Volgens de weersvoorspellingen werd het vandaag minstens 16 graden! Bóven nul wel te verstaan. Ja ja, heerlijk toch? Maar helaas, de stevige wind gooide roet in het eten, waardoor het allesbehalve aangenaam vertoeven was. De korte broek blijft voorlopig nog even achter in de kast liggen. Met de juiste kleding aan gingen we beiden toch naar buiten. Onze tuin in. Daar is immers altijd wel iets te doen. Joke ging de laatste plankjes van de pallets verven, met de verf die ik eerder vandaag had gekocht bij de winkel Fyndlagret. Het is de derde emmer met Faluröd die aangebroken werd. En nu is het wel klaar! Hetgeen we wilden verven is geverfd. Het sjouwen kan nu beginnen.
Hoera! Ehhh… Wie is er blij? Dat worden nog heel veel kilometers tezamen met de kruiwagen. Hmmm… Wilma, hoeveel kruiwagens met brandhout worden er straks verplaatst, van de houtcontainer naar de houtstek? Nee hoor, geen prijsvraag, maar het worden er wel véél. Ik ga ze niet tellen, want het klusje wordt over meerdere dagen of misschien wel weken verspreid en dan raak je de tel toch kwijt. Volgens mijn berekening ligt er in totaal ongeveer 25 m3 brandhout in de houtcontainer en vier volle kruiwagens is ongeveer een kuub. Dat betekent, dat de kruiwagen zeer zeker zo´n 100 keer heen en weer moet om die houtcontainer leeg te krijgen…
Terwijl Joke aan het verven was, legde ik de laatste hand aan de twee plaatsnaamborden. De palen waren klaar, de planken waar de aluminium plaatsnaam borden opkomen waren klaar, de plaatsnaamborden lagen al enige tijd te wachten, kortom: afmaken! Met moest natuurlijk wel een weersbestendige constructie worden, dus heb ik twee hardhouten palen gebruikt, die flink geschuurd en drie keer wit geverfd. Ook de planken zijn drie keer in de witte verf gezet. Die zijn nu elk met 5 schroeven aan de paal vastgezet en tenslotte zijn de aluminium plaatsnaamborden met té veel kit aan de planken geplakt én met vier schroefjes vastgezet. Volgens mij moet dat op deze manier wel een paar jaar kunnen blijven functioneren. Aan de ene kant van de paal staat “Ödarp” en aan de andere kant staat “Vi ses!” – tot ziens. We zijn blij met dit resultaat. Nu nog een juiste plek opzoeken in de berm ten zuiden van ons huis en de andere ten noorden van ons huis in de anderen berm. Dat zal nog lastig worden vanwege de vele stenen in de grond. Misschien kunnen we dat morgen proberen en anders zaterdag. Dan krijgt de plaats Ödarp eindelijk een gezicht en een onofficiële bebouwde kom.
Na dit klusje gaf Joke aan, dat de, in de wal van onze vijver groeiend, moerasgras alweer begon uit te lopen. Heel fijn, want dat worden echt grote pollen. Echter, het oude lange gras van 2019 en misschien zelfs nog wel van 2018, lag er nog onder én omheen. Heel vriendelijk vroeg ze of dat weggeknipt mocht worden. Ja, dat mag. “Maar jij bent nog zo drukdoende met het verven, zal ik eens kijken wat ik er mee kan doen?” Dat was ook goed. Kruiwagen erbij, bladhark en nog een andere hark om mos mee uit het gras te trekken. Met die laatste ging het prima, nadat eerst het ergste met de hand was verwijderd. Er gingen vier volle kruiwagens met moerasgras op onze gft hoop. Het was dus zeker de moeite waard en het resultaat is ook zeker een stuk netter. Na het schoonmaken van de wal aan onze tuinkant kwamen ook de bekende mooie gele botterbloemen weer tevoorschijn. Nog eventjes en die bloeien ook weer. Mooi, allemaal lente tekenen. De wal is nu aan onze tuinkant schoon, morgen de overkant?
Hierna begon ik met het bij elkaar zoeken van een aantal balkjes. Onderweg naar Eksjö hadden wij in een tuin leuke waslijnpalen gezien en via internet had Joke voor mij een foto gedownload. “Heiko? Ja, Joke? Kun jij die voor ons maken? Ja hoor, maar niet nu. Komt op het lijstje”. En vandaag was het aan de beurt. Het hout lag nu overigens mooie voor het oprapen. Dat was meegekomen van de veranda, die we een paar weken geleden uit Tranås hadden gehaald. Bij de veranda zat ook een korte schutting en het hout daarvan, althans de balken, komen nu precies van pas voor de waslijnpalen. Niet te dik en niet te dun. Een lange paal en drie korte eventjes op de grond los naast elkaar gelegd en aan Joke voorgelegd. Zoiets? Nee, dat was niet de bedoeling: de horizontale balk moet iets voorbij die twee schuine stukken steken. Oké. Op de tweede foto het resultaat van het model. De eerst paal is in elkaar gezet. Nu twee te gaan. Morgen verder.
Hoezo Zweeds moeilijk? De vorige week had Heiko boodschappen gedaan. Ik vraag hem vaak, om “verse” groente mee te nemen. Als er tenminste iets ligt wat wij beide lusten. Hij kwam thuis met een spitskool. Lekker. Die had ik dezelfde avond klaargemaakt en met een gehaktbal erbij was dat een goeie maaltijd. Vandaag nam hij er weer eentje mee. Wat mij opviel was, dat de kool dit keer verpakt was in plastic. De vorige namelijk niet. En op het plastic zat een sticker geplakt. Ha! “Spetskål” stond erop te lezen. Als je weet, dat wanneer er een rondje boven de a staat (å), die wordt uitgesproken als een o (van school), dan staat er inderdaad “spetskool”. Dan is het volgens mij niet moeilijk meer om erachter te komen, dat het om een spitskool gaat. Uiteraard was het ook al aan het model van het kooltje te zien. En wat denk je? Het kooltje is via een Nederlands bedrijf Zweden binnen gekomen!
Heiko, als ik had moeten gokken, dan had ik tussen de 150 en 200 kruiwagens gegokt.
Ik weet dat je veel gezaagd en geloofd hebt, dus was voor mij een redelijk aantal.
En, ik denk dat jij er meer in doet Heiko, dan als Joke gedaan zou hebben.
Klopt zeker wel?
Je hebt inderdaad gelijk Wilma. Mijn kruiwagens zijn voller dan die van Joke. Dus als 25 m3 voor mij 100 kruiwagens met een kop erop zijn, zullen het voor Joke ongeveer tussen de 125 en 150 kruiwagens zijn. Maar dat gaan we niet doen. Ik sjouw wel en Joke is erg precies en geduldig met het opstapelen. Mooi teamwork. Groetjes, Heiko