We zitten samen in de kamer als we de auto van Erling en Britt uit Västorp zien stoppen. Bij ons voor het huis. Ze stappen beiden uit en we lopen meteen naar de voordeur om ze te begroeten. Op gepaste corona-afstand praten we even bij. Het is duidelijk, dat zij ons “missen”, want vaak wordt genoemd, dat zodra het kan we een afspraakje maken om gezellig samen (verder) te praten. Dan vraagt hij mij of ik belang heb bij drie bomen. In zijn bos zijn die bomen omgewaaid en die moeten eruit. Hij heeft ze al van de takken ontdaan en kan ze met de tractor en aanhanger met grijpertje, komen brengen. Ja, geen probleem hoor. Breng ze maar. Het houthok is nog niet vol: alle brandhout is welkom. Nadat ze weer weggereden waren legde ik meteen even drie pallets op de plek waar ik de bomen wilde hebben liggen. Als ze vrij van het gras liggen is het straks gemakkelijker zagen.
Een uurtje later hoorde ik daadwerkelijk een tractor bij ons voor het huis langs rijden en liep ik naar de oprit. Erling. Hij stuurde de aanhanger, met daarop een stuk of 8-9 lange delen boomstam, keurig achterwaarts de oprit op. Hij manoeuvreerde precies naar de plek waar de pallets lagen en legde de lange stammen met de grijper daar precies bovenop. Geweldig! Hij vertelde nog, dat het hout was bedoeld als een dankjewel voor de hulp en voor de vriendschap. Zo af en toe belt hij een keer en vraagt of ik hem kan helpen. Als ik thuis ben en geen andere plannen heb is dat prima en doe ik dat direct. Geen probleem. Andersom werkt het net zo. Toen we met de auto vastzaten in de sneeuw belden we hem en kwam hij ook meteen helpen. Zo helpen we elkaar. Noaberschap. Hij vond het echter nodig om deze keer iets extra´s te doen en ons drie lange dennenbomen te brengen voor brandhout. Dankjewel!
Meteen toen hij weer huiswaarts was gekeerd, dook Joke de keuken in. Ze had besloten, dat deze lieve mensen een lekkere taart verdienden. Het werd een boterkoek met amandelspijs. Een dik uur later riep ze mij. “De taart is klaar, wil je hem meteen even heenbrengen, hij is nu nog lekker warm en dan ruikt het ook zo lekker.” Ja, doe ik. Helaas was Britt niet thuis, maar Erling was in zijn grote schuur, werkplaats met iets bezig. Ik trof hem achter de werkbank, waar hij iets aan het maken was, om het zaaien van mais te vereenvoudigen. Vorig jaar was het niet zo goed gegaan met het zaaien vertelde hij en daarom maakte hij er nu een hulpmiddel voor. Ik gaf hem de taart en bij bedankte me zeer vriendelijk. Ik moest Joke eveneens enorm bedanken, maar het was toch niet nodig geweest.
Nee, dat klopt, maar toch. We zaten nog eventjes buiten voor zijn schuur op een bankje in de zon en spraken nog een poosje met elkaar, maar de wind was koud en dat maakte het stilzitten onaangenaam. Ik nam afscheid en reed naar huis, terwijl hij verder ging werken aan zijn werktuig. Toen ik terugkwam, riep Joke mij voor de koffie en bleek dat ze nóg een taart had gebakken. Een Zweedse appeltaart! Lekkerrr! Uit de wind en in de zon op ons terras namen wij de koffie en een stuk appeltaart. Kijk, daar mag je me ´s nachts óók wel voor wakker maken. Dat bakken is Joke overigens wel toevertrouwd. Of het nu een boterkoek met amandelspijs is of een kwartkaart of een appelaart of een walnotentaart… Maakt niets uit, ze zijn stuk voor stuk heerlijk!
Na de koffie ging ik ging verder met het onkruidvrij maken onder de heg voor ons huis. Vorig jaar hebben we aan de binnenzijde én langs de wegkant een strookje gras weggehaald, zodat er nu een strookje zwarte grond zichtbaar is. Dat moet ook zwart blijven natuurlijk, waardoor je af en toe even het onkruid eruit moet halen. Daar zit nog wel even tijd in, want het is een lange heg en beide kanten moeten onderhouden worden. Als het klaar is, is het weer een mooi plaatje en zijn we er weer enkele weken gevrijwaard van onkruid. Tenminste… De heg zelf begint trouwens zo langzamerhand weer een beetje groen te worden. Hij heeft de winter overleefd. Mooi om te zien, dat deze oude taaie de sneeuw en vorst, maar vooral het geweld van de sneeuwschuiver weerstaat. Eerlijk is eerlijk: hij ziet er niet super uit en als je beter kijkt heeft hij toch de betere jaren gehad.
Omdat Heiko ook in de tuin aan het werk ging, ging ik tegelijkertijd aan de slag met de border aan de zuidkant van het huis. Bij de veranda. Vanzelfsprekend groeit ook daar alweer het nodige onkruid. Ze (het onkruid) zouden ook een stukje overspringen! Nee, tuurlek niet! Met andere woorden, ook daar moest gewerkt worden om een nette border te krijgen. In dit stukje zat heel veel jonge opslag tussen de plantjes en die werden weggehaald. Het werd daardoor stukken rustiger. Als we het immers laten groeien is de border zó vol! Het leuke van de eerste keer na de winter in de tuin aan het werk te kunnen is toch wel, dat je ontzettend eer van je werk hebt. Je ziet het bijna elke minuut in een positieve manier veranderen. Binnenkort wil ik het plantenrekje nog even van een likje verf voorzien. Wat zal het worden: wit of faluröd?
En als je dan eenmaal resultaat ziet wil je meer! Tenslotte werden de rozen gecontroleerd. Juist nu is het heel duidelijk zichtbaar waar eventuele dode takken zitten. De gezonde takjes hebben nu al blaadjes en knoppen, terwijl de dode takken daarentegen grijs-wit zijn en zo heel erg opvallen. Die konden weg, omdat die alleen maar in de weg staan en toch geen bloemen meer geven. Nooit meer. Voor alle zekerheid en voor de juiste bescherming trok ik op dat moment maar even een paar dikkere werkhandschoenen aan. Want ondanks dat de takken dood zijn, zijn de doornen gemeen scherp. En daar zitten er een heleboel van aan slechts een klein takje. Een half uurtje later lag er een mooi stapeltje dode takken op het gras en daarmee waren de rozen weer helemaal bijgewerkt. Wat ziet dat er meteen anders uit. Lekker schoon en fris!
Ook zo nieuwsgierig hoe het met onze kikkerdril is? Voordat het ging regenen waren we even bang, dat alles zou gaan uitdrogen. De plak met kikkerdril lag dicht aan de kant van de vijver en daar werd het droger en droger. Het mocht uiteraard niet zo zijn, dat de kikkerdril daardoor helemaal op het droge zou komen te liggen, want dat zou het einde voor de jonge kikkertjes zijn. We hebben een klein stukje van de plak iets verder het water in gedrukt, omdat we bang waren dat die al te droog was. Vanmiddag hadden we geen enkele reden meer om ons verder zorgen te maken: ze liggen nu zeker vijf centimeter in het water. Er is ook behoorlijk veel regen gevallen. Nu kunnen ze weer verder groeien. Wanneer krijgen ze nou staartjes?!?