Het begon vandaag voor mijzelf met het schoonmaken van de naaimachine. Die we gisteren uit Tranås hadden gehaald. Hoewel hij er keurig uitzag wil je hem toch even opfrissen. Daarmee leer je de machine immers ook al een beetje kennen. Van de buitenkant tenminste. Dat zag er goed uit. De machine heeft vele mogelijkheden en er waren behoorlijk veel onderdeeltjes bij geleverd. Die allemaal maar eens uitgestald en bekeken. Daarna in een bakje gedaan en alles eerst naar beneden. Op het bureau gezet. Binnenkort ga ik ermee aan het oefenen. Ik probeer dat zoveel mogelijk vanuit de Zweedse handleiding te doen. Gelukkig had ik gisteravond ook nog een op internet gevonden, volledig in het Nederlands. Hopelijk voldoet de machine aan de verwachtingen.
Herken je deze foto nog? Ik vroeg me af wat het was en kon het maar niet vinden. Dankzij Wilma en Jet weet ik het: het is een bedeguaargal of slaapappelgal. In het Zweeds een sömntorn! “Een (planten)gal is een woekering van een plant, ontstaan door een parasiet. Meestal een insect (een galwesp, galmug, gewone vijgenwesp, vlieg, bladluis of galmijt), die haar eieren in de plant legt. De gal, waarvan de vorm specifiek is voor een bepaalde parasiet, dient als behuizing en voedsel voor de larve. Zoals bij de meeste gallen is ook bij de rozengal geen meetbare schade voor de plant waargenomen. In het najaar als ze van groen naar mooi rood beginnen te verkleuren vallen deze prachtige gallen op tussen de rozenstruiken. Deze hard aanvoelende rozengallen komen vooral voor op de wilde roos.” En laat die daar bij ons nou precies opzitten! “Deze, er als tropische vruchten uitziende, gallen worden veroorzaakt door een drie millimeter klein galwespje.
De meeste en de grootste mosgallen groeien op de uiteinden van rozentakken. Er zijn er ook die op de bladeren groeien, maar die blijven een stuk kleiner. Als de rozengal nog groen is lijkt het wel een bal van mos. In de maand mei zetten de galwespen hun eitjes al af. Als je enkele maanden later een slaapappel middendoor snijdt, dan zie je dat deze bestaat uit verschillende kamers waarin de larven van het galwespje opgroeien. Deze zullen zich in de gal verpoppen, om de gal het volgende voorjaar te verlaten, om op hun beurt eitjes af te zetten op rozenstruiken in de buurt. In de gal ontwikkelen zich meerdere larven in aparte kamertjes.” Om niet meer van dit soort gallen in de rozen te krijgen, had ik ze vanochtend verwijderd en ze doormidden gesneden. Er zaten inderdaad een paar larven in. Nee, ze zijn na het bestuderen niet op de compostbak beland hoor. Nog een leuk weetje: de benaming van slaapappel heeft de gal te danken aan een oud volksgeloof. Daarbij legde men de gal voor het slapen onder het kussen, om een goede nachtrust te verkrijgen. Bedankt Jet en Wilma: zonder jullie had ik niet geweten wat dit was!
Gisteren had ik drie zijden van elk van de broedkastjes kunnen schilderen. Nadat ze door Heiko grondig waren schoongemaakt en een enkeling was gerenoveerd. Vandaag deed ik de laatste zijde. De achterkant. Daar had ik ze gisteren opgelegd. Vandaag het klusje afgemaakt. Als ze morgen droog zijn kunnen ze de boom weer in. En in dit geval is dat letterlijk bedoeld! Alhoewel we nog geen reserveringen hebben staan, verwachten we vanaf april volgend jaar toch wel weer nieuwe gasten. De broedkastjes komen trouwens in andere bomen te hangen. Ze hingen aan berkenbomen, maar een paar daarvan gaat Heiko in de herfst omzagen. De kastjes worden een dezer dagen teruggehangen in andere bomen, met een misschien nóg wel mooier uitzicht.
Dat er een broedkastje niet van de boom gehaald kon worden had ik gisteren al vermeld. Eerst hadden we beide zoiets van “Ach, die laten we zo. Die hoeft niet geverfd te worden.” Maar vanochtend dacht ik daar toch anders over. Komt het kastje niet naar mij, dan kom ik wel naar hem. Met een roestborstel haalde ik van de zijkanten het mos weg. Het kastje zal er al wel jaren hangen, hij was nooit schoongemaakt en daarmee kon het mos zijn gang gaan. Daarna haalde ik het haakje en het plaatje eraf, waardoor ik de ruimte kreeg te verven. Toen het verf goed droog was, en dat ging vrij snel door de zon en de wind, alles er weer op vastgeschroefd en klaar. Ook dit huisje gaan het volgend seizoen weer “schier” in de verhuur!
