Nu de elandschedel eindelijk maar toch op een plank is bevestigd, kunnen we er een plekje voor zoeken. Komt hij te hangen? Leggen we hem ergens neer? Wat het ook zou worden: hij moest eerst “ont-groent” worden! Het laatste jaar had hij op de slee bij de waslijnen gelegen. Alle weersomstandigheden trotserend. Tja en dan word je groen. Aanslag van top tot teen. Ha! Van nek tot kaak is hier meer toepasselijk. Ik maakte een mengseltje van water en natuurazijn. Dat laatste helpt ook tegen groenaanslag op hout. Hopelijk ook op bot. Op het moment, dat ik het erop nevelde, werd de schedel meteen nog groener! Nadat alles goed was bespoten kon hij in de zon mooi drogen.
Het zonnetje was er al vroeg bij en je merkte meteen, dat het dan warmer wordt. Het kwik steeg vandaag dan ook naar elf graden. Dat gezonde licht had ik gezien met het behandelen van de schedel en ik besloot nog even buiten iets te doen. Dat iets werd het verven van de twee paaltjes van het ijzeren hek op de vlonder. Die was aan het eind van de herfst daar nog op gemonteerd. Aan verven waren we niet meer toegekomen, omdat het weer het gewoon niet meer toe liet. Nu wel en in een mum van tijd waren de paaltjes zwart en niet meer terug te vinden. Lijkt weer be-ter-der.
Ebba was al vrij snel bij me. Dat deed ze ook voor het overlijden van Jikke al veel vaker. Dan hoort ze me ergens en komt ze op een drafje naar me toe. Even aaien en dan gaat ze weer haar eigen weg. Dit keer bleef ze bij me in de buurt. En ze keek niet steeds zo boos als dat ze op de foto kijkt hoor! Samen gingen we even naar het grafje van Jikke. Ze begon in die omgeving te snuffelen en toen kreeg ik het even weer moeilijk. Zou ze haar zusje ruiken of was het puur toeval? Ik hoop het laatste natuurlijk. Samen gingen we weer terug naar huis. Ik pakte me een kopje koffie en Ebba kreeg een paar snoepjes.
Na de koffie ging ik weer naar buiten. En ook weer met een potje verf. Alleen nu niet voor hout, maar voor metaal. Terwijl ik een paar foto´s had gemaakt, zag ik de schep en mestvork aan de boom hangen. Die zijn oud en verroest. Heiko had ze daar neer gehangen. Puur ter decoratie. Maar opvallen deden ze toch eigenlijk niet. Daarom besloot ik ze een laagje verf te geven. Zwarte. Nee, om eerlijk te zijn, zijn ze niet heel veel duidelijker zichtbaar geworden. Maar nu zijn ze wel tegen verder roesten beschermd.
Net voordat ik het verf en de kwast wilde opruimen zag ik nog een klusje voor die twee! Vanuit Blijham, nu bijna vier jaar geleden, hadden we nog een stalraampje en een plantenbakhanger meegenomen. Die wilde ik beslist weer gaan gebruiken. In Hällaryd kon dat niet. Hier toch wel. Alleen had ik er nog nooit een plaatsje voor gevonden. Nog niet, maar waarschijnlijk omdat ook dit metaal zo roestig is. Op zich heel leuk, maar het past niet bij dit huis. Daarom ook die twee in de verf gezet. Met het weertje van vandaag zal het vast niet lang duren, voordat ze droog zijn. Nu bedenken waar ze moeten komen.
Zoals gezegd, was ik nog even met de fotocamera door te tuin geslenterd. Niet alleen voor de foto´s, echter ook, om het voorjaar te proeven. Zonnetje er met enige regelmaat bij, maar ook een fris windje. Een hele lange wandeling werd het dan beslist niet. Er lag zelfs nog een restantje ijs in het vijvertje. Nee, niet veel meer, maar dat gaf wel aan, dat het nog geen zomer is! Al weken heb ik een verstopte neus en een zere keel. Inderdaad ´s ochtends en ´s avonds erger dan overdag. Dan is het ook niet verstandig om lang buiten te blijven met deze temperaturen. Soms denk ik, is het misschien ook het gebrek aan weerstand? De laatste weken kom ik immers niet veel buiten. Met hogere temperaturen op komst, wil ik er weer vaker op uit! Misschien het komend weekend wel even aan de wandel!
Vanmiddag was het tijd om mijn knutselwerkjes af te maken. Het toiletpapier was droog en daarmee kon ik voorzichtig de ballonnen kapot knippen en eruit halen. Wat overbleef was een “ballon” van toiletpapier! Daaruit knipte ik een gat, met het idee, dat het leek op een gedopt ei. En toen had ik het garen en de prikkers nodig: het garen werd om het midden van de prikker gewikkeld en vastgeknoopt. Aan het kortste eindje, dat wat ín het ei komt, maakte ik nog een decoratie-eitje vast. Alles ging door het gaatje, waar de ballon uit gekomen was en het stokje bleef “haken”. Zo kan het ei, want dat is het inderdaad geworden, worden opgehangen.
“En wie hebben we daar?” Ja hoor, tante Truus was ook nieuwsgierig! Eerst even heel nonchalant naar de brokjes, bij mijn benen langs strijken: “Ik ben niet nieuwsgierig…” Tot ze moest weten wat er allemaal op tafel lag en waar ik toch mee bezig was. Oeps! Normaal is de tafel leeg, wanneer ze erop springt. Toen was het eerste wat ze zag een “ei”! Even schrikken, snuffelen, om over de tafel en door alles heen op de vensterbank te gaan liggen. Zo af en toe even naar me kijkend. Lief hé?
Op de bodem van het ei van toiletpapier legde ik de zogenaamde bodem voor het tafereeltje. Ik maakte er in totaal drie: een gele en een groene voor in de kamer en eentje met oranje voor in de keuken. Het moest uiteraard wel op elkaar afgestemd worden… Met een paar paasspulletjes maakte ik het tafereeltje compleet en konden ze worden opgehangen. Uit eentje, voor het gemak maar even “de groene” genoemd, had ik te veel weggeknipt. Daardoor werd alles onstabiel. Eigenlijk zakte de bodem te ver door. En ondanks het feit, dat er vele velletjes toiletpapier zijn gebruik, mogen er een volgende keer nog wel meer op. Hier en daar was het behoorlijk dunnetjes. Toch vind ik ze wel leuk geworden. Het brengt een stukje vrolijkheid in kamer en keuken!
Vrolijk werd ik niet van hetgeen ik aantrof op de keldertrap en in de kelderhal. Nu het knutselen af was, kon ik de overgebleven spulletjes en gebruikte materialen weer opruimen. Als eerste zag ik heel veel kleine veertjes op de trap liggen. Natuurlijk van een vogeltje. Voor zover ik het kon nagaan een koolmeesje. Op de mat in de keukenhal lag nog veel meer. Waarschijnlijk had het diertje nog geleefd toen Ebba ermee binnen kwam en verwoede pogingen gedaan om aan dat monster te ontkomen. Helaas… Stofzuiger maar gepakt en het oorlogsgebied weer opgezogen. Dat was de derde deze week. En er zijn al een aantal muisjes verorberd. Geen wonder dat er bijna geen brokjes uit het bakje van Ebba worden gegeten…
Herinner je je nog, dat ik een boekje heb besteld? Eentje over streekproducten? Als je interesse had, moest je als reactie onder de advertentie op Facebook, je naam en telefoonnummer schrijven. Dat deed ik en gisteren ontving ik een berichtje. Nee, Heiko kreeg die. Omdat ik mijn Nederlands nummer heb (en ook wil houden) levert dat soms moeilijkheden op. Niet iedereen kan namelijk internationaal bellen. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf. Daarom gebruik ik nagenoeg altijd het Zweeds nummer van Heiko. In het berichtje stond, dat ze mijn bestelling hadden ontvangen. Eveneens het verzoek om het bedrag van ongeveer 20 euro over te maken via Swish. En dat heb ik meteen maar gedaan. Nu zal het mij benieuwen hoe lang het duurt, voordat het boekje er is. Ze hadden nogal een aantal reacties…
Nu de sanseveria is uitgebloeid, komen er meer knoppen open aan de kerstcactus. En dat terwijl het niet eens kerst is! En ik meende, dat ze gelijk waren: de Kerst- en de Paascactus. Ze worden ook vaak door elkaar gehaald of allebei simpelweg “lidcactus” genoemd. Toch zijn er verschillen! In bloeiende toestand is het verschil overduidelijk. De bloemen van de paascactus zijn stervormig, terwijl die van de kerstcactus asymmetrisch zijn en vormen een soort tuitje. De kleur van de bloemen zegt trouwens niets. Zowel de kerstcactus, als de paascactus zijn er in allerlei verschillende tinten. Dit verschil lijkt voor zich te spreken: de kerstcactus bloeit rond Kerst en de paascactus rond Pasen. Toch is het niet altijd zo simpel, want kerstcactussen willen nog weleens in het voorjaar een tweede en in de zomer een derde keer bloeien. Zoals die van ons nu. Als ze ook nog eens in de zomer zou bloeien? Perfecto!
Aan het eind van de middag zocht ik de elandschedel maar even weer op. Ten eerste om hem binnen te leggen. Ten tweede om natuurlijk te zien of het schoonmaakazijn zijn werk heeft gedaan. Het zonnetje was er niet meer bij en daarmee kon ik het niet goed vergelijken. Toch lijkt het erop, alsof er veel aanslag van de schedel is verdwenen. Met name bovenop en aan zijkanten is het volgens mij witter geworden. Nu is, net als met het raam en de plantenrek: “Waar moet de schedel nu worden opgehangen?” Daar denken we nog even over na. Dat deed ik ook tijdens het verzorgen van de planten. Ineens werden mijn gedachten er volledig bij weggehaald: ik zag namelijk twee knoppen in de Chinese roos! En laat die nou als tweede naam “Kerstroos” hebben. Zal er ook een “Paasroos” zijn, net als de lidcactus die heeft? Zoeken we op!