deze laatste sprak vijf talen en reisde veel door Europa waar de industrie flink groeide. Hij deed veel contacten op én de kennis om een industrie op te zetten. De eerste fabriek werd opgezet in een oude schoenmakerswerkplaats in het jaar 1845. Daar werkten toen ongeveer 30 mensen. Dat gebouwtje werd al snel te klein en drie jaar later verhuisden de werkzaamheden naar een ander gebouw, het gebouw waar thans het lucifermuseum in ondergebracht is.
In het jaar 1855 was er in Parijs een wereldtentoonstelling waar de gebroeders een prijs wonnen voor hun lucifer. De verkoop kreeg een enorme impuls en het geld stroomde binnen. Heel Europa wilde de lucifers. Het begrip “Made in Zweden” was geboren. De fabriek werd gestaag uitgebreid met meer gebouwen en meer werknemers. In de beginperiode bestonden de werknemers voor een groot deel uit vrouwen en kinderen. Die werkten, net als de mannen, elf tot twaalf uur op een dag, zes dagen in de week. Maar ze verdienden slechts 2/3 respectievelijk 1/3 van het loon van de mannen. Het was erg ongezond werken in de fabriek en velen stierven door de giftige fosfordampen.
De lucifer werd gemaakt van espen hout. De boom werd geschild op de dikte van de lucifer en dan op de juiste lengte afgekort. De stokjes werden daarna samengebonden in een bundel met een touwtje erom. Dat werd vervolgens van zwavel voorzien en gedoopt in een vloeibaar mengseltje, met een soort was (parafine) en onder andere fosfor. Dat mengseltje moest vloeibaar blijven en werd zodoende verwarmd. Na onderdompeling en afkoeling bleef het op het luciferstokje zitten. Doordat de fosfor in het mengseltje ook verwarmd werd, kwamen er giftige dampen in het gezicht van de werknemers. Dat dit erg ongezond werk was blijkt uit het verhaal van medewerkster Lena Törnqvist. Zij verloor al haar tanden en kiezen doordat die los gingen zitten, als gevolg van tandvleesontstekingen door het inademen van de fosfordampen. Vervolgens werd ook haar kaakbeen aangetast. Het loste zelfs op door de giftige fosfordampen en haar kaakbeen werd in delen verwijderd. Lena werd ondanks dit uiteindelijk toch nog 80 jaar oud. Ze stierf arm. Later werd een andere samenstelling ontdekt voor de luciferkop.
Al het werk in de fabriek werd met de hand gedaan tot 1870. Toen kwamen de eerste hulpmiddelen waardoor het werk iets gemakkelijker ging. Het verving toen nog geen arbeidskrachten. Dat kwam later. De machines die later gebruikt werden, waren wel gevaarlijk en produceerden erg veel lawaai. Velen kwamen met een (deel van een) hand klem te zitten in een machine en kregen te maken met gehoorbeschadigingen. Op de foto hierboven zie je stroken geschild espenhout, ter dikte van een luciferstokje.
Na ongeveer tien jaar (1853) hadden de broers Lundström behoefte aan een goede boekhouder. De keuze viel op een jonge man van 17 jaar oud, Bernhard Hay. Deze jongeman leerde snel en kreeg daardoor al snel meer en meer de verantwoordelijkheid, omdat de beide broers vaak op zakenreis waren. In 1863 werd hij de directeur van Jönköpings luciferfabriek en onder zijn leiding groeide de fabriek snel. Het werd een van de grootste fabrieken van Zweden. In 1859 bestond de fabriek uit 4.750 m2, in 1882 was dat geroeid naar 119.000 m2. In 1894 was het uitgebouwd naar maar liefst 152.300 m2 aan bedrijfsgebouwen. Bernhard Hay zorgde er ook voor, dat er een goede bedrijfsbrandweer kwam. Het werd een van de meest moderne en effectieve brandweerkorpsen van het land. Dit korps moest vaak de gemeentelijke brandweer bijstaan tijdens een uitruk. Bernhard was overigens een echte weldoener en organiseerde vaak feestelijke bijeenkomsten voor degene die het niet zo breed hadden. Hij liet ook op zijn kosten een manege bouwen, een tennishal en deed donaties op andere fronten.
Een andere belangrijke man die voor de groei van de productie zorgde was technisch constructeur en uitvinder, ingenieur Alexander Lagerman. Hij werd in 1870 aangesteld, met als opdracht de processen te mechaniseren. De jaren daarna creëerde hij diverse machines voor de verschillende werkzaamheden. Dat leidde wel tot werkloosheid en veroorzaakte uiteraard onrust bij de medewerkers, die zelfs in staking gingen. In 1892 presenteerde Lagerman zijn revolutionaire all-in-one machine. Die machine had een capaciteit van 200.000 lucifers per uur en 40.000 doosjes lucifers per dag. Er zouden nog vijf van die machine bij komen, wat resulteerde in een ontslag voor 200 medewerkers. Dankzij de uitvindingen van Lagerman kreeg de luciferfabriek in Jönköping een grote voorsprong op zijn concurrenten en werd het de grootste en leidende lucifer industrie van Zweden.
In Zweden zijn door de jaren heen ongeveer 170 luciferfabrieken opgestart. Vele bleven klein en hebben het niet gered, andere werden door brand verwoest en zijn nooit weer opgebouwd. Er ontstond op enig moment de behoefte om de krachten te bundelen. In 1913 werd de Verenigde Zweedse Luciferfabriek BV opgericht door Ivar Kreuger. Hij werd later de luciferkoning genoemd en wilde een wereldmonopolie bereiken voor de Zweedse lucifers. Dat deed hij door vele landen en regeringen staatsleningen te verschaffen en ze zo exclusief aan zijn bedrijf te binden. In 1920 had hij op die manier controle over 70% van de markt, echter toen kwam de depressie met de beurskrach in 1929 te New York. De landen waaraan Kreuger staatsleningen had verstrekt konden de lening niet meer terugbetalen. Zijn imperium viel ineen. Dit werd in Zweden ook wel de Kreugerkrach genoemd en had vele consequenties op politiek vlak, op persoonlijk vlak én op economisch vlak. Zowel in Zweden, als in de USA, als in andere landen. Op 12 maart 1932 werd Ivar dood aangetroffen in zijn appartement in Parijs. Velen denken aan zelfmoord, anderen denken dat hij is vermoord. Tot op de dag van vandaag is het onzeker.
Belangrijk voor de verkoop was het doosje waar de lucifers in kwamen en met name het etiket dat erop kwam. Er kwamen vele verschillende etiketten voor de export. Vele dictators of presidenten wilden met hun gezicht op het doosje. Er zijn door de jaren heen ruim 15.000 verschillende etiketten ontworpen. Het succes van de lucifers uit Jönköping bleef niet onopgemerkt door buitenlandse concurrenten en zo ontstonden vervalsingen en plagiaat. In Japan werd zelfs een eiland van naam veranderd. Het kreeg de naam “Jönköping” en op dat eiland stond inderdaad een luciferfabriek. Zo konden ze lucifers uit Jönköping maken en zonder te liegen op het etiket vermelden…
De hedendaagse lucifers wordt nog steeds gemaakt van espenhout. Daarvoor is er een speciale espen kwekerij in zuid en midden Zweden. Tevens wordt het ingekocht vanuit Finland, Rusland en de Baltische Staten. Het hout komt in lengtes van 3,20 meter aan en dat is toereikend voor 370.000 lucifers! Een gemiddeld Zweeds huishouden zou daar 2.000 jaar genoeg aan hebben. De eerste machine van Alexander Lagerman produceerde 200.000 lucifers per uur. Een huidige, moderne machine produceert circa 40 miljoen lucifers per dag. Elke dag maakt Swedisch Match 5 miljoen doosjes, met daarin ongeveer 250 miljoen lucifers! Slechts 3% is voor de Zweedse markt, de rest gaat naar het buitenland. De hele wereldproductie aan lucifers bedraagt 6 triljoen. Elke seconde worden er wereldwijd 190.000 lucifers aangestoken…
Wat een mooi verhaal over de lucifers! Weet wel, dat wij ze ook altijd in huis hadden. Deden het beter dan anderen.
Mochten wij nog een keer die richting opgaan, dan gaan we er zeker een bezoekje aan wagen. Je moet het maar weten.
Weet wel, dat er vroeger zo’n grote houten reus stond toen we er langsrijden. Staat die er nog?
Bedankt voor jullie verhaal! Interessant.
Dit was ook tot onze grote verrassing een heel leerzaam en interessant museum. En dat wilden we graag delen via onze website. Fijn om te lezen dat het gewaardeerd wordt. Het museum is absoluut een aanrader. Wij hadden thuis altijd de Zwaluw lucifers. Niet wetende dat die uit Jönköping kwamen. Die houten reus zegt mij niets in relatie tot Jönköping. Die hebben we wel op een andere plek gezien, maar waar dat nu precies was weet ik niet meer. gr. Heiko
Gaaf.
Ja, dat vonden wij ook Hans. Een heel interessant museum met een schitterend stukje geschiedenis van Zweden in het algemeen en Jönköping in het bijzonder. Erg leerzaam én leuk. Wie had dat gedacht van een simpele lucifer… Ik bedoel maar, Husqvarna is een bekend Zweeds product, Volvo, Stiga, en nog veel meer, maar dat de bekende Zwaluw lucifers (in Nederland veel verkocht) en vele andere merken wereldwijd, hier uit Jönköping kwamen wist ik niet. gr. Heiko
Mochten we een keer in de buurt zijn van Jönköping dan hoop ik dat dit museum nog in mijn gedachten zit :-).
Het zal je niet tegenvallen. Trouwens het Husqvarna museum vonden wij ook zéér de moeite waad. Misschien kun je die twee combineren op een dag. gr. Heiko