Dan was er nog het restje in de groentetuin. Het laatste beetje onkruid moest er nog uit. Dat lukte gisteren niet meer vanwege de bui regen. Weet je nog, dat alles zo nat was? Dan kun je het onkruid wieden echt wel vergeten. Niet alleen wil je niet in de regen werken, maar het onkruid gaat vaster in de grond zitten. Daardoor wordt het wieden stukken moeilijker. Nee, er moest wel gestopt worden. Vandaag was het, in vergelijking met gisteren, een mooie, droge zonnige dag en daarmee wilde ik het klusje onkruid wieden in de groentetuin vanmiddag afmaken. Tot mijn grote verrassing zag ik nog een paar aardbeien aan de struikjes groeien. Een aantal kon ik, samen met Heiko, meteen opeten en nu hangen er nog een paar. Die moeten nog ietsje langer rijpen.
Nadat ik alles nagenoeg onkruidvrij had, nam Heiko het over. Hij had al de jonge stekjes van de aardbeien in twee van de moestuinbakken gepoot. Daar zijn ze beter in bedwang te houden en heb je er meer controle over. Daarna werd het bij de oude aardbeien schoongemaakt en kon de stengelui worden afgeknipt. Hij ging nog even met een hark over de schone grond en klaar. Binnenkort wil Heiko de groentetuin omploegen, alleen wil hij daar graag eerst koemest overheen hebben. Daarvoor nam hij contact op met “buren” Johan en Kristina in Söråsen. Die hebben een paar koeien. Koemest was geen probleem, dat lag genoeg op een grote hoop. “Kom maar langs!” Oké. Vanavond mocht Heiko zodoende een aanhangertje met koemest halen. Daar kreeg hij trouwens meteen koffie aangeboden en hebben ze nog even een uurtje gezellig gepraat.
Rechts van de voordeur had Heiko twee dagen geleden de oneffenheid in de muur weer aangesmeerd en gladgestreken. Het cement was inmiddels uitgehard en dat stukje muur kon nu geverfd worden. Het viel namelijk behoorlijk op, dat op dat stukje muur een grote “witte vlek” zat. De pot met muurverf en een kwast stonden al klaar op Heiko´s werkbank. Ten teken van…? Joke? Eerder had ik de hele onderkant van het huis, de funderingswanden, grijs geverfd. Vandaar dat Heiko had gedacht dat dit misschien een klusje voor mij zou kunnen zijn. Leuk teamwerk op deze manier! Bij alle drie klussen trouwens. De broedkastjes hebben we samen aangepakt, de groentetuin en nu ook dit stukje muur. Iets met linker- en rechterhand? Leuk werken zo!
Heiko startte vanmiddag de grasmaaier nog, want het gras groeit nog steeds als kool. Beter nog zelfs, want onze kool groeide helemaal niet. Grapje! We hadden geeneens kool in de groentetuin. Hij zette de messen ook dit keer erg laag. Ik meende dat hij het over drie centimeter had. Daarna reed hij zigzag over het grasveld, om alles goed kort te maaien. De randjes en kantjes had hij vorige week al gedaan. Het grasveldje ligt er weer mooi bij. Ook het graszaad, dat hij twee weken geleden zaaide, doet het goed, want overal komen kleine grassprietjes boven. Overigens komt er nog steeds gras bij, omdat Heiko richting het trollenhuisje aan uit uitvlakken is. Zo goed en zo kwaad als dat gaat, vanwege de keien. Op een stuk dat klaar is heeft hij vanmiddag eveneens graszaad gezaaid. Volgend jaar hopelijk een paar vierkante meters erbij om te maaien. Dan gaan er een paar berkenbomen weg en worden een paar kerstboompjes verplaatst, zodat het maaien met de zitmaaier iets eenvoudiger gaat.
De “elandkop”, die in het afgelopen weekend meer vorm kreeg, hangt! Die schijf boomstam, dat leek op een eland. Hij zou eerst aan de achtergevel komen te hangen, alleen zou hij daar regen en sneeuw op de kop krijgen. Eigenlijk jammer. Even later kwam Heiko op het idee, om hem meteen links van de deur naar ons tuingereedschappenhok (onder de trap naar de keuken) te hangen. En dat heeft hij gedaan. Daar hangt de elandkop nu perfect! Pontificaal aanwezig en zonder dat hij al te veel invloeden van het weer om zijn (grote) oren krijgt. Het is een ware beeldbepaler, als je nu bij ons achter het huis komt lopen. Wij hebben écht iets met elanden (en ook met reeën trouwens). Daar krijgen we niet genoeg van!