Vanochtend was het weer vroeg dag. Heiko staat rond kwart voor zes op, smeert zijn broodjes, eet er eentje en gaat tegen half zeven naar zijn werk. Dan ben ik ook al wakker en stap meteen ook maar van bed af. Even lekker rustig wakker worden en dan… Beginnen met “het vervullen van huishoudelijke taken”. Vandaag had ik mezelf beloofd, om beneden en in de kelder alles lekker fris te maken. En waar een wil is… Als laatste nam ik me voor, om een stapeltje strijkgoed weg te werken. Ach… Wat nou jammer… Ik moest (!) vanmiddag naar Eksjö en had geen tijd meer om strijkplank en -ijzer te pakken. Sneu. Misschien krijg ik morgen nog een kans…
Van Froukje kreeg ik gisteren een vraagje via Facebook: “Joke, als je deze durft mee te nemen, wil je dan aub vragen wat ze kosten?” Hoe dit zit? We zijn beide “vrienden” van Erikshjälpen in Eksjö en die zijn heel consequent in het plaatsen van foto´s van de aangeboden spullen. Elke dag voordat ze weer open zijn, staat er een berichtje op Facebook met bijna altijd dertig foto´s of meer. En Froukje had deze glazen gezien. Ze vond ze waarschijnlijk zo mooi, dat ze ze heel graag zou willen hebben. Als de prijs goed was. Maar in plaats van met Erikshjälpen te bellen, besloot ik om er vanmiddag meteen heen te gaan!
Rond drie uur vertrok ik met een sombere, bewolkte lucht. Het zonnetje had vanochtend alle kans gekregen om lekker te schijnen, omdat er nagenoeg geen wolkje aan de lucht was. In tegenstelling tot net na de middag. Toen was de zon nauwelijks nog waar te nemen. Heel af en toe kon hij even een paar straaltjes tussen de vele wolken door drukken. Dat was alles. Soms leek het er zelfs op, dat er nog neerslag uit deze wolken zou komen. Zo donker waren ze af en toe. In de auto was het lekker warm en daarmee vervolgde ik de weg naar Eksjö. En als het zou gaan regenen of sneeuwen, zou me dat niet deren.
Halverwege de weg tussen Bordsjö en Blå Grindar, het kronkelweggetje zeg maar, viel me meteen iets op. Er waren daar bomen gekapt! En niet zo´n beetje. Een langgerekt stuk bos was gekapt. Er waren zelfs nog mensen mee bezig, waarmee het einde duidelijk nog niet in zicht was. Een paar bomen langs de kant van de weg had men echter (nog) laten staan. Op zich lijkt dat bijzonder, maar wel mooi, anders is het allemaal wel heel erg kaal. Aan het aantal gestapelde stammen te zien, waren er al honderden bomen geveld. De stammen lagen op meerdere plaatsen opgestapeld. Ik kon niet zo snel zien, waar alle takken waren gebleven.
Eenmaal in Eksjö stapte ik na maanden weer bij Erikshjälpen naar binnen. Met een dubbel gevoel. Als eerste was daar het gevoel van opwinding: “Hadden ze de glazen nog, die Froukje zo graag wilde?”. Ze stonden er nog. Alleen waren er “slechts” vier grote en twee kleinere. Ik heb de vier grote maar meegenomen, in de hoop, dat die goed zijn. Ten tweede voelde ik toch ook het gemis. Want bij het restaurantgedeelte kwam ik aan de praat met een bekende vrijwilliger. Onder het genot van een kopje koffie spraken we een poosje. Hij sprak op een bepaald moment over het feit, dat men momenteel zo weinig vrijwilligers heeft. En dat werd ook nog weer eens bevestigd door twee andere “collega´s” die ik in de winkel trof. Ga ik dan toch binnenkort weer helpen? Het is wel heel verleidelijk… In ieder geval kwam ik thuis mét de glazen, Froukje!
Tijdens de rit naar huis kon ik nogmaals bekijken wat men, de bomenkappers, hadden gedaan. Ik heb het wel over het meervoud van bomenkapper, maar er was maar een machine te ontdekken. Die doet overigens al het werk. Weet je nog? Hij zaagt de boom omver, haalt meteen de takken eraf en zaagt de stam in lengtes van drie meter en legt ze op stapels. Die stapels waren gegroeid en uitgebreid. De kale vlaktes waren eveneens uitgebreid. Toch is het daarentegen ook wel prettig om open stukken tegen te komen. Dat er stukken zijn waar het niet donker is door de hoge bomen. Als die namelijk zowel links, als rechts dicht op de weg staan is het vaak donker en kan het voelen alsof je opgesloten bent. Door het kappen krijg je meer licht en een open gevoel. Eigenlijk niets mis mee!
En zoals de dag begon, eindigde de middag eigenlijk ook: met het zonnetje erbij! De bewolking was grotendeels verdwenen: in rook opgegaan, verdwenen als sneeuw voor de zon! De sneeuw is zo langzamerhand ook wel verdwenen hoor. Hier en daar zie je nog een klein beetje liggen. Dat is met name daar, waar de zon niet of nauwelijks komt. Het vriest nog ´s nachts een graad of vijf tot tien en overdag schommelt het tussen plus en minus drie. Doordat het inmiddels na vier uur was, stond de zon alweer laag aan de hemel en gaf lange schaduwen. Dat leverde leuke plaatjes op. Wat nu duidelijk wordt, is dat menig stuk landbouwgrond reeds klaargemaakt is voor de komende tijd. Op meerdere plaatsen zag ik omgeploegde stukken land. Dat is weer een stukje dichter bij de lente!
En wat zijn de mollen weer meer naar de oppervlakte gekomen! Overal langs de route waren vele molshopen te zien. Veelal op landbouwgrond. De mol leeft het liefst alleen en in zijn eigen gegraven gangenstelsel. Het liefst heeft hij ze in losse, humusrijke grond, waarin ook veel wormen zitten. De grondwaterstand mag voor hem niet te hoog zijn. Wist je, dat oppervlakkige gangen met een snelheid van 12 tot 15 meter per uur gegraven kunnen worden? Mollen kunnen behalve goed graven, ook prima zwemmen en klimmen. Veel mensen denken dat de mol blind is, maar dat is niet zo. Hij is erg slechtziend. De mol gaat trouwens niet in winterslaap. Als het vriest kruipen de regenwormen wat dieper onder de grond en de mol dus ook. Ze gaan daarheen, waar de grond niet meer bevroren is. Nu de grond meer en meer ontdooit, komen ze weer aan de oppervlakte…
Nee, wederom was het geen gewone dag. Dit keer was het “De dag van de buschauffeur”! Men vraagt op deze dag aandacht voor buschauffeurs en het waardevolle werk dat ze doen, in dienst van reizigers en burgers. “Maak van de gelegenheid gebruik en toon uw waardering voor het werk dat uw buschauffeur verzet”, staat dan ook op de site van een vervoersmaatschappij. Deze internationale buschauffeur dag bestaat al heel lang en sinds 2014 doen ze hier in Zweden er ook aan mee. Een van de vele vervoersmaatschappijen nodigde alle buschauffeurs uit voor een kopje koffie, in de depots. De eerste vrouwelijke buschauffeur was de Zweedse Margit Claesson. Ze werkte in de jaren vijftig als dirigent in Stockholm. Omdat sommige vriendinnen zich hadden aangemeld voor een opleiding tot buschauffeur deed zij het ook. “Wat een man kan, kan ik ook” was de achterliggende gedachte. Toen de opleiding was afgerond, kreeg ze een baan en werd zodoende de eerste vrouwelijke buschauffeur ter wereld, ten westen van het IJzeren Gordijn.
Overdag reed ze graag met de bus, iets waar veel van haar mannelijke collega’s een hekel aan hadden. Bovendien reed ze liever een bus zonder conducteur, omdat ze zich dan moest haasten en een stukje positieve spanning voelde. Tijdens de korte pauzes kreeg ze geen rust. Dan moesten er kaartjes geknipt worden. Ze vond dat het vak van buschauffeur een zware taak was. Het ergste vond ze niet het rijden, maar de aan te houden tijden. Mensen wachtten immers op haar. Ze vond het moeilijk te rijden met de gladheid, in de winter. De rijstroken die gebruikt werden waren goed, maar het was voorzichtig rijden, omdat de rijstroken bedoeld waren voor trams en die waren veel smaller dan de bussen. De Stockholms Spårvägar (SS), de voorloper van Storstockholms Lokaltrafik (SL in 1966), huurde de eerste vrouwelijke buschauffeur in 1958 en in 1961 waren dat er 28.