Deze dag begon met een temperatuur van minus vijftien graden. Dat was om zeven uur, toen de maan nog door de bomen scheen. Met de vorst is het niet alleen overdag (vaak) helder. Ook ´s nachts. We denken vaak, dat we de buitenverlichting nog aan hebben: zo helder is het. Waarschijnlijk was het rond een uur of vier trouwens nog kouder. Dat is momenteel namelijk de meest koude tijd van de nacht, ochtend. De temperatuur is vanzelfsprekend wel een complex samenspel van wolken, wind, aangevoerde lucht, vochtigheid en (de afwezigheid van) zonlicht.
Dat zonlicht kwam rond de klok van acht. Zoals gezegd was het een heldere nacht geweest en die helderheid zette nog even gedeeltelijk door. De zon kwam namelijk op en scheen daarbij tegen een paar wolken, die in banen over de horizon leken te hangen. En dat gaf uiteraard weer mooie beelden. Daar word je toch blij van? Ik wel en dat maakt het vroeg opstaan dan ook helemaal niet erg. Sterker nog: deze beelden had ik niet gezien, wanneer ik rond die tijd nog in mijn bed had gelegen. Elk nadeel heeft toch wel weer zijn voordeel!
Normaal wacht Jikke ´s ochtends op Heiko. Wanneer die van boven komt, zit Jikke onder aan de trap en begroet hem met een paar gezellige “miauw-tjes”. Daarna gaat Heiko vaak direct door naar het stookhok, om de kachel weer met hout aan de praat te maken. Hij draait ´s nachts op pellets. Jikke gaat dan eveneens mee naar beneden en gaat in het stookhok voor het kattenluikje zitten. Geduldig wachtend tot Heiko het luik van het slot haalt. Dit keer echter niet. Vanochtend ging ik met haar naar beneden. Gewoon uit nieuwsgierigheid: “Hoe zou ze reageren, nu het zo koud is?” Zoals verwacht eigenlijk. Ze ging wel meteen naar buiten. Liep een paar passen door de paar centimeters vers gevallen sneeuw, keek eens een keer boos achterom en toen kwam ze weer naar mij toe. Mee naar binnen. Daar zat Ebba in de kamer op haar te wachten!
Even later las ik in een van de nieuwsappen op de tablet (!), dat het steeds populairder wordt, om de hele winter buiten te zwemmen! Het schijnt, dat veel mensen dat graag doen. Jong en oud. Iemand die elke dag een bad neemt, is een 12-jarig meisje. Ze vertelt, dat het gevoel in het lichaam hemels fijn is, op de een of andere manier verkwikkend en dat er voor haar geen betere manier is, om je dag te beginnen. Ze neemt niet alleen tijdens de winter elke ochtend voor school een bad. Daar begint in de herfst al mee. Als er ijs is, maakt ze een gat in het ijs en springt dan in het koude water. En ze in niet de enige: duizenden Zweden nemen een winterbad. Er is niet veel onderzoek naar zwemmen in de winter gedaan, dat zijn er slechts een paar onderzoeken geweest. Toch zegt men, dat het goed kan zijn voor de gezondheid. Een onderzoeker vertelt, dat het mensen met reuma kan helpen tegen pijn en ontstekingen. Veel winterbaders zeggen, dat ze alerter en gelukkiger worden en zich minder gestrest voelen. Persoonlijk ben ik niet meteen enthousiast: veel te koud!
Het was niet te koud om Heiko zijn ouders te helpen met een “uitdaging”. Het begon eigenlijk door verveling. De bibliotheek is gesloten en daardoor kon Heiko zijn vader geen nieuwe boeken halen om te lezen. Daarom begon hij met het schrijven van zijn memoires, de herinneringen aan gebeurtenissen en belevingen in zijn leven. Hij doet dat in Word op de laptop en vindt het ontzettend leuk om te doen. Hij is er vaak een paar uurtjes per dag mee bezig. Alleen gisteren kwam er bericht, dat hij het betreffende document kwijt was! Door zijn laptop over te nemen, hoopten wij vanochtend, dat we het zouden terugvinden. Alleen de overname is er niet van gekomen. Er moest een nieuwe versie van TeamViewer worden geïnstalleerd, maar daar kwamen Heiko zijn ouders niet uit. Daarvoor wordt nu even iemand anders gevraagd en als de nieuwe versie erop staat, gaan we verder. Het zou ontzettend sneu zijn, wanneer het document daadwerkelijk is verdwenen. Gelukkig printen ze alle verslagen. Volgende week zal dit worden vervolgd…
Na die vele dagen achter de laptop voor het Jaarboek 2020 was het bakken er een beetje bij gebleven. Dat moest maar eens goedgemaakt worden. Met een cake. Uit een pakje! Het is er eentje die ik persoonlijk heel graag lust: de pepparkaka, die een beetje smaakt als de kruidcake. Alleen toen ik dat noemde, keek Heiko een beetje vies! “Is het moeilijk om eens een boerencake te maken?” vroeg hij meteen daarna. Dat was duidelijk: die wil de pepparkaka niet eens probéren! Natuurlijk was het bakken van een boerencake niet moeilijk. Ik zocht even een recept via internet en ging aan de slag. Het maken van die twee cakes was een verschil van dag en nacht. Nou, van ochtend en avond: “Niet overdrijven, Joke!”
Het deeg van de pepparkaka was een kwestie van doosje openmaken, zakje met meel in een kom, water erbij, mixen en in het bakblik. Maar de boerencake was arbeidsintensiever. Eerst de boter in kleine stukjes gesneden en daarna vermengd met suiker en vanillesuiker. Toen een voor een de (vier) eieren eraan toegevoegd en weer gemixt na elke ei. Vervolgens het meel en bakpoeder erdoor gemengd en nog zeker twee minuten gemixt, waarna het deeg uiteindelijk in het bakblik kon. Ik had het zo uitgezocht, dat de beide cakes dezelfde tijd in de oven konden én met een gelijke temperatuur. Na drie kwartier ging de kookwekker en na een controle bleek dat ze daadwerkelijk gaar waren. Wat rook het lekker in huis!
We besloten nog een rondritje te maken. Een route rijden, om te zien hoe de wereld om ons heen er momenteel uitziet en heel misschien nog een stukje wandelen. Een frisse neus halen zeg maar. Op het moment, dat we via de deur van het stookhok naar buiten stapten, zagen we sporen op de motorkap van de Volvo. Nee, het was niet van een vreemd dier. Dit was gewoon van een van onze dametjes. Of Jikke of Ebba. We denken beide, dat het Jikke is geweest. Al snel waren de sporen verdwenen, omdat de auto sneeuwvrij gemaakt werd. Eens even een keer weer met deze auto aan het rijden, anders wordt hij lui…
We reden richting het noorden, richting Tranås. Alleen bij de afslag Sunhultsbrunn verlieten wij de weg. We kwamen uiteindelijk op de weg met nummer 32. Die verlieten we alweer vrij snel, want we gingen naar het westen. Heiko reed via Frinnaryd en Ralingsås naar Katrineholm. Een hele mooie route. Dat stukje van de omgeving hadden we al vaker gereden, maar dan veelal in de zomer. Ik kan me zo een-twee-drie niet herinneren, er ooit in de winterperiode te zijn geweest. Maar nou kan ik me vergissen hoor, want het onthouden van routes is nou niet bepaald mijn sterkste punt.
Vanaf Katrineholm reden we even later het dorp Aneby binnen. Ten noorden van het dorp en dan zit je meteen bij Stalpet, de grootste waterval van zuid Zweden. Helaas zijn we vergeten (!) foto´s te maken van de waterval en daarom kunnen we niet laten zien hoe hij er momenteel uitziet. We kunnen wel “vertellen”, dat er al heel veel ijsvorming in de twee watervallen zit. Toch stroomde er nog genoeg water. Na het zien van Stalpet reden we de vertrouwde route naar Bordsjö. Rond vier uur waren we weer thuis.
Deze foto is speciaal voor Heiko zijn ouders! Met name voor zijn vader. Die vertelde ons namelijk onlangs, dat ook zij beide zo enorm genoten van de foto´s van de laatste tijd. De plaatjes van de sneeuw. En hij zei toen ook, dat hij vooral de foto´s van wegen met aan beide kanten bomen zo mooi vond. Dan denk ik, dat hij deze ook wel mooi zal vinden. Hoop ik. Binnenkort ga ik ze een paar (tientallen) foto´s toesturen. Digitaal, middels WeTransfer. Kunnen ze de foto´s op hun eigen scherm mooi bekijken. En misschien nog wel een tweede keer…
Onderweg hadden we nog het geluk een paar reetjes te spotten. Die vallen nu weer meer op! In de herfst zijn ze zo goed als niet op te sporen, want dan gaan ze volledig op in de kleuren van de natuur. Met de sneeuw is dat even over. En hoe hij het zo snel ziet? Heiko zag namelijk, terwijl we reden, de beide reetjes op een afstand van zeker honderd meter vanaf de weg. Zelf had ik ze dus echt niet zien staan. “Kijk nou eens! Een paar reetjes!” en op het moment, dat hij dat zei, stond de auto stil, werd hij in z´n achteruit gezet, zodat ik ze ook in alle rust kon bekijken. Ze blijven geweldig leuk om te zien!
Na een dag van “harde arbeid” en “koude uren” in de auto (ahum) meende ik er goed aan te doen, om ons een echte winterse kost voor te schotelen. Stamppot boerenkool of stamppot “mous” in het Gronings. De zuurkoolspek (waarom men dat zo noemt en geen boerenkoolspek is me niet duidelijk) had ik vanochtend al lekker gaar en mals gekookt, waarmee er vanavond kon worden volstaan met het koken van de aardappelen en boerenkool. De rookworst werd bij de boerenkool in gedaan en een paar spekreepjes werden gebraden. Het was voor Heiko een verrassing. Volgens hem hadden we het zeker dit “hele” jaar nog niet gehad. Het heeft ons overigens goed gesmaakt. Hierna gingen we nog even elk een kant op, toen we rond half negen het werken voor gezien hielden en gezamenlijk een kopje koffie dronken. En wat denk je dat Heiko bij zijn koffie nam? Je zou toch denken een plak boerencake? Niets is minder waar: het werd een kleine vanille semla. Mannen…