Wat kan een mens het zich toch moeilijk maken. Vrijwillig zelfs! Waarmee? Achter onze vijver ligt nog ongeveer 4-5 meter grond tot de erfgrens met het land van de buurman. Daar groeide vanaf het moment dat we hier wonen vooral onkruid. Heel veel brandnetels! En tevens héél veel opslag van jonge boompjes. Honderden! Op zich is het een stukje grond waar we niets te zoeken hebben en waar we ook nooit kwamen. Toch keek je er wel alle dagen naar. Achter dat onkruid begint het bos en ander natuurschoon van een andere eigenaar, maar door ons onkruid konden we dat niet goed zien. De hoogste tijd (zei Joke) om dat eens aan te pakken. Tussen het overbrengen van het brandhout door, begon ik te knippen in de jonge boompjes. Echt honderden sprietjes heb ik weggeknipt en een enkele zelfs weggezaagd. Zodra Joke klaar was met het stapelen van de blokken hout uit de kruiwagen, haalde ik nieuwe voor haar, terwijl zij ondertussen de afgeknipte takken – boompjes wegpakte en naar onze gft afvalberg bracht.
Zienderogen werd het ruimer, opener en netter. En eerlijkheidshalve moet ik Joke gelijk geven: dit lijkt zó veel beter! Aan het einde van de middag was het gedeelte dat aan de oostkant van onze vijver aan grond ligt schoongemaakt. Een behoorlijke klus en een klus die veel van je rug vraagt. Dat soort werk doe ik trouwens met een niergordel om, om de houding van de rug tijdens het werk te corrigeren. Bij een paar boompjes kwam de kettingzaag er trouwens nog even aan te pas. Zelfs op ons eilandje hebben we nog gesnoeid. Daar staat namelijk een hele oude wilg. Die moet ieder jaar flink teruggesnoeid worden en dat heeft Joke vandaag voor haar rekening genomen. Een stuk netter! Ze wilde even iets anders doen, dan houtblokken stapelen. Uiteindelijk wordt overigens met elke kruiwagen met brandhout onze houtcontainer leger en leger, terwijl de houtstek voller en voller wordt. Nog een paar uurtjes wellicht?
Behalve het stapelen van brandhout en het wegslepen van het snoeihout heb ik ook nog een paar plantjes gepoot. Die groeiden vorig jaar spontaan in ons grasveldje, met het risico dat ze omver gemaaid zouden worden. Door Heiko. Of was het nou door de zitmaaier? Om dat te voorkomen hebben we die kleine bloemetjes in kleine bloempotjes gezet en onder het terras geplaatst om ze te laten overwinteren. Dat is ons redelijk gelukt, want nu bleek meer dan de helft het te hebben overleefd. Vandaag was hun grote dag en mochten ze in de volle grond! Alleen was het nog even de vraag waar we ze wilden poten. Beide waren we het al snel eens: onder de rode bessenstruik. Daar is ruimte zat en een beetje kleur rond die plek kan geen kwaad. Een paar gaatjes gegraven, een beetje turfstrooisel erbij, een beetje water toegevoegd en een heleboel liefde meegegeven en de plantjes gepoot. We hopen dat de primulaatjes met deze ingrediënten aankomen.
Nadat de waslijnpalen door Joke in de verf waren gezet konden die nu in de grond. Daar kwam de grondboor weer op het toneel én een steekschep. Beiden waren nodig om een gaatje te kunnen graven. Erg diep kwam Heiko jammer genoeg niet. Ook hier zitten kleine en grote stenen in de grond. Nu was het vanwege een rots onder het gras, op ongeveer 40-50 cm, dat Heiko niet verder kon. Hopelijk zijn de gaten welke hij wel kon graven voldoende diep, om de palen rechtovereind te houden, als die straks vol hangen met wasgoed. We zullen zien. Een paar dikke keien werden door Heiko nog naast de palen in de gaten gelegd en het zand met veel water rond de palen verdicht. Morgen gaat hij bekijken of ze vast genoeg staan en anders zal er een klomp beton aan te pas moeten komen. Ik moet zeggen, dat ze nu al leuk lijken!
Nog een paar kleinere klusjes geklaard: voor mijn verjaardag had ik van Heiko een mooie plantenhanger van gaas gekregen. Daarin zaten twee plantjes: een groene (zonder bloemen) en een lavendel. We hadden hier niet meteen een plekje voor, totdat we een vlonder kregen. Want daar zou hij mooi lijken: aan de achterste schutting. En daar heeft Heiko hem nu opgehangen. Een klusje van een paar minuutjes. Even langer duurde het ophangen van een tweetal lampjes. Die werden aan de zijkant van de schutting geplaatst. We hadden nog twee gietijzeren muurhaken, die we hier prima voor konden gebruiken. De lampjes zijn op zonne-energie en geven ´s avonds mooi licht. Als laatste maakte Heiko nog een opstapje voor de vlonder. Een tweetal plankjes diep en eentje hoog. Dit maakt het nét even gemakkelijker “voor ons oudjes” om op te stappen. Klusjes geklaard!
Doordat het nog steeds zo droog is, kijken we elke dag even naar de kikkerdril. We willen ons er elke keer van overtuigen, dat het kleine grut niet op het droge ligt. Dat hadden we het vorig jaar ook en toen hebben we de kikkerdril voorzichtig een eindje opgeschoven, zodat het weer in het water van de vijver lag. Tot nu toe is het waterniveau nog niet zover gedaald. Alleen maar positief. Wat me opvalt is, dat de zwarte plekjes, de jonge kikkertjes, nog maar nauwelijks groeien. Wij zien het verschil eigenlijk niet. Hoort dat zo? Ze zouden toch al binnen een aantal weken volgroeid zijn tot kikkervisjes? Misschien zijn we te ongeduldig…
Een positief bericht! “De uitstoot van kooldioxide door de Zweedse industrie daalde vorig jaar met bijna zes procent! Dat maakte de krant Sveriges Natur, de grootste milieu- en natuurkrant, de vorige week bekend. De uitstoot van kooldioxide in de industrie in 2019 is met 1,1 miljoen ton gedaald: van 19,9 naar 18,8. De daling is het grootst (elf procent) in stroom en warmte, mede als gevolg van het besluit van de EU, om de prijs fors te verhogen voor bedrijven, om kooldioxide uit te mogen stoten. Zweden was de motor achter deze verandering en introduceerde in augustus vorig jaar ook een CO2-belasting op fossiele warmtekrachtkoppeling. Wat houdt dat in? Bij warmtekrachtkoppeling wordt tegelijkertijd warmte en elektriciteit geproduceerd met behulp van een motor op één brandstof. Dat kan een fossiele brandstof (stookolie of aardgas) of hernieuwbare brandstof zijn (biogas of biomassa). De totale uitstoot van de industrie van ongeveer 18,8 miljoen ton kan worden vergeleken met al het wegverkeer in Zweden, dat jaarlijks rond de 15 miljoen ton uitstoot veroorzaakt. Bovenaan de lijst van de industrie die de meeste uitstoot produceert staan dezelfde bedrijven als 2018: de staalfabrikant SSAB, gevolgd door Cementa (een van de grootste bouwmaterialenbedrijven van dit land) en Preem (het grootste brandstofbedrijf van Zweden).” Heel goed nieuws! Want laten we eerlijk zijn: we zien toch allemaal het beeld van de onderste foto liever dan die van de foto boven dit bericht?