Geen widgets gevonden in de zijbalk

Zondagochtend reden we daadwerkelijk om iets na elf uur vanuit Ödarp richting Tranås. Ebba was van alle gemakken voorzien en verbleef in de kelder, kelderhal en stookhok. Dinsdag zou de buurvrouw komen om haar even de nodige aandacht te schenken. We durven haar niet buiten te laten, in de hoop, dat ze dan ´s avonds weer thuis komt. Vriendin Phaedra heeft ooit eens gezegd, dat katjes op enig moment hun baasjes gaan zoeken… En waar gaat ze dan heen? Nee, dit is ook niet leuk, maar hopelijk heeft ze door, dat we dit voor haar eigen bestwil doen…

In Tranås werd nog even de tank volgegooid met diesel en daarna ging het richting het noorden. Via Mjölby naar Motala en daarna verder omhoog richting Laxå en uiteindelijke Kristinehamn. De reis verliep voorspoedig. Toen we Ödarp verlieten was het erg, zo niet volledig, bewolkt. Al naar gelang we verder naar het noorden reden werd de lucht meer en meer blauw! Natuurlijk hielden we onderweg vaak even een pauze. Niet alleen om mij. Ook voor Heiko. Het is wat met “die twee oudjes…” Heiko kan niet langer dan drie kwartier in de auto zitten, omdat hij dan veel zenuwpijn krijgt in zijn rechterbil. Voor mij is en blijft rijden nog steeds erg onplezierig. Ondanks alles reden we tegen drie uur Kristinehamn binnen!

We hadden het zo gepland, dat we daar even door de stad zouden lopen of rijden, om aansluitend daar ergens iets te gaan eten. De stad ligt aan het Vänern, het grootste meer van Zweden. Zelfs van Europa. We reden een stukje door de haven. Of eigenlijk havens. Een hele lange boulevard met diverse steigers voor bootjes. De een nog groter dan de ander. Wat ligt daar een kapitaal aan boten! Het zag er erg fraai uit. We bleven in zuidelijke richting langs het water rijden en kwamen op enig moment bij een kunstwerk van Bablo Picasso. Nou ja zeg! Wie had dat gedacht? We parkeerden de auto en liepen naar het monument. Daar stonden diverse informatiebordjes met tekst en uitleg.

Dit werk wordt beschouwd als het grootste kunstwerk van de Italiaanse kunstenaar Pablo Picasso. Het enorme beeldhouwwerk bevindt zich ongeveer zes kilometer ten zuidwesten van het stadscentrum, op een landtong die uitsteekt in het Vänernmeer. De 15 meter hoge Kvinnohuvud, vrouwenhoofd, is gemaakt van beton en weegt zo’n acht ton. De zuil heeft een diameter van 1,65 meter en het kunstwerk heet eigenlijk “Jacqueline”, de naam van Picasso’s tweede vrouw, die het beeld moet voorstellen. Eind jaren vijftig ontmoette de, in Kristinehamn geboren kunstenaar Bengt Olson, schilder en fotograaf Carl Nesjar op een landweg in Frankrijk. De Noor was destijds betrokken bij een project met Pablo Picasso en vertelde dat aan Olson.

Samen kwamen ze op het idee, om dit project in Scandinavië te realiseren. Olson ging terug naar Zweden en presenteerde het idee aan de gemeente Kristinehamn. Ze namen enthousiast contact op met Picasso en vroegen officieel het kunstwerk aan. In 1964 kwam Picasso’s antwoord in de vorm van een fotomontage met de notitie “Oui, Picasso 7.7.1964”. Het beeld werd opgericht onder toezicht van Carl Nesjar, die ook verantwoordelijk was voor het artistieke ontwerp met behulp van een zandstraler. Picasso zelf volgde de totstandkoming van het beeld van ver, door middel van foto’s en filmbeelden, maar hij heeft het nooit persoonlijk gezien.

In de buurt van het kunstwerk, op een terrasje in een heerlijk zonnetje, verwenden we ons met een lekker ijsje. Het was aan het meer namelijk te koud, want er stond te veel wind. Anders hadden we daar voor de picknickbank gekozen. Daarna reden we de stad weer in. We volgden de bordjes centrum, maar het bleek op zondagmiddag een saaie boel te zijn. Het centrum was volledig uitgestorven om iets na vijf uur in de middag. Begrijpelijk uiteraard. We reden toch even rond en kwamen bij toeval bij een pizzeria langs. Daar zochten we ons een lekkere pizza uit. Die aten we op het terras op, onder een parasol die de enthousiaste zon een beetje tegenhield.

Nadat de inwendige mens was verzorgd reden we het plaatsje weer uit richting onze Bed & Breakfast. Die lag iets buiten Kristinehamn. Aan het water, een uitloper van het Vättern meer. Het was een typisch Zweeds gebouw en het zag er gezellig uit. Later hoorden we, dat het een bejaardentehuis was geweest. Binnen werden we enthousiast begroet door de eigenaresse en konden we de kosten voldoen voor deze ene nacht hier. Het was voor ons immers een tussenstop op onze reis naar Oslo. De hele rit vanaf Ödarp naar Oslo zou te veel van het goede zijn voor mijn rug en die van Heiko.

Op het moment dat we daar waren, was ik erg blij dat we hiervoor gekozen hadden. Ondanks de meerdere rustmomenten was het niet prettig tussen de vier wielen van de Hyundai! Verre van. Nadat de eigenaresse ons het gebouw van binnen had laten zien en onze kamer had gewezen, namen we dan ook eerst maar eens een grote kop koffie. Die dronken we op, voor het grote terras aan de zuidkant, in de zon en met het uitzicht op het water. De eigenaresse had verteld, dat ze gisteren helemaal vol zaten, alle negen kamers, maar dat er de komende nacht slechts twee bezet waren. Fijn. Wel zo rustig…

Op enig moment wilden we wel naar bed en gingen we naar onze kamer. Daar probeerde Heiko als eerste het bed. Oh jee! Een ouderwets matras met ijzeren veren. Jeetje! Je schommelde alle kanten op, net een waterbed, maar dan zonder een volledige ondersteuning van het lichaam. Het was net een trampoline. Nee! We hadden geen keuze, we moesten wel rusten, maar het werd een hele beroerde nacht. Gistermorgen (maandag) stonden we beiden alweer om half zes naast het bed. Het ontbijt was vanaf acht uur. “Wat doen we?” Het huilen stond me nader dan het lachen. Ik was gebroken en zag enorm op tegen het verder rijden naar Oslo…

Met het programma in Oslo in het hoofd, met onder andere een mooie bustour en een boottocht, slenteren langs bezienswaardigheden, werd ik meer en meer verdrietig. “Dat trek ik niet!” Daarbij dacht ik meteen aan het feit, dat we na die drie dagen Oslo ook nog eens weer in de auto terug moesten. In twee dagen. Ik had gehoopt op een perfecte nachtrust, om met nieuwe energie verder te kunnen rijden. Van de pijn en de zenuwen heb ik tranen met tuiten gehuild… We hebben veel gewikt en gewogen en uiteindelijk besloten, om van de hele verdere reis af te zien: we gingen terug! Op dat moment was het half zeven. We hadden geen zin meer om nog anderhalf uur op het ontbijt te wachten en zijn zodoende meteen vertrokken…

Bij een benzinepomp in Kristinehamn kochten we ons ontbijtje: een grote koffie en een heerlijke baguette met ham, kaas en rauwkost. Daarna reden we nagenoeg dezelfde weg terug via Laxå richting Motala. Omdat het qua tijd niet zo heel veel uitmaakte kozen we vanaf daar voor de route langs de kust. Tot Ödeshög, waarna we de snelweg weer opreden. Ook deze rit moesten we een aantal keren stoppen. Op zich niet erg, want zo konden we meer van de omgeving zien.

Natuurlijk waren we ontzettend teleurgesteld, maar toch voelden we ons ook opgelucht en daardoor konden we wel nog genieten van de mooie route. Het is heel erg jammer dat het uitje, waar we ons zo enorm op verheugd hadden, zo moest eindigen. De kaarten hadden we ruim twee jaar geleden al gekocht en als corona er niet tussen was gekomen, waren we allang geweest. Ook mijn val op 17 januari had er niet tussen moeten komen natuurlijk. Rond een uur waren we terug in Ödarp, waar we gaan bijkomen van ons “Rieu-avontuur”…

4 gedachten over “En… We zijn weer thuis…”
  1. Och, wat verschrikkelijk jammer dat het zo in het water is gevallen. Zal een moeilijke beslissing zijn geweest denk. Ik kan me er iets bij voorstellen, mijn rug is ook nog niet je dat. Gister naar de fysio geweest en maandag nog een keer. Dan zou het beter moeten gaan. Afijn, het is wat het is.
    Sterkte jullie beiden.

    1. Hej!
      Moeilijke beslissing: ja en toch ook weer niet. Je snapt het wel.
      Wat vervelend, dat jij nog klachten hebt. En dat door het niezen… Hopelijk is het tegen de tijd dat jullie gaan reizen behoorlijk opgeknapt!
      Jij ook sterkte, Rinske!

  2. Ach, wat een teleurstelling zeg! Eerst lange rit naar Kristinehamn met onderbrekingen. Dan een bed uit de jaren nul…. dus niet slapen.
    Dan duurt een nacht wel heel erg lang.
    Dat weggetje naar Picasso, heb ik vroeger ook gereden. Je kon daar met een boot naar een eiland, iets zuidelijker. Dat eiland bestond uit 3 eilandjes. Kinderen konden hier heerlijk spelen in het zand bij het water. Je kon er ook voor kiezen om te lopen via bossen, naar dat 3e eiland. Daar kon je weer op bepaalde uren worden opgepikt door die boot en voer je weer terug naar het vaste land.
    Was een mooie belevenis. Dit is alweer zo’n 40 jaar geleden!
    Waar blijft de tijd…..

    Maar wat een teleurstelling weer. Zo’n reis maken met wel heel veel hobbels…..
    Wat sneu dat jullie nu eigenlijk voor niets zijn gegaan. Die stomme ruggen….. zag jullie al gezellig mee zingen met Rieu!

    Tja, dan vraag je je nu af hoe dat de komende weken, maanden en misschien wel jaren zal gaan. Zo zijn jullie nu wel heel erg gebonden aan huis. Naar Nederland rijden lijkt me nu ook geen optie. Wat jammer en zo sneu voor jullie beiden….

    1. Het gaat inmiddels al wel weer nagenoeg als voor de reis hoor! We blijven positief, vooral met bezoekjes aan afdeling pijnbestrijding en hopelijk orthopeed. Techniek staat niet stil en misschien is er intussen iets voor mij bij!
      Bijzonder, dat ook jij daar al gereden hebt!

      Fijne, zonnige dag vandaag, Wilma!

Laat een antwoord achter aan Joke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.