Vanmorgen waren onze gasten al vroeg in Ödarp. Het plan was namelijk om op tijd naar Jönköping te rijden, waar we het tändstickmuseet (het lucifersmuseum) wilden bekijken. Zo hadden we dat gisteravond afgesproken. We wilden op tijd bij het museum zijn, om eventuele drukte te vermijden. Uiteraard dronken we voor vertrek nog wel samen een kopje koffie op het terras: de zon scheen weer en daarna zouden we op pad met de Volvo. We hadden nét ons eerste kopje koffie op toen er een serviceauto van Rörservice AB (installatiebedrijf) uit Tranås de oprit op reed. Yes! De monteur die onze gootsteen in de keuken weer open kon maken. Een bekend gezicht ook nog, want deze jongeman was al eerder bij ons geweest, toen we zijn hulp nodig hadden met de waterleidingen in de badkamer op de bovenste verdieping. Het zal twee jaar geleden geweest zijn.
Heiko liep met hem naar de kelder om aan te wijzen waar de afvoer verstopt zat. Heiko stelde voor, om een deel van de oude ijzeren rioleringsbuis in de kelder weg te zagen en te vervangen door kunststof. Uiteraard het deel waarin de verstopping zat. Op zich was de monteur het daar wel mee eens, maar die klus zou langer duren dan het openmaken van de leiding. Hij vertelde dat hij, vanwege vakanties, de enige monteur was deze week en dat hij van hot naar her moest om verstoppingen te verhelpen. Dus wilde hij graag zo snel mogelijk de leiding vrijmaken en dan vlot op weg naar de volgende klant. De beide mannen gingen daarop naar de keuken, waar Heiko de laden uit het aanrechtkastje trok, zodat de monteur bij de afvoerleiding onder de gootsteen kon komen. Die trok hij los om vervolgens een ontstoppingsveer via een apparaatje in de leiding te laten zakken. Vooraan op die buigzame veer zat een ijzeren kop met korte kettinkjes die rondraaien en zo de afvoerbuis schoonschrapen. Binnen een half uur was het klusje geklaard. De jongeman van Rörservice had geen tijd voor koffie of iets anders. Hij sprong meteen weer in de auto om naar zijn volgende klusje te rijden. En wij konden de gootsteen weer gebruiken!
Voor ons het moment om ook in de auto te stappen om naar Husqvarna/ Jönköping te gaan. Via Aneby en Lekeryd kwamen we in Husqvarna aan. Daar stelde ik voor, om eerst nog bij een restaurantje aan te gaan voor koffie met iets erbij. We hadden immers al weer een uur in de auto gezeten. Een aantal jaren geleden waren Heiko en ik daar ook al eens geweest, toen nog met de camper, en we vonden dat destijds een heel leuk etablissement. Wat ons in het bijzonder is bijgebleven is, dat ze heel veel verschillende kopjes en schoteltjes hadden met bloemmotiefjes en dat er eigenlijk niets bij elkaar paste. Een gezellige chaos feitelijk. Toen we bij dat restaurantje uitstapten scheen de zon nog, maar zagen we in de verte een regenbui aankomen. Vanaf de overkant van het Vättern meer.
Veiligheidshalve kozen we, met het oog op die bui, een tafeltje met vier stoelen onder een overkapping. Alles was zo opgesteld dat de 1,5 meter regel gewaarborgd was. Toen we de koffie haalden was er een lichte teleurstelling. De gebloemde kopjes en schoteltjes waren vervangen door nieuwe, moderne kopjes en schoteltjes die allemaal hetzelfde waren. Hmmm, jammer. Er is daarmee iets van de romantiek verloren gegaan. De koffie smaakte er echter goed om, alsmede het koekje dat ze hier een biscuitje noemen. Het lijkt in de verste verte niet op het Nederlandse biscuitje. Dit is een bitterkoekje als basis, waar een zoete crème opgespoten is, die vervolgens met een zoete chocolade laag is afgedekt. Héérlijk, maar vreselijk machtig. In het begin dacht ik altijd “Wat een klein koekje”, maar nu niet langer. Na één koekje ben je vol! Vanaf ons plekje keken we op de snelweg E4, die van Helsingborg naar Stockholm loopt én op het haventje van Jönköping aan het Vättern meer, met vele plezierbootjes. Voldoende afleiding voor alle bezoekers en ook voor ons.
Toen we onze route vervolgden richting het tändstickmuseet passeerden we “Nessie”. Het beeld aan de oever van het Vättern-meer dat elk jaar fraai aangeplant wordt. Ook dit jaar weer met vele bloemen én deze keer met kleine coniferen op de rug waardoor het echte stekels lijken. Wij noemen dat beeld “Nessie” naar het monster van Loch Ness. Ook hier wordt ze zo genoemd. Kan ook haast niet anders: een “monster” bij een meer… Dat moet dan wel de naam Nessie krijgen. Toch?
Het tändstickmuseet waar we naar toe gingen is overigens geen tandenstokersmuseum of een tandsteenmuseum, maar een lucifersmuseum. Een tändstick is letterlijk vertaald een aansteekstokje. Tänd betekent aansteken. Tänd ett ljus betekent: steek een kaarsje aan. We konden de auto bij het treinstation parkeren, meteen tegenover het museum. Maar ondertussen was de regenbui aanbeland boven Jönköping en viel de regen er losjes en zeer geconcentreerd uit. In onze zomerkleding zouden we tot op het bot nat zijn geworden, dus bleven we maar even in de auto schuilen. De bui duurde zeker een half uur. Toen het “vertrouwd” was stapten we uit en kochten we, om niet in tijdnood te komen, een parkeerkaartje voor twee uur.
Het museum bevond zich aan de andere kant van de weg en binnen 10 minuten stonden we voor de ingang. We werden daarbinnen meteen meegenomen in de geschiedenis van de lucifersfabriek. De hele omgeving, waar het museum nu staat, heet het tändstickomradet, oftewel het lucifersgebied. Het is een groot complex van fabriekshallen geweest vroeger. Naast vele mooie verhalen over de historie konden we ook daadwerkelijk zien hoe de lucifers vroeger werden gemaakt. Eerst met gele fosfor en later met rode fosfor, omdat die gele giftig was. Later volgde weer een andere chemische samenstelling van de oude zwavelkop (toen zonder zwavel) op het kleine stokje en werd de “veiligheidslucifer” geboren. Extra veiligheid van deze lucifers werd geboden, doordat deze alleen nog maar ontbrandde tegen het stukje speciale schuurpapier, dat aan het doosje werd geplakt. Eerder kon je de lucifers overal tegenaan houden en ging die ontbranden. Dat was gevaarlijk, want je kon immers ook per ongeluk ergens tegenaan schuren. Met de nieuwe brandbare kop van de lucifer én het doosje werd de “säkerhets tändstickor” (de veilige lucifers) geboren. Die werd gepresenteerd op een beurs in Parijs, kreeg de eerste prijs voor innovatie en ging vervolgens de hele wereld rond.
We vonden het érg interessant om te zien en te lezen. Wist je trouwens dat de stokjes van de lucifers gemaakt worden van het houtsoort asp? En dat die boomstam niet gezaagd wordt, maar geschild? En dat van die dun geschilde bast de stokjes werden gemaakt? Dat vervolgens die stokjes één voor één in “houders” werden geprikt en in een fosforbad werden gedoopt om daarna te drogen in een groot rad (zie foto)?
Tenslotte werden de kleine stokjes in doosjes gedaan en werden als laatste stap in het proces die doosjes van een etiket voorzien. In Jönköping werden lucifers gemaakt die over de hele wereld gingen. Daarvoor hadden ze vele soorten etiketten die op dezelfde doosjes (die overigens ook ter plekke werden gemaakt van dunne laagjes papier) werden geplakt. Ook de Nederlandse Zwaluw lucifers kwam uit Jönköping. Het was een heel leerzaam bezoekje aan dit museum.
Op de terugreis reden we via Aneby en stelde de jongste van onze twee gasten voor om daar bij de pizzeria te gaan eten. Geen pizza, maar een “kyckling tallrik”, een kipschotel met patat en heerlijke saus. Ons vast recept daar en onze gasten deden mee. De bestelling bij de zeer vriendelijke eigenaar was simpel. Vier vingers in de lucht en hij wist precies wat we wilden eten. Komen we daar té vaak…? Het smaakte weer fantastisch en de bordjes gingen dan ook snel leeg. Buiten stond op het marktplein een kraampje met softijs en daar kochten we ons nog snel even een toetje. Met goed gevulde buikjes reden we daarna door naar Ödarp. Nog even napraten over de mooie dag en het bezoek aan het museum, waarna onze gasten weer naar hun logeeradres in Solviken reden. Tot morgen